Inleiding
Microsoft is de grootse softwarefabrikant ter wereld, met een omzet van 73 miljard dollar, 94.000 werknemers en een beurswaarde van 250 miljard dollar. Een groot deel van het succes van het bedrijf vloeit direct of indirect voort uit Windows: door de verkoop ervan, maar ook aanvullende software en diensten als Office.
Het zal weinigen ontgaan zijn dat we inmiddels zijn aangekomen bij versie 8, die onder meer beter geschikt is voor tablets en daarvoor een geheel vernieuwde interface bevat. Tweakers heeft Windows 8 de afgelopen maanden getest en in de komende dagen zullen we de nieuwe versie van het populaire besturingssysteem dan ook uitgebreid bespreken. In diverse artikelen zullen we ingaan op Windows 8 voor desktops en laptops, tablets, de zakelijke markt, waar relevant aangevuld met de nodige benchmarks, maar eerst werpen we een blik op de geschiedenis van twee van de grootste namen uit de technologiewereld: Microsoft en Windows.
Microsoft: de eerste dagen
In het Seattle van 1967 leerden twee jochies van een jaar of dertien op school om te gaan met Qbasic. Destijds was het onbetaalbaar voor een normale school om een eigen computer te kopen, en dus had de Lakeside School rekentijd ingekocht. De twee jongetjes, Bill Gates en Paul Allen, slaagden er in om het jaarlijkse budget van 3000 dollar aan computertijd in een paar weken te verstoken.
De vriendschap tussen Gates en Allen is er een die een enorme invloed zou hebben op de totstandkoming van de wereld zoals we die nu kennen. Het tweetal stond aan de basis van Microsoft, een bedrijf dat zou uitgroeien tot de grootste softwarefabrikant ter wereld.
Het begon allemaal met een artikel in een tijdschrift uit 1971, waarin de 4004-chip van Intel uit de doeken werd gedaan. De Intel 4004 was de eerste processor die in één chip was geïntegreerd. "Dat artikel deed me realiseren dat computergebruik veel goedkoper zou worden", schrijft Allen in een boek dat ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van Microsoft werd uitgebracht, "en dat veel meer mensen toegang tot computers zouden krijgen."
Basic
Gates en Allen zagen beiden een grote toekomst voor de computer - ze fantaseerden over een wereld waarin iedereen een personal computer zou hebben. Ze wilden als softwareleveranciers een rol in die wereld spelen - het wachten was op een krachtige processor waarvoor de twee software konden ontwikkelen.
In januari 1975 stond de Altair 8800-minicomputer van het bedrijf MITS op de cover van Popular Electronics, de eerste computer met een Intel 8080 aan boord. Allen en Gates vonden de Intel 8080 snel en krachtig genoeg, en ondanks de grote potentie had het apparaat een acceptabel prijskaartje: het kostte minder dan 500 dollar. "Dat was waar we op wachtten", zei Allen.
De twee belden MITS op met het voorstel om een Basic-variant voor het apparaat te ontwikkelen, en MITS ging akkoord. De twee schreven hun versie van de programmeertaal op een mainframe waarvoor Allen een Altair 8800-emulator ontwikkelde. Het leeuwendeel van de Basic-code van Basic werd door Gates geschreven. Na vijf weken dag en nacht ontwikkelen was de software gereed. Allen demonstreerde de software op het hoofdkantoor van MITS, en tot verbazing van Allen verliep de demo succesvol.

