In een internationale actie, gecoördineerd door het European Cybercrime Center van Europol, hebben opsporingsdiensten 34 arrestaties verricht. Het gaat om voornamelijk jonge personen, die hebben betaald voor het gebruik van tools om ddos-aanvallen uit te voeren.
De actie leverde bovendien ruim honderd verdachten op die werden ondervraagd en gewaarschuwd. Onder de deelnemende landen waren Nederland, België, Frankrijk, Spanje, het VK en Portugal. Europol meldt dat de meeste verdachten twintig jaar of jonger zijn. Zij worden ervan verdacht betaald te hebben voor booters of stressers, waarmee ddos-aanvallen uitgevoerd kunnen worden. Criminelen bieden deze diensten tegen betaling aan.
De acties die door de opsporingsdiensten werden ondernomen, verschilden van land tot land. Zo werden sommige verdachten alleen ondervraagd, en werden in andere gevallen huiszoekingen gedaan en de ouders van de verdachten ingelicht. Volgens Steven Wilson, hoofd van het EC3 van Europol, moeten opsporingsdiensten voorkomen dat jongeren 'op vroege leeftijd al in aanraking komen met criminaliteit, zonder dat zij weten wat de gevolgen van hun acties zijn'. Hen zou duidelijk gemaakt moeten worden dat ze hun vaardigheden ook voor constructieve doelen kunnen inzetten.
Ddos-aanvallen worden over het algemeen uitgevoerd door een netwerk van met malware geïnfecteerde apparaten te gebruiken, bijvoorbeeld computers. In de afgelopen maanden voerde het Mirai-botnet, dat bestaat uit geïnfecteerde internet-of-thingsapparaten, grote ddos-aanvallen uit. Hoewel ddos-aanvallen niet nieuw zijn, hebben deze zware aanvallen geleid tot een hernieuwde discussie over het onderwerp en over de beveiliging van iot-apparatuur.