De Britse regering gaat in de wet vastleggen dat isp's vanaf 2020 de verplichting hebben om voor iedereen een minimale snelheid van 10Mbit/s beschikbaar te maken. De regering gaat hiermee voorbij aan een vrijwillig investeringsplan van de grootste Britse provider, BT.
De eis van 10Mbit/s is ingesteld op basis van een afweging van de onafhankelijke Britse toezichthouder, Ofcom. Dit agentschap vindt dat deze snelheid noodzakelijk is voor de eisen van een gemiddeld huishouden. Volgens de regering is een wettelijke verplichting de beste manier om deze ondergrens van de internetsnelheid af te dwingen. De regels worden waarschijnlijk in 2020 van kracht.
Oorspronkelijk hebben leden van de Britse regering overwogen om geen verplichting in te stellen en akkoord te gaan met een vrijwillig investeringsvoorstel van BT, de moedermaatschappij van British Telecommunications. De provider stelde voor om omgerekend 678 miljoen euro te spenderen om 1,4 miljoen huishoudens op het platteland van een snelheid van 10Mbit/s te voorzien. De Britse overheid legt dit plan nu naast zich neer en denkt dat het doel van 10Mbit/s beter kan worden gehaald door het wettelijk afdwingbaar te maken.
De Britse plannen gaan beduidend minder ver dan die van de Europese Unie. Volgens plannen van de EU moeten inwoners van alle lidstaten vanaf 2020 kunnen beschikken over een verbinding van minimaal 30Mbit/s en de helft van alle huishoudens dient toegang te hebben tot een internetabonnement dat zorgt een snelheid van minimaal 100Mbit/s. In juli pleitte de toenmalige Nederlandse minister van Economische Zaken nog voor deze ondergrens van 100Mbit/s; Kamp vond dat in 2025 alle Nederlandse huishoudens hierover moeten kunnen beschikken.