Alle Microsoft-medewerkers in 1978, waaronder Bill Gates (links vooraan) en Paul Allen (rechts vooraan). De foto is genomen in Albuquerque.
MITS was gevestigd in Albuquerque in New Mexico, en Allen vertrok daar naartoe om anderhalf jaar als vice-president Software voor dit bedrijf te werken. Ondertussen bleef hij samen met Gates werken aan wat toen nog Micro-Soft heette, en in 1976 vertrok hij bij MITS om zich full-time op dit project te richten. Niet veel later stopte Gates met zijn opleiding om hetzelfde te doen.
Het bedrijf van Gates en Allen verkocht Basic-versies aan diverse bedrijven, waaronder RadioShack - een grote Amerikaanse winkelketen, die een eigen computer aanbood - en Texas Instruments. De eerste jaren van zijn bestaan bleef Microsoft in Albuquerque gehuisvest, maar daar was amper nieuw personeel te vinden. In 1979 vertrok de hele santekraam dus naar het plaatsje Bellevue, in de buurt van Seattle, waar beide oprichters vandaan kwamen. Een jaar later werd de miljoenste kopie van Basic verkocht en in hetzelfde jaar kwam de dertigste medewerker in dienst: Steve Ballmer, die Gates op de universiteit had leren kennen. Inmiddels is hij ceo van Microsoft.
MS-DOS
Eind jaren zeventig en begin jaren tachtig ontwikkelde Microsoft voor verschillende platformen, waaronder de Apple II en de Commodore 64. Een van de belangrijkste wendingen in het bestaan van het softwarebedrijf, en in de geschiedenis van de computer in het algemeen, was het besturingssysteem dat Microsoft voor IBM uitbracht.
8086
Eind jaren zeventig verscheen de 8086-cpu. Voor die cpu was destijds alleen Microsofts Basic te koop. Het bedrijf Seattle Computer Products, dat een zelfbouwcomputer met de 8086 verkocht, vond dat onvoldoende en zette een van zijn programmeurs aan het werk. Deze Tim Paterson bouwde een variant op het command-line-besturingssysteem CP/M en noemde dit Quick and Dirty Operating System, kortweg Qdos. Toen het bedrijf besloot om Qdos op de markt te brengen, werd het hernoemd naar 86-Dos.
In 1980 was Microsoft in gesprek met IBM over de levering van software voor een x86-computer waar die kantoorgigant aan werkte. IBM vroeg Microsoft om ook een besturingssysteem voor die computer te leveren. Microsoft had daar geen tijd voor, maar kocht voor 75.000 dollar 86-Dos van SCP en noemde de software 'MS-DOS'.

Microsoft sloot een overeenkomst met IBM die vooral voor de laatste gunstig leek: voor het bedrag van 80.000 dollar kreeg IBM een eeuwigdurende licentie op het besturingssysteem. Voor Microsoft, in die tijd al uitgegroeid tot een bedrijf met een miljoenenomzet, zou dat nogal karig zijn. Er waren echter twee voorwaarden die in Microsofts voordeel werkten.
Ten eerste mocht IBM alleen MS-DOS meeleveren; de plannen om nog twee andere besturingssystemen mee te leveren, verdwenen van tafel. Bovendien was het geen exclusieve licentie: andere computerfabrikanten mochten de software ook meeleveren. Microsoft hoopte dat fabrikanten van andere hardware hun systemen compatibel met die van IBM zouden maken, en dan ook MS-DOS zouden meeleveren.
