Beveiligingsexpert Bruce Schneier zegt dat het verkopers en kopers van internet-of-things-apparaten, zoals webcams en digitale videorecorders, niet kan schelen dat deze lekken bevatten. Daarom zou de overheid minimumeisen moeten invoeren.
In zijn betoog tijdens een hoorzitting van het Amerikaanse Congres refereert Schneier aan de grote ddos-aanval die eind oktober plaatsvond op dns-provider Dyn. Daarbij werden verschillende iot-apparaten als onderdeel van het Mirai-botnet ingezet. Volgens Schneier blijven deze kwetsbare apparaten op het internet aangesloten en zullen deze niet vanzelf verdwijnen. Bovendien is de levensduur ervan vaak vrij lang.
Hij vermoedt dat de markt zelf niet voor een oplossing zal zorgen, omdat de verkopers van de apparaten al lang weer nieuwe modellen verkopen en de kopers alleen een werkend product tegen een lage prijs willen. Daarom zou de overheid minimumbeveiligingseisen aan de fabrikanten van internet-of-things-apparaten moeten stellen, ook al maakt het de consument niet uit.
Een mogelijkheid om dit te bereiken, is het invoeren van aansprakelijkheid, oppert Schneier. Hij onderkent dat het bijvoorbeeld moeilijk zal zijn om eisen te stellen aan fabrikanten in Aziatische landen en dat daar een internationale aanpak voor nodig is. Door minimumbeveiligingseisen aan producten die op de nationale markt verkocht worden, zouden deze fabrikanten alsnog gedwongen kunnen worden hun beveiliging te verbeteren.
Schneier voegt daaraan toe dat het onverstandig is om te wachten tot er een grote ramp plaatsvindt met iot-apparaten. Dat zou alleen maar zorgen voor slechte regulering, die is ingegeven door angst. In plaats daarvan zou het belangrijk zijn om van tevoren over een oplossing na te denken.