Uit een onderzoek dat is uitgevoerd door onder meer Microsoft, blijkt dat Nederlandse meisjes ten opzichte van andere meisjes uit Europese landen een jaar eerder afhaken op technische en wiskundige vaardigheden.
Uit het onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de Nederlandse meisjes hun eigen vaardigheden in bètavakken als wiskunde, natuurkunde, scheikunde en informatica laag inschatten. Hun interesse in techniek, ict en bètaonderwerpen wordt gemiddeld op de leeftijd van elf jaar gewekt, maar houdt niet lang stand. Nederlandse meisjes blijken op hun veertiende levensjaar in onvoldoende mate over vaardigheden te beschikken op het gebied van techniek, technologie, wetenschap en wiskunde. Het Europese gemiddelde van meisjes die op deze STEM-vakgebieden wat vaardigheden betreft afhaken, ligt op vijftien jaar. Bij meisjes is ten opzichte van jongens een duidelijk gebrek aan interesse in deze onderwerpen. Dat blijkt uit het onderzoek.
Een mogelijke verklaring hiervoor is dat Nederlandse meisjes meer dan die uit andere Europese landen een gebrek aan vrouwelijke rolmodellen ervaren. Dit geldt ook voor Belgische meisjes. Daar komt bij dat Nederlandse meisjes in thuissituaties weinig of niet met hun ouders over STEM-onderwerpen praten. In Nederland praat 31 procent van de meisjes met haar moeder over deze onderwerpen, tegen 33 procent met haar vader. Voor Belgische meisjes is dit laatste niet onderzocht of gerapporteerd. In Europa ligt het gemiddelde hoger: 38 procent van de meisjes praat met haar moeder over STEM-onderwerpen en 37 procent met de vader. De onderzoekers constateren dat Nederlandse ouders hun dochters onvoldoende stimuleren op dit vlak.
Nederland doet het overwegend ook relatief slecht als het gaat om de interesse van vrouwen in technische vakgebieden. De groep respondenten bestaat hierbij uit schoolgaande meisjes, studentes en vrouwelijke professionals. Bij wiskunde, natuurkunde, scheikunde, computerwetenschappen ligt het percentage vrouwen die veel interesse in deze vakgebieden hebben steevast onder het Europese gemiddelde. Nederland scoort hierop veelal het slechtst van alle landen. Dit is ook het geval voor het percentage Nederlandse vrouwen die weinig of helemaal geen interesse in deze onderwerpen hebben; dat ligt hoger dan het Europese gemiddelde en veelal is dit percentage bij Nederlandse vrouwen het hoogst. Belgische vrouwen doen het wat dat betreft op beide punten beter dan Nederlandse vrouwen.
Ook doet Nederland het ten opzichte van andere Europese landen relatief gezien slecht als het gaat om hoe vrouwen hun vaardigheden op deze gebieden inschatten. Nederlandse vrouwen zeggen het vaakst dat ze nauwelijks vaardigheden op deze gebieden hebben. België doet het op dit vlak wederom beter dan Nederland en zit dichtbij het Europese gemiddelde.
Microsoft heeft dit onderzoek uitgevoerd in samenwerking met professor Martin Bauer van het Department of Psychological and Behavioural Science aan de London School of Economics. In dit onderzoek zijn focusgroepen van 54 meisjes in Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Frankrijk, Duitsland, Finland, Italië, Polen, Rusland, Slowakije en Tsjechië gevraagd naar hun meningen over onderwerpen op STEM-vakgebieden. Deze inzichten werden vervolgens getoetst in een kwantitatief onderzoek onder 11.500 meisjes, waaronder 1000 Nederlandse meisjes, om te bepalen op welke leeftijd zij hun interesse voor deze onderwerpen verliezen en waarom dat gebeurt.