Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid gaat kijken of commerciële dna-databases kunnen worden ingezet om oude zaken op te lossen. Het gaat om cold cases die door dna van veelal Amerikaanse bedrijven wellicht kunnen worden opgelost.
Dat schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer. Hij vertelt daarin over de voortgang van het beleid om meer middelen naar cold cases te sturen, maar hij reageert ook op Kamervragen over een bericht in NRC. Daarin pleiten wetenschappers ervoor om data van particuliere dna-databanken in te zetten voor coldcaseonderzoeken. Minister Grapperhaus zegt dat hij wil uitzoeken 'in hoeverre deze nieuwe ontwikkeling kan worden gebruikt in het Nederlandse strafprocesrecht'. Er komt een verkennend onderzoek door niet alleen het ministerie, maar ook de politie, het Nederlands Forensisch Instituut en het Openbaar Ministerie. Het onderzoek kijkt naar de mogelijkheden en de voorwaarden voor het gebruik van dergelijke data. Het gaat om cold cases waarbij onbekende doden worden geïdentificeerd die geen slachtoffer zijn van een misdrijf.
Grapperhaus wijst daarbij op commerciële bedrijven waar klanten dna-materiaal kunnen afstaan. Dat wordt vaak gedaan voor genealogisch onderzoek, maar ook om bijvoorbeeld medische risico's vroegtijdig op te sporen. Grapperhaus noemt geen specifieke bedrijven bij naam. De meeste bedrijven zitten in Amerika, erkent Grapperhaus. Hij zegt ook dat dat misschien problemen oplevert. "Er is hierdoor weinig zicht op wat er door wie in de DNA-databank wordt geüpload. Er geldt bijvoorbeeld geen identificatieplicht."
Grapperhaus erkent dat er risico's aan de methode kleven. "De particuliere genealogische dna-databanken zijn voor een ander doel opgericht dan opsporingsmiddelen voor de politie", schrijft de minister. "Door een profiel te uploaden is er niet alleen informatie beschikbaar van de persoon die zijn profiel heeft laten opnemen, maar ook van familieleden die er niet voor hebben gekozen hun dna-profiel in een particuliere genealogische dna-databank te laten opnemen." Daardoor hebben de databanken 'impact op de privacy', zegt Grapperhaus. "Daar moet op zorgvuldige wijze mee worden omgegaan." De minister schrijft niet hoe hij dat zorgvuldig wil doen. Dat moet het onderzoek uitwijzen. Bij de allereerste inzet van het dna-verwantschapsonderzoek tijdens de zaak-Vaatstra in 2012 bleek al dat het OM niet voldeed aan de wet doordat het de verzamelde dna-gegevens niet op tijd vernietigde.