Het ministerie van Economische Zaken heeft de regels rondom de vrije routerkeuze van een kleine update voorzien. Deze regels verplichten providers om gebruikers hun eigen routers te laten gebruiken, zolang deze voldoen aan bepaalde eisen.
Zo bevat de nieuwe regeling, die bekendstaat als het besluit Eindapparaten, de wijziging dat providers 'technische specificaties van de netwerkaansluitpunten' in ieder geval op hun eigen website publiceren, zodat gebruikers die kunnen inzien. Bovendien kunnen fabrikanten hun apparaten op deze specificaties afstemmen. Deel van de specificaties is bijvoorbeeld informatie over servers en protocollen die in gebruik zijn bij de provider.
Tot nu toe moesten providers de specificaties bekendmaken aan toezichthouder ACM. Daarover zegt het ministerie dat die tussenkomst niet meer nodig is, omdat het internet een 'efficiënt middel' is om klanten te informeren. De informatie mag bijvoorbeeld ook bij het afsluiten van een contract verstrekt worden.
Het nieuwe besluit bevat geen gewijzigde regels over de vrije routerkeuze. De wijziging is het gevolg van een vervanging van een Europese richtlijn. De regels verplichten providers om de aansluiting 'eindapparaten', bijvoorbeeld een router of een modem, op hun netwerken toe te staan als deze voldoen aan bepaalde besluiten. Het ministerie noemt daarbij het voorbeeld dat een modem dat docsis ondersteunt aangesloten moet kunnen worden op alle docsis-netwerken.
De verplichting gaat verder dan alleen het fysiek aansluiten. Zo moeten providers ook informatie verschaffen over technische en administratieve aspecten, aldus de ministerie. Bovendien mag een provider bijvoorbeeld geen software- en firmware-updates tegenhouden of belemmeren.