Dat de Nederlandse intensive care-afdelingen door corona vrij vol zijn, heeft een bitterzoet voordeel. Al die patiënten leveren veel interessante data op voor onderzoek naar aandoeningen zoals covid-19. Ic's gaan nu intensiever samenwerken om data te delen - maar kan dat wel veilig?
Nederlandse intensive care units kondigden dinsdag 'een primeur' aan: ze gaan 'op grote schaal samenwerken en gegevens delen' zodat ernstige ziektes makkelijker bestreden kunnen worden. Het gaat om een samenwerking waarbij meer dan 45 intensive care units in Nederland onderling data gaan delen over patiënten.
Het gaat om 'meer dan 30.000 datapunten per ic-patiënt per dag'. Die worden centraal verzameld en bestudeerd met machine learning-technieken. "Elke kleine verandering in de situatie van een ic-patiënt levert data op waarvan artsen kunnen leren", schrijft de Nederlandse Vereniging voor Intensive Cares in hun aankondiging. "Hoe meer data, hoe groter de kans op bruikbare algoritmes die ingezet kunnen worden om intensivisten te helpen bij het maken van behandelkeuzes op de ic."
Ondanks dat de Nederlandse Vereniging voor Intensive Cares het een primeur noemt, zegt Paul Elbers dat een dergelijke samenwerking niet nieuw is. Elbers is intensivist bij het Amsterdam UMC, en is de projectleider van het programma om data te delen, genaam icudata. "Het is weliswaar de eerste keer dat ic's ruwe data gaan delen en op zo'n grote schaal, maar ic's werken al 25 jaar samen als het gaat om data delen. Dat gebeurt bijvoorbeeld met de NICE-registratie die bekend is van de coronacijfers", vertelt hij aan Tweakers. "Het gaat dan wel om beperkte datasets waarbij de uitkomsten van een ic-behandeling worden bekeken. De data gaat over de behandeling tijdens de eerste 24 uur nadat een patiënt binnen komt, en hoe hij is als de ic-behandeling klaar is."
Toestemming in coronatijd
Het plan kwam voor het eerst op toen de coronacrisis in Nederland uitbrak, maar de data kan ook voor andere ziektes worden gebruikt. "We willen hiermee uitzoeken welke combinatie van handelingen, patiënten en behandelmomenten het beste werkt om ziektes te bestrijden", zegt Elbers. "Dat kan alleen als je voldoende gegevens verzamelt. Je moet bijvoorbeeld ook opletten dat je niet alleen data van bepaalde groepen verzamelt, want dan krijg je selectiebias."
Privacyexperts van het project zijn op dit moment nog bezig om data protection impact assessments uit te voeren. Daarin wordt onder andere gekeken hoe er precies toestemming moet worden verleend voor het gebruik van de data. Volgens Elbers begon het project midden in de coronacrisis, en toen was het volgens Elbers voor zo'n nieuwe ziekte 'niet redelijk' om aan alle individuele patiënten, die afgezonderd lagen in de ziekenhuizen, toestemming te vragen. Nu kijken de juristen naar de mogelijke uitzonderingsgronden in de privacy- en zorgwetgeving of toestemming vragen ook nu nog nodig is. Een zo'n uitzonderingsgrond kan bijvoorbeeld zijn dat het niet redelijk is om toestemming te vragen van zo'n grote groep patiënten, maar daar wil Elbers niet te veel op vooruit lopen. "Dat is aan de juristen."
Anoniem vs. pseudoniem
Vorig jaar kwam een ander project met ic-data ook veelvuldig in het nieuws. Toen maakte het Amsterdam UMC gezondheidsdata van patiënten beschikbaar voor onderzoek. Dat plan was destijds controversieel, al hadden de onderzoekers veel aandacht besteed aan de privacyaspecten ervan. Volgens Elbers zijn er grote verschillen tussen het plan van destijds en het huidige plan. "Bij de vorige keer ging het om een plan om één database van een enkel medisch centrum waarvan de gegevens anoniem aan onderzoekers van over de hele wereld werden verstrekt." Maar anonimiteit betekent verschillende dingen voor verschillende mensen. Soms wordt gezegd dat intensivecaredata per definitie niet anoniem kan zijn. Vijftien uur van een hartslag kan bijvoorbeeld in theorie net zo uniek zijn als een vingerafdruk. Maar aan de andere kant is het in de praktijk niet mogelijk om dat te koppelen aan een specifiek persoon. Dat kan alleen als je al toegang hebt tot iemands patiëntendossier. Voor de Europese privacywet betekent anoniem dat het redelijkerwijs niet mogelijk is om iemand te heridentificeren. Daarbij wordt gekeken naar technische mogelijkheden, maar ook naar de kans is dat iemand toegang heeft en of diegene van zin is met die gegevens aan de haal te gaan."
De data is pseudoniem, maar moeilijk aan de persoon te koppelen
"Dit gaat over veel meer ziekenhuizen, maar de data is ook niet publiek beschikbaar. Het is alleen voor de onderzoekers van de deelnemende ziekenhuizen zelf. Daarbij kijken experts naar toeleving op de privacyregels, bijvoorbeeld met de dpia's. Daarom wordt de data sowieso gepseudonimiseerd. Dat betekent dat de onderzoekers niet kunnen achterhalen over wie het gaat."
Standaarden
De gegevens komen straks vanuit de verschillende ic's terecht in één databank. Maar bij verschillende ic's worden ook verschillende patiëntendossiers gebruikt, en die data is allemaal anders opgeslagen. Ic's gebruiken in Nederland drie grote patiëntendossiers, waarvan de data allemaal moet worden omgezet naar één formaat. Elbers: "Ze hebben die dossiers ook nog eens allemaal net iets anders ingericht. Je kunt je voorstellen dat dat nog een flinke klus was."
Het speelt ook mee dat niet alle data zomaar hetzelfde is. Elbers zegt dat het team een eigen datamodel heeft ontwikkeld waar nu nog eigen waarden in worden verzameld. "Als voorbeeld: je kunt iemands bloeddruk op verschillende manieren meten, en wij doen dat aan de polsslagader. Dus dan moet je zorgen dat alle bloeddrukken die daar gemeten zijn op de goede plek in de database komen."
Als de crisis voorbij is wil Elbers andere standaarden gaan gebruiken. "Denk daarbij bijvoorbeeld aan standaarden uit de opensource-gemeenschap, zoals OMOP common data model het Observational Health Data Sciences and Informatics of Ohdsi. Samen met de afdeling Klinische Informatiekunde van het Amsterdam UMC hebben we hier al met de coronadataset ervaring opgedaan."
Daarvoor moet alleen nog even de coronacrisis worden opgelost.
Update: in het stuk zijn enkele quotes van Elbers uitgebreid. Het is nu duidelijker beschreven dat de privacyexperts op het moment kijken naar uitzonderingsgronden voor toesteming in de privacy- en zorgwet en het proces in de gaten houden, en dat er al eerder ervaring met datasets is opgedaan.