Een schoenwinkel in Tilburg mag werknemers niet verplichten hun vingerafdruk af te staan voor het bedienen van de kassa. Volgens de rechter kan de winkelketen niet duidelijk genoeg uitleggen waarom die maatregel noodzakelijk is. Dat is in strijd met de AVG.
Dat is de uitspraak in een zaak tussen schoenwinkelketen Manfield en een werknemer. De schoenwinkel eiste van werknemers dat zij hun vingerafdruk afstonden om een nieuw kassasysteem te bedienen. Een werknemer was het daar niet mee eens. Ze stapte samen met Manfield naar de rechter om duidelijkheid te krijgen of die manier van werken is toegestaan.
Volgens de werknemer maakt het afnemen van een vingerafdruk te veel inbreuk op haar privacy. Die methode zou bovendien volgens de AVG buitenproportioneel groot zijn. De winkel had volgens de werknemer andere opties kunnen inzetten om het kassasysteem te beveiligen. Daar was de rechter het mee eens, vooral omdat een vingerafdruk een bijzonder persoonsgegeven is. Onder de AVG mag een dergelijk persoonsgegeven alleen onder zeer strenge voorwaarden worden verzameld, bijvoorbeeld als dat noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering.
De winkel zelf vond het wel degelijk nodig de vingerafdrukken te verzamelen. Dat gebeurde sinds de invoering van een nieuw kassasysteem. In het oudere systeem gebruikten werknemers nog een pincode, maar de winkel had eerder te maken gekregen met gevallen van diefstal waarbij werknemers de pincodes van andere medewerkers gebruikten. Een vingerafdruk zou dat moeten tegengaan, redeneerden de eigenaren. Bovendien, zeggen zij, is het gebruik van vingerafdrukken als autorisatie de laatste jaren steeds normaler geworden, bijvoorbeeld om smartphones te beveiligen.
De rechter zegt dat het gebruik van vingerafdrukken in dit geval niet proportioneel is, omdat andere authenticatiemethodes wellicht beter werken. Het probleem daarbij is voornamelijk dat de winkel vooraf niet goed genoeg in kaart bracht of een vingerafdruk echt de enige manier was. Bij een dergelijke privacyschendende maatregel moet een werkgever een privacy impact assessment doen om uit te zoeken of een maatregel proportioneel is. Dat gebeurde in dit geval niet. "Nu Manfield het door haar beoogde doel ook op een andere manier kan bereiken, is er geen sprake van noodzaak en weegt het belang van Manfield niet zwaarder dan dat van haar werknemers, zodat deze verwerking niet alleen niet noodzakelijk, maar ook disproportioneel is", schrijft de rechter.
De uitspraak is de eerste in zijn soort onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Een van de belangrijkste onderdelen daarvan is dat er een gedegen belang moet zijn voor het verzamelen van data. Dat onderdeel is in ieder geval bij bijzondere persoonsgegevens nog maar weinig getoetst en er is nog niet veel jurisprudentie voor.