Twee derde van Nederlanders tussen 16 en 75 jaar heeft naar eigen zeggen een app deels of volledig toegang geweigerd tot gegevens op de telefoon. Nederland staat daarmee op de zesde plek in de ranglijst van EU-landen waarvan de inwoners dat weigeren.
De enige landen waar een groter aandeel van de bevolking deze toegang aan banden legt zijn Frankrijk, Duitsland, Zweden, Luxemburg en IJsland. In Frankrijk is dat aandeel het grootst met 77 procent en in Luxemburg is het 70 procent. Nederland volgt daarna met zijn 68 procent. Relatief veel Nederlanders zeggen ook dat ze niet wisten dat ze apps toegang tot data konden weigeren; 12 procent van de smartphonegebruikers zegt dat niet te weten. Verder zegt 3 procent geen apps te gebruiken. Daarna blijft nog 17 procent over, de groep die permissies voor apps bewust niet beperkt. België staat iets lager van de EU-ranglijst met 63 procent.
De zwaartepunten op het gebied van permissies weigeren ligt bij jongere en hoger opgeleide respondenten. Onder Nederlanders met de leeftijd 16 tot 25 jaar is het percentage weigeraars 79 procent en bij 65 tot 75 jaar is dat 44 procent. Bij leeftijdsgroepen daartussenin is een duidelijk gestaag dalende lijn te zien. Bij opleidingsniveau veranderen de percentages van hoog- midden- en laagopgeleid van 77 naar 67 naar 57 procent, respectievelijk.
Apps op Android en iOS moeten van de gebruiker expliciet toestemming krijgen voordat ze toegang van het os krijgen tot bijvoorbeeld media op de telefoon, de contactpersonen of de locatie. Sinds Android 6.0 vragen apps daar niet meer om bij de installatie, maar op het moment dat ze de gegevens daadwerkelijk willen aanspreken. Bij iOS werden eveneens bij versie 6 gedetailleerde app-permissies geïntroduceerd.
De cijfers worden gemeld door CBS en zijn verzameld in het kader van het onderzoek ict-gebruik van personen en huishoudens in 2018, een onderzoek met doorgaans een onderzoeksgroep van vijfduizend personen. De grootte van de onderzoeksgroep in andere Europese landen is niet bekend.