De bedenker van het wereldwijde web, Sir Tim Berners-Lee, schreef dertig jaar geleden zijn eerste voorstel om een netwerk van gekoppelde computers op te richten. Dat werd de grondlegger van wat uiteindelijk het wereldwijde web is geworden.
Hoewel het wereldwijde web inmiddels wordt gebruikt om celebritynieuws, kattenfilmpjes en andere belangrijke informatie met elkaar te delen, begon het web dertig jaar geleden vanwege een wat meer wetenschappelijke reden. Berners-Lee schreef zijn 'information management'-voorstel namelijk vanwege de problemen die hij zag ontstaan bij CERN.
Die onderzoeksorganisatie was destijds bezig met het ontwikkelen van deeltjesversneller LHC. 'Hoe gaan we met z'n allen zo'n groot project bijhouden', was volgens Berners-Lee destijds een veelgehoorde vraag. Ook bleek veel informatie over de werkzaamheden van CERN verloren te gaan. Die informatie werd wel gedocumenteerd, maar kon daarna niet meer worden gevonden. Communicatie tussen de werknemers en het management ging daarnaast niet geheel vlekkeloos. Over tien jaar zou de rest van de wereld soortgelijke problemen hebben, beredeneerde Berners-Lee, en dan zou er ook vast een commerciële oplossing zijn. Maar CERN kon volgens de Brit niet zo lang wachten. Dus ging hij zelf maar aan de slag.
Hij vergeleek zijn voorstel met een diagram dat vaak door CERN-wetenschappers wordt gebruikt, waar cirkels en pijlen op staan. Die cirkels zijn knooppunten, de pijlen zijn links tussen die knooppunten. In het voorbeeld van een stamboom zijn de knooppunten mensen en geven de links aan wat de relatie is tussen de mensen. In zo'n knooppunt zou dan informatie over de persoon komen te staan.
Vergelijkbare, hiërarchische systemen bestonden toen ook al, maar waren toen niet genoeg met elkaar verbonden. Stel dat een onderzoeker iets zocht in het documentatiesysteem van CERN. Dan kwam het volgens Berners-Lee voor dat ze terechtkwamen bij een document dat verwees naar een andere tak van het systeem. In plaats van dat je gewoon op een link kon klikken om bij dat document te komen, moest je het systeem opnieuw opstarten om bij de juiste vertakking te kunnen komen. Dat moest volgens Berners-Lee anders.
Het nieuwe systeem moest volgens Berners-Lee werken met de eerder bedachte hypertekst. Informatie die leesbaar is door een mens, met elkaar gelinkt op een manier zonder vervelende beperkingen. Het werd geen officieel CERN-project, maar hij mocht er van zijn baas wel onder werktijd aan werken. In oktober 1990 had hij drie technieken bedacht die noodzakelijk zijn voor het systeem. Html, de formattaal van het web, uri, ook wel bekend als url, en http. Later schreef hij ook de eerste browser, WorldWideWeb.app, en de eerste server, httpd. Vanaf 1990 werkte Belg Robert Cailliau ook aan het systeem. Na 1991 konden mensen buiten CERN gebruikmaken van het web.
Later voorzag Berners-Lee een mogelijk probleem. Het web zou alleen zijn echte potentie kunnen bereiken als iedereen het overal zou kunnen gebruiken, zonder daarvoor te hoeven betalen of toestemming te hoeven vragen. "Je kan je niet voorstellen dat iets een universele omgeving moet zijn om daarna de controle in eigen hand te houden." Daarom maakte CERN in april 1993 bekend de onderliggende code van het web voor altijd beschikbaar te houden zonder royalty's te vragen.
Om het dertigjarig bestaan van Berners-Lees voorstel te vieren, heeft CERN een evenement in het leven geroepen. Dinsdagochtend was een paneldiscussie met onder meer Berners-Lee zelf. Om 16.00 uur Nederlandse tijd begint een ama-sessie met 'internetpioniers en experts' op Reddit, later op de dag is er nog een viering in Londen en een conferentie bij CERN, allebei zijn per webcast te volgen.