De Centrale Studentenraad van de UvA stapt naar de rechter vanwege het gebruik van het surveillanceprogramma Proctorio. De studenten menen dat het gebruik van het programma een inbreuk maakt op de privacy, en willen dat het voor studenten niet langer wordt verplicht.
Dat schrijft Folia, een medium voor UvA-studenten en -medewerkers. Het kort geding dat door de organisatie is aangespannen, is erop gericht om de verplichting voor studenten van tafel te krijgen; de Centrale Studentenraad wil dat studenten surveillance via Proctorio kunnen weigeren. De UvA zet de software in bij het maken van tentamens vanuit huis. Volgens de universiteit is er echter een 'gerechtvaardigd belang' om de software te mogen gebruiken zonder daarbij aan de student toestemming te hoeven vragen. De UvA had eerder al een advies van de Centrale Studentenraad naast zich neergelegd. Volgens de universiteit bestaat er namelijk geen goed alternatief om toetsen op afstand af te nemen.
De zaak komt donderdag voor bij de rechtbank van Amsterdam. De Centrale Studentenraad hoopt dat de rechter oordeelt dat studenten niet gedwongen kunnen worden om de surveillancesoftware toe te staan, en met een rechtszaak hopen zij een precedent te kunnen scheppen voor studenten aan andere universiteiten. Er zijn namelijk op andere onderwijsinstellingen ook zorgen over het gebruik van surveillancesoftware, waaronder die van Proctorio. De Autoriteit Persoonsgegevens kondigde aan onderzoek te zullen doen naar het gebruik van dergelijke software, om te kijken of de privacy voldoende wordt gewaarborgd.
Proctorio kijkt door middel van de webcam en microfoon wat de student aan het doen is tijdens een tentamen. De software analyseert de beelden en kan verdachte omstandigheden, waarbij een student mogelijk aan het spieken is, opnemen en doorsturen naar de docenten. Ook worden toetsaanslagen geregistreerd. De UvA is van plan om de software bij nog eens 200 tentamens in te zetten.