Een Amerikaanse senator heeft vragen gesteld aan Oculus naar aanleiding van berichten dat het bedrijf uiteenlopende gegevens van gebruikers opslaat. Het bedrijf wil nog inhoudelijk op de vragen reageren, maar stelt voorop dat gebruikers zich geen zorgen hoeven te maken.
Jason Rubin, hoofd van de Oculus-studio, reageerde op de vragen van senator Al Franken dat er bij een nieuw product altijd onduidelijkheden zijn. "Het is een nieuw medium. Mensen willen graag van alles weten, en ze hebben het recht daarop. Wij gaan antwoorden. Alles komt goed." Hij voegde eraan toe dat als de vragen eenmaal beantwoord zijn, mensen zullen zeggen: "Oh. Yeah. Right."
Franken wil met zijn vragen meer informatie krijgen over de gegevens die Oculus precies verzamelt. Onlangs bleek namelijk dat er bijvoorbeeld gegevens over bewegingen van de gebruiker naar de Oculus-servers gestuurd worden. Ook is in de gebruikersvoorwaarden van de Facebook-dochter opgenomen dat er gegevens als ip-adres en gps-signalen opgeslagen mogen worden. De Vive van HTC blijkt eveneens dergelijke gegevens te verzamelen. De senator stelt dat 'de informatie dan wel ingezet wordt om een betere gebruikerservaring te creëren, maar dat er voldoende bescherming moet zijn voor de persoonsgegevens van Amerikanen'.
Eerder deze maand heeft Oculus een deel van de klachten over de gebruikersvoorwaarden beantwoord. In een reactie stelde het bedrijf dat content die door de gebruikers wordt gecreëerd eigendom blijft van die gebruikers. In de voorwaarden was opgenomen dat Oculus alle rechten over dergelijke inhoud zou verkrijgen. Ook liet het bedrijf weten dat er geen gegevens met Facebook worden gedeeld en dat er alleen gebruik wordt gemaakt van de infrastructuur van het moederbedrijf. Dit zou echter in de toekomst kunnen veranderen, zo stelt Oculus, bijvoorbeeld in het kader van het tonen van advertenties. Het bedrijf heeft van Franken tot 13 mei de tijd gekregen voor een inhoudelijk reactie.