Facebook, Twitter, Microsoft en YouTube hebben aangekondigd dat zij een database oprichten om de verspreiding van terroristische inhoud op internet tegen te gaan. In deze database delen zij hashes van verwijderde content, zodat deze snel door anderen geïdentificeerd kan worden.
In een gezamenlijk bericht laten de bedrijven weten dat elke partij zelf onderzoekt of een bepaalde afbeelding of video in de database wordt opgenomen. Inhoud waarvan de hashes overeenkomen, wordt niet automatisch verwijderd. Op die manier moet elk bedrijf apart bekijken of de inhoud in strijd is met zijn eigen richtlijnen. In de toekomst moeten meer bedrijven zich bij de database kunnen aansluiten.
De samenwerking moet plaatsvinden 'met respect voor de privacy van gebruikers en de mogelijkheid zich vrij en veilig uit te drukken', aldus de bedrijven. Over de aard van de terroristische inhoud zeggen zij alleen dat het gaat om 'de meest extreme en ongehoorde afbeeldingen en video's, die waarschijnlijk volgens elke richtlijn zijn verboden'.
De bekendmaking van de plannen volgt kort op kritiek door de EU dat techbedrijven haatberichten niet snel genoeg van hun platformen verwijderen. Maandag reageerde Eurocommisaris Věra Jourová op een rapport dat slechts veertig procent van dat soort berichten binnen de eerder afgesproken termijn van 24 uur wordt verwijderd.