Apple wijzigt de naam van zijn besturingssysteem OS X in macOS, om het zo in lijn te brengen met de naam van zijn overige besturingssystemen. Bovendien presenteerde Apple maandagavond versie 10.12 Sierra, waarin Siri een belangrijke rol speelt.
Siri is te vinden in de dock, vlak naast Finder. Gebruikers kunnen bovendien 'Hey Siri' roepen om de digitale assistent te activeren. Met Siri krijgt macOS voor het eerst een door stem aangestuurde interface. Op die manier is het mogelijk om agenda-items te plaatsen, berichten te sturen en andere zaken te doen die op iOS-apparaten al konden met de digitale assistent.
Apple presenteerde Siri in 2011 tegelijk met de iPhone 4s en heeft sindsdien de assistent uitgebracht in het Nederlands en functies toegevoegd.
Versie 10.12 van macOS heeft verder integratie met de Apple Watch, waardoor gebruikers hun macOS-laptop kunnen ontgrendelen door het Apple-horloge ertegenaan te houden. Daardoor hoeven gebruikers niet elke keer een wachtwoord in te voeren.
Ook is er nu een Universal Clipboard, waarbij apparaten zaken die gebruikers copy-pasten via iCloud synchroniseren. Ook is het mogelijk om dezelfde desktop te tonen op meerdere apparaten met macOS en iOS. In het geval van iOS verschijnen de bestanden in een lijst. Ook is het mogelijk om macOS automatisch oude bestanden te backuppen naar de webopslag om zo ruimte te maken op de harde schijf.
Apples desktopbesturingssysteem krijgt bovendien ondersteuning voor Apple Pay, om daarmee te betalen in webshops. Authenticatie gebeurt daarmee in Sierra met de vingerafdrukscanner in de iPhone. Eerdere geruchten wezen erop dat toekomstige MacBooks een eigen vingerafdrukscanner krijgen en gezien de integratie van Apple Pay ligt dat voor de hand.
De publieke testversie komt volgende maand uit. De uiteindelijke versie moet dit najaar verschijnen voor veel apparaten die nu draaien op de huidige versie van OS X.
Foto's: Engadget