Aan de TU Eindhoven wordt gewerkt aan een techniek die files zou kunnen verminderen. In de toekomst zouden auto's daartoe uitgerust moeten worden met een vorm van cruise control die door de ontwikkelaar van de techniek cooperative adaptive cruise control genoemd wordt. Jeroen Ploeg promoveerde op zijn onderzoek naar cacc en legt aan Tweakers uit hoe de techniek werkt en wat de voordelen zijn.
Ploegs cacc werkt door radargegevens van auto's te combineren met telemetrie van voorgangers. Zo kan informatie over afstand tot een auto gekoppeld worden aan informatie over wat die auto doet. Op die manier kan de volgauto anticiperen op de accelleratie of het remmen van zijn voorganger. Dankzij die informatie kunnen auto's die met de techniek zijn uitgerust veel dichter op elkaar rijden dan nu mogelijk is. Tijdens de demonstratie werd een afstand van 0,3 seconde, ongeveer tien meter, aangehouden op de snelweg. De huidige, wettelijke afstand bij snelheden van 120 kilometer per uur bedraagt 67 meter. De cacc-technologie laat auto's dus veel dichter op elkaar rijden, waardoor de wegcapaciteit effectief verveelvoudigd wordt.
Omdat auto's een lange levensduur hebben en aan strikte regelgeving onderworpen zijn, zal cacc niet op korte termijn bij de meerderheid van de auto's op de weg geïmplementeerd worden. Desondanks zouden nieuwe auto's vrij eenvoudig 'geïnstrumenteerd' kunnen worden: het grootste deel van de benodigde hardware is in moderne auto's namelijk al standaard aanwezig. Zo is de voor het systeem vereiste gps, elektronische gas- en reminrichting en informatievoorziening al aanwezig, alleen de wifi-zender ontbreekt nog. Die wifi-zender werkt op 802.11p, een protocol dat speciaal voor voertuigcommunicatie is ontwikkeld en Wave genoemd wordt.
Hoewel cacc op termijn ook voor personenauto's een oplossing voor het fileprobleem zou kunnen vormen, zou de techniek al op veel kortere termijn voor vrachtvervoer kunnen worden ingezet. Vrachtwagens worden nu al verplicht uitgerust met techniek waarvan cacc gebruik kan maken en bovendien is er een financiële motivatie. Door vrachtwagens dichter op elkaar te laten rijden, kunnen ze in elkaars slipstream blijven en zo brandstof besparen. Dat kan oplopen tot zo'n twintig procent, voldoende reden voor vlooteigenaren om te investeren in de techniek.