Het patentbureau van de Chinese hoofdstad Beijing oordeelt dat het ontwerp van de iPhone 6 en 6 Plus te veel lijkt op dat van de Baili 100C. Volgens de Chinese wet zou Apple daarom moeten stoppen met de verkoop van de smartphones. Het Amerikaanse bedrijf is naar de rechter gestapt.
Omdat Apple het oordeel van het patentbureau in de rechtbank aanvecht, is het verkoopverbod dat in Beijing zou gelden, niet ingegaan. De iPhone-maker stelt dat er wel degelijk verschillen zitten tussen het ontwerp van de iPhone 6, 6 Plus en de Baili 100C, die de Chinese keuringsinstantie Tenaa in april 2014 keurde, een half jaar voor Apple de iPhone 6-serie aankondigde.
Baili diende begin mei een klacht in bij het Chinese patentbureau en dat oordeelde op 10 mei dat het ontwerp van de iPhone 6 en 6 Plus te veel lijkt op dat van de Baili-smartphone. Consumenten zouden daardoor het verschil niet kunnen zien. Volgens de Chinese wet zou Zhongfu Telecom, de importeur van iPhones in China, daarom moeten stoppen met de verkoop van de Apple-smartphones.
Het betreffende patent omschrijft het ontwerp van de Chinese smartphone. De berichtgeving over de zaak werd woensdag gestart door de Beijing Morning Post. Volgens China.cn, een portaal van de Chinese overheid, is de rechtszaak in gang gezet en is er een dagvaarding gestuurd naar het patentbureau. Een woordvoerder van Apple zegt in een reactie tegen Forbes geen uitspraken te doen over lopende rechtszaken. De Chinese iPhone-distributeur weigerde commentaar.
Als de rechtbank vasthoudt aan het oordeel van het patentbureau, dan zou de Chinese iPhone-importeur moeten stoppen met de verkoop van de iPhone 6 en 6 Plus in Beijing. Hoewel dit niet meteen een landelijk verkoopverbod zou opleveren, zou de uitspraak als referentie voor andere regio's kunnen dienen. Als Apple en Zhongfu de zaak in eerste instantie verliezen, kunnen de iPhone-maker en -importeur wederom in beroep gaan, zegt een Chinese advocaat tegen de website.