Als IBM met zijn IBM PC succesvol zou zijn, zou Microsoft aan die andere bedrijven veel meer geld voor licenties kunnen vragen. Dat is precies wat er gebeurde. In de beginjaren moest MS-DOS nog concurreren met de x86-implementatie van CP/M, maar al in 1986 gaf het bedrijf achter CP/M de strijd op.
Grote gelijkenissen
MS-DOS en CP/M vertoonden grote gelijkenissen, en volgens sommigen was het oorspronkelijke Qdos niet veel meer dan een rip-off van CP/M. Ontwikkelaar Paterson heeft die beschuldigingen altijd ontkend. Toen in 2004 een boek uitkwam waarin dergelijke beschuldigingen opnieuw werden geuit, stapte Paterson naar de rechter. Die zaak verloor hij echter.
Ondertussen had Allen Microsoft verlaten. Hij had de ziekte van Hodgkin, een kanker in het lymfestelsel. Hij probeerde aanvankelijk door te werken tijdens zijn kankertherapie, maar dat bleek te zwaar. Bovendien confronteerde de ziekte hem met de beperkte tijd die hem ter beschikking stond, en hij wilde nog meer doen dan een technologiebedrijf leiden. Allen werd met succes behandeld, maar na zijn vertrek in 1983 ging hij niet meer bij Microsoft aan de slag. Wel zat hij nog tot 2000 in de Raad van Bestuur en is hij adviseur van het bedrijf.
Een grafische interface
MS-DOS was niet erg gebruiksvriendelijk door het gebrek aan een grafische interface. Microsoft bouwde bovenop DOS daarom een grafische schil, die aanvankelijk door het leven ging als Interface Manager en die later tot Windows zou worden omgedoopt.
Windows werd in 1983 aangekondigd. Dat was ook het jaar waarin Apple zijn eerste computer met grafische interface uitbracht, de Lisa, en een jaar voordat de populairdere Apple Macintosh werd geïntroduceerd. Steve Jobs zou later beweren dat Windows een slechte kopie van het Macintosh-besturingssysteem was, en Microsoft heeft in de begindagen inderdaad leentjebuur bij Apple gespeeld. Het is echter niet zo dat Apple de grafische interface heeft bedacht. Tien jaar eerder bedacht een onderzoekscentrum van Xerox al de Xerox Alto, een van de eerste computers die grote gelijkenissen vertoont met wat we nu een computer noemen. Het was de eerste computer met een grafische interface, en de Alto werden concepten als het bureaublad en de muis geïntroduceerd.
Windows 1.0
De eerste versie van Windows kwam uit in 1985. Herkenbare elementen zoals Paint, Kladblok en het copy-paste-klembord waren al aanwezig, en in recente Windows-versies zijn nog altijd overeenkomsten met deze oerversie te vinden. Diverse elementen, zoals iconen, vensters en dropdown-menu's, waren geleend van de Xerox Alto. Overigens werden de dropdown-menu's in interne testversies aanvankelijk onderaan windows getoond, in plaats van aan de bovenkant, onder de titelbalk. Uit tests met gebruikers bleek echter dat dat niet werd gewaardeerd.
Vensters in Windows 1.0 konden elkaar nog niet overlappen. Officieel werd daartoe besloten omdat de ontwikkelaars dachten dat dat gebruiksvriendelijker was, maar wat ook meespeelde is dat Microsoft een licentie van Apple had om bepaalde interface-elementen uit het Macintosh-besturingssysteem te gebruiken. Overlappende vensters vielen daar niet onder, net als bijvoorbeeld de prullenbak. Daarnaast beschikte Windows 1.0 nog niet over een taakbalk.

Hoewel Windows 1.0 in principe een grafische schil bovenop DOS was, bevatte het onder andere een eigen geheugenbeheersysteem. Ook hadden Windows-applicaties een eigen executable-type en moesten applicaties api's gebruiken om bijvoorbeeld de videokaart en het bestandssysteem aan te spreken, waar ze in MS-DOS nog rechtstreeks met de hardware communiceerden.
Worstelen met geheugen
Iets meer dan twee jaar na de introductie van Windows 1.0 kwam de opvolger uit, versie 2.0. Vanaf deze versie konden vensters elkaar overlappen; een feature die inmiddels niet meer uit Windows is weg te denken. Deze functionaliteit viel overigens niet onder de licentie die Microsoft van Apple had afgenomen en Apple stapte dus naar de rechter, maar verloor. Windows 2.0 was trouwens ook de eerste versie met ondersteuning voor Word en Excel.

Windows 2.0. Afbeelding: GUIdebook
Protected mode
Versie 1.0 en 2.0 van Windows werden wel gebruikt, maar nog niet als vervanger van MS-DOS. Dat kwam vooral doordat veelgebruikte DOS-applicaties onder Windows niet goed werkten, en gebruikers schaften Windows dus alleen aan als ze dat nodig hadden voor specifieke applicaties die zwaar op grafische elementen leunden. En zelfs dan schakelden ze nog regelmatig terug naar MS-DOS.
Dat kwam vooral doordat het destijds moeilijk was om meer dan 1MB aan geheugen aan te spreken. Intensievere DOS-applicaties waren onder Windows erg traag: er waren wel trucjes om meer geheugen aan te spreken, maar die werkten niet onder Windows.
Bij de introductie van de x86-processors, eind jaren zeventig, was 1MB nog erg veel. Van die 1MB aan geheugen kon slechts 640 kilobyte voor normaal werkgeheugen worden gebruikt; de rest van de geheugenruimte was gereserveerd voor rom-chips, videogeheugen en andere hardware. Met de komst van de 286- en de 386-processors kwam daar verandering in: de 286 ondersteunde 16 megabyte aan geheugen; de 386 maar liefst vier gigabyte. Om dat geheugen te kunnen aanspreken, was echter ondersteuning voor de protected virtual address mode noodzakelijk, en die ontbrak in Windows.
Microsoft had inmiddels in samenwerking met IBM het OS/2-besturingssysteem ontwikkeld, dat de protected mode wel ondersteunde. Dat was een van de redenen dat Microsoft besloot zich op OS/2 toe te leggen, maar ondertussen besloot een ontwikkelaar bij Microsoft, David Weise, om ook protected mode-ondersteuning in Windows in te bouwen. Die ondersteuning dook voor het eerst op in een speciale versie van Windows 2.1 voor 386-cpu's, en ook Windows 3.0 kon met de extra geheugenruimte overweg.
Van OS/2 naar NT
Windows 3.0 was de eerste echt succesvolle versie van het besturingssysteem: in negen maanden werd de software 16 miljoen keer verkocht. Dat kwam deels door het verbeterde geheugenbeheer, waardoor meer programma's onder Windows werkten, maar ook door de verbeterde interface. Daarnaast konden DOS-programma's - overigens net als in de 386-versie van Windows 2.1 - in een eigen venster draaien.
Windows 2.0 kon al overweg met vga-graphics, maar vanaf 3.0 werden maar liefst 256 kleuren ondersteund. Ook werd in Windows 3.0 het beroemde - of beter gezegd: beruchte - blue screen of death geïntroduceerd. Een opvolger van Windows 3.0, versie 3.1, introduceerde ondersteuning voor geluidskaarten en cdrom-drives. Een speciale versie van Windows 3.1, Windows For Workgroups, bracht ondersteuning voor netwerkverkeer. Daarbij was ondersteuning voor tcp/ip, de twee protocollen die de ruggengraat van het internet zijn, overigens nog optioneel.

Windows 3.0. Afbeelding: GUIdebook.
Windows NT
OS/2, dat Microsoft samen met IBM ontwikkelde, moest als vervanging voor MS-DOS gaan gelden, maar in de praktijk nam Windows die rol op zich. IBM, dat wilde dat Microsoft zich op de ontwikkeling van OS/2 toelegde, zag dit uiteraard met lede ogen aan.
Uiteindelijk verbraken Microsoft en IBM hun samenwerkingsverband, en richtte Microsoft zich volledig op de ontwikkeling van Windows. Het bedrijf was toen al bezig met een verbeterde versie van OS/2, en besloot dit project om te dopen tot 'Windows NT'. Windows NT 3.1 was daarbij niet gebaseerd op DOS, zoals andere Windows-versies, maar had een compleet nieuw ontwikkelde kernel.
Windows NT was dan ook geheel opnieuw opgebouwd en bevatte onder meer ondersteuning voor de 32bit-modus van cpu's. Onder thuisgebruikers werd NT 3.1 echter niet populair, onder meer vanwege de relatief zware systeemeisen. Zo was maar liefst 16 megabyte aan geheugen nodig om het besturingssysteem te kunnen draaien.
Windows NT 3.1 markeerde het begin van een periode waarin twee verschillende Windows-takken naast elkaar bestonden: aan de ene kant waren er de op DOS gebaseerde besturingssystemen, en aan de andere kant stonden de op de NT-kernel gebaseerde Windows-versies. Die situatie zou tot 2001 duren.

De jaren negentig
Een belangrijk onderdeel van Windows NT, de 32bits Win32-runtime, maakte ook onderdeel uit van Windows 95. Deze versie van Windows was ongekend populair: mensen lagen bij de introductie in de rij om een exemplaar te kunnen bemachtigen. In vier dagen tijd werd een miljoen exemplaren verkocht.
Windows 95 was deels 32bits, maar het besturingssysteem had nog wel een 16bits kernel, om het draaien van oude Windows-software mogelijk te maken. Het besturingssysteem leunde minder zwaar op MS-DOS, waardoor er wel 32bits geheugenbeheer kon worden gebruikt. Toch ondersteunde Windows 95 slechts 512MB aan fysiek intern geheugen, net als opvolgers Windows 98 en ME. Bovendien werd MS-DOS nog gebruikt voor het bootproces.
De veranderingen in Windows 95 die het meest in het oog sprongen, bevonden zich echter in de interface. Zo werd het bureaublad geïntroduceerd, met onder meer het pictogram 'Deze computer'. De map 'Mijn documenten' zou pas later komen. Ook de taakbalk verscheen voor het eerst in Windows 95.

Windows 95. Beeld: GUIdebook.
In totaal verschenen er vijf verschillende versies van Windows 95. In versie 3 werd onder meer ondersteuning voor het bestandssysteem FAT-32 opgenomen, waarmee onder meer grotere bestanden konden worden gebruikt. Daarnaast werd met die versie ook voor het eerst de browser Internet Explorer meegeleverd. In versie 4 dook voor de eerste keer - nog vrij basale - ondersteuning voor usb op.
Zoals bekend zou het meeleveren van Internet Explorer Microsoft nog lang achtervolgen. Zowel de Amerikaanse als de Europese overheid ondernam actie, omdat met name Netscape met de Microsoft-browser oneerlijk zou worden beconcurreeerd.
Windows 98
Opvolger Windows 98 was een kleine update ten opzichte van 95. Het besturingssysteem had betere ondersteuning voor usb en voor plug-en-play. Beroemd is echter een demonstratie van de plug-and-play-functionaliteit voor een zaal journalisten, waarbij een bsod optrad.
Verder had Windows 98 ondersteuning voor stand-by en de slaapstand. Bij die laatste modus wordt de inhoud van het interne geheugen opgeslagen op de harde schijf, om later weer op hetzelfde punt verder te kunnen gaan, zonder dat ondertussen energie wordt verbruikt. De ondersteuning was echter matig: de slaapstand-modus kon lang niet op alle hardware worden gebruikt.

Het nieuwe millennium
Het nieuwe millennium begon met Windows 2000, dat volledig op Windows NT was gebaseerd. Met deze versie, die vooral was bedoeld voor zakelijk gebruik, werd onder meer Active Directory geïntroduceerd. Windows 2000 werd vooral veel voor servers gebruikt. Een andere Windows-versie die in 2000 werd geïntroduceerd was de Millennium Edition, maar die werd zeer slecht ontvangen, onder meer vanwege het gebrek aan stabiliteit. Deze Windows 98-opvolger was de laatste Windows-versie die niet op de NT-kernel was gebaseerd.

Window 2000. Screenshot: GUIdebook.
Windows XP
Tot en met Windows ME waren er dus twee Windows-productlijnen, maar met Windows XP, gebaseerd op NT 5.1, werden de beide stromingen verenigd.
Alleen visueel gezien was Windows XP al een flinke vooruitgang. De strakke, simpele interface die Windows sinds Windows 95 had, werd vervangen door een iets speelser vormgegeven omgeving, al stelde niet iedereen die 'Teletubbie'-interface op prijs. Naast een visuele upgrade kreeg XP ook een ingebouwde firewall en ondersteuning voor onder meer hyperthreading, usb 2.0 en ipv6.

Windows XP. Screenshot: GUIdebook.
Consumenten werden in Windows XP voor het eerst geconfronteerd met het bestandssysteem NTFS, dat bestanden groter dan 4GB ondersteunt. Het tweede service pack voor Windows XP zorgde onder meer voor ondersteuning voor wpa-encryptie bij draadloze netwerken en betere beveiliging van het interne geheugen.
Hoewel XP inmiddels een elf jaar oud besturingssysteem is - het kwam uit op 25 oktober 2001 - wordt het nog steeds veel gebruikt. Vooral in zakelijke omgevingen wordt de overstap naar Windows Vista of Windows 7 nog altijd uitgesteld. Volgens sommige schattingen is Windows XP zelfs de op een-na populairste Windows-versie, na Windows 7. Meer dan veertig procent van de gebruikers zou momenteel nog met XP werken. Onlangs waarschuwde Microsoft dat de ondersteuning in april 2014 definitief gaat stoppen.
Vista en Windows 7
Het was de bedoeling van Microsoft om