Parijs wil kijken of het bij de Olympische Spelen in Parijs van 2024 zelfvliegende luchttaxi’s in kan zetten om toeschouwers rechtstreeks naar de verschillende wedstrijdlocaties te vliegen. De luchttaxi zou de reistijd vanaf de internationale luchthaven Charles de Gaulle aanzienlijk moeten verkorten.
Het plan om zelfvliegende luchttaxi’s in te zetten bij de Olympische Spelen komt van Aeroports de Paris, vliegtuigbouwer Airbus, en de regionale vervoersmaatschappij RATP. Volgens de drie bedrijven is het grote sportevenement de ideale gelegenheid om de zogeheten vertical take-off and landing-toestellen in gebruik te nemen. De bedrijven gaan daarvoor eerst een haalbaarheidsstudie uitvoeren, zo kondigden ze deze week aan op de Paris Air Show.
Parijs wil de files en reistijden van de internationale luchthaven Charles de Gaulle naar het stadscentrum verkorten door de aanleg van een nieuwe expresstreinverbinding. Dat werk is echter vertraagd tot 2025, het jaar ná de Olympische Spelen. Voor Airbus en zijn partners is dat reden te meer om vaart te zetten achter het luchttaxiproject.
Aeroports de Paris zou tot eind dit jaar de tijd hebben om een locatie te kiezen die geschikt is als thuishaven voor de luchttaxi’s. Deze zogeheten vertiport zou over anderhalf jaar klaar moeten zijn. Daarvoor is een investering nodig van zo'n tien miljoen euro. Als alles volgens plan verloopt, stijgt er tijdens de Olympische Spelen van 2024 elke zes minuten een vliegende taxi op.
Wereldwijd wordt er volop geëxperimenteerd en getest met vliegende taxi’s, die een mogelijke oplossing kunnen bieden voor de wegen die blijven dichtslibben. Airbus beschikt inmiddels over twee prototypes; de eenzitter Vahana en de CityAirbus die vier personen kan vervoeren. Volgens Airbus-topman Guillaume Faury is het de bedoeling dat die twee prototypes gaan samensmelten tot een nieuw voertuig dat voldoet aan de eerste gebruikstoepassingen.