Bij het Zweedse netwerkbedrijf Ericsson vallen drieduizend ontslagen waarmee bijna een vijfde van het personeelsbestand wordt geschrapt. Het bedrijf claimt dat de reorganisatie nodig is bij de overgang naar een bedrijf waarin software een grotere rol speelt.
Van de drieduizend banen verdwijnen er duizend bij de productietak, achthonderd bij research & development en twaalfhonderd bij andere onderdelen van het bedrijf zoals de verkoopafdeling. Tegelijkertijd maakt het bedrijf bekend de komende drie jaar duizend mensen aan te trekken voor de r&d-afdeling, voornamelijk van universiteiten, om zich op nieuwe technieken te kunnen richten. In totaal heeft het concern zestienduizend werknemers in Zweden.
Ericsson is bezig met een reorganisatie waarbij het minder afhankelijk wil worden van hardware en zich meer richt op de ontwikkeling van software. Volgens het bedrijf is de productie van netwerkapparaten afgelopen jaren efficiënter en flexibeler geworden, waarbij bedrijven in staat moeten zijn in korte tijd grote hoeveelheden van kleine producten te maken. Om hier op in te spelen gaat Ericsson de productie naar minder fabrieken wereldwijd verplaatsen.
Het bedrijf ondervindt concurrentie van Nokia en Huawei en richt zich net als deze bedrijven op het ontwikkelen van technieken voor 5g-netwerken, internet-of-things en cloudcomputing.