Deze onzin stond ook al bij het vorige artikel hierover, ik moet er nu toch echt iets van zeggen want de vorige keer ging het ook zijn eigen leven leiden.
1.
Shell heeft hier niks mee te maken! Het gaat om een exploitant (De Wegman) welke franchisenemer is van Shell. De grote oliemaatschappijen hebben zelf
bijna geen tankstations meer omdat ze deze verplicht moesten verkopen, daar zijn destijds hele goede afspraken over gemaakt.
2. FastNed en De Wegman plaatsen NIET op dezelfde locaties
3. FastNed heeft een vergunning om op enkele locaties een station te plaatsen.
4. De beheerder is wel degelijk bereid om de bewegwijzering aan te passen zodat de aanwezigheid van oplaadpunten worden aangekondigd, maar doen dit op termijn van normaal onderhoud en niet per direct zoals FastNed dat (om een vage reden) verwacht. Wat FastNed daar wil is dat op kosten van de belastingbetaler de borden (sommige misschien net nieuw) worden aangepast.
5. De laadpalen van De Wegman worden geplaatst op dezelfde vergunning als een aanvullende voorziening, dat kan en mag volgens de wet. De vergunning wordt niet aangepast.
6. De minister is niet tegen dat FastNed shops en rustplaatsen opent langs de wegen, maar er is al genoeg aanwezig en er zijn tot 2024 afspraken gemaakt met de huidige eigenaren. Dat nu ineens die afspraken worden aangepast omdat FastNed dat wil is niet eerlijk tegenover de huidige eigenaren en exploitanten. FastNed wil het over laten komen alsof er geen voorzieningen aanwezig zijn, die zijn er wel. Het zijn alleen niet voorzieningen van FastNed zelf.
7. De tijdlijn is radicaal anders als FastNed en sommige mensen hier claimen.
In het bestreden besluit heeft de minister een toelichting gegeven op het onderscheid tussen een energielaadpunt als basisvoorziening en als aanvullende voorziening op een verzorgingsplaats. Omdat de wens bestond te komen tot een landelijk dekkend netwerk van energielaadpunten is aan bestaande exploitanten van basisvoorzieningen op verzorgingsplaatsen (zoals een benzinestation, wegrestaurant of servicestation) de mogelijkheid geboden om als aanvullende voorziening energielaadpunten te plaatsen. Toen bleek dat exploitanten van die bestaande basisvoorzieningen in onvoldoende mate belangstelling toonden voor het plaatsen van energielaadpunten als aanvullende voorziening, heeft de minister met een kennisgeving op 20 december 20111 kenbaar gemaakt dat voortaan ook geïnteresseerde externe partijen (die dus niet al een basisvoorziening exploiteerden) een aanvraag konden indienen voor een energielaadpunt als basisvoorziening op een verzorgingsplaats. De minister heeft vervolgens voor deze externe partijen, waaronder Fastned, een loting georganiseerd. Deze loting had als doel de rangorde te bepalen waarin diegenen die voor 17 januari 2012 een aanvraag voor een energielaadpunt als basisvoorziening hadden ingediend, in aanmerking zouden komen voor een vergunning. De loting werd gehouden in de gevallen waar meerdere gegadigden waren voor dezelfde verzorgingsplaats. Voor al bestaande aanbieders van basisvoorzieningen, die ook een energielaadpunt wilden exploiteren, is geen loting nodig, aldus de minister. Wanneer een dergelijke aanbieder voldoet aan de voorwaarden van de Wbr wordt de vergunning verleend. Dit houdt volgens de minister dan ook in dat energielaadpunten als basisvoorziening en als aanvullende voorziening naast elkaar op dezelfde verzorgingsplaats kunnen bestaan. Met de kennisgeving is uitdrukkelijk niet bedoeld om energielaadpunten alleen nog als basisvoorziening te vergunnen en evenmin om per verzorgingsplaats onder alle omstandigheden slechts één energielaadpunt toe te staan, aldus de minister.
De tijdlijn is als volgt:
a. Minister biedt in 2011 huidige vergunninghouders de mogelijkheid, die zien daar NOG niks in (want 2011).
b. Minister organiseert een loting voor enkele strategische plaatsen zodat externe partijen een vergunning kunnen krijgen.
c. FastNed wint sommige plaatsen in die loting
d. Op de overblijvende plaatsen hebben de huidige houder nog steeds de mogelijkheid om een aanvullende vergunning te krijgen.
e. 6 jaar later wil een vergunninghouder zich toch wagen aan een laadpunt, concurrentie voor FastNed dus.
FastNed droomt van een dekkend netwerk en ze zien hun zelf als DE aanbieder in dat netwerk, wat ze willen is eigenlijk een monopoly. Dat die droom ineens in het water valt omdat de tijden veranderen, de huidige exploitanten ineens wel brood erin zien en de concurrentie aan gaan is jammer voor FastNed. Er is bestuursrechtelijk verder helemaal niks mis en alles is eerlijk vergaan tegenover FastNed, de huidige houders en de consument.
[Reactie gewijzigd door Verwijderd op 23 juli 2024 03:59]