Nederlandse patiënten moeten vanaf volgend jaar gebruik kunnen maken van een pgo, een persoonlijke gezondheidsomgeving. Dat moet een digitale dienst zijn zonder centrale database, waarbij patiënten hun gegevens in eigen beheer hebben staan.
Om gebruik te kunnen maken van de omgeving, is een beter beveiligde omgeving nodig dan DigiD, zegt minister Bruno Bruins voor Medische Zorg en Sport in gesprek met de Volkskrant. De gegevens zullen dan in versleutelde vorm op de eigen telefoon of pc staan.
Bruins geeft weinig technische details over de dienst. Zo is het onbekend op welke manier de dienst de gegevens zal versleutelen, met welke versleuteling dat werkt, en hoe het inloggen en delen van data precies zullen werken.
Mensen bepalen zelf welke gegevens ze precies in het systeem zetten of laten zetten en welke gegevens ze precies delen met welke zorgverleners. Dankzij die beperkte toegang moeten patiënten controle krijgen over de eigen medische gegevens. Ook laaggeletterden moeten er makkelijk mee om kunnen gaan, zegt Bruins.
De minister zegt dat er nu een praktijkproef loopt, die in de zomer klaar moet zijn. Volgend jaar moet iedereen toegang krijgen tot de digitale omgeving. Door het systeem moeten alle zorgverleners actuele en juiste data krijgen, zodat patiënten bijvoorbeeld geen dubbele medicijnen of medicijnen die elkaars werking tenietdoen, voorgeschreven krijgen.
De gegevens staan niet in een landelijke database. Er waren jarenlang plannen voor een zogenoemd elektronisch patiëntendossier, maar de Eerste Kamer keurde de wetgeving daarvoor zeven jaar geleden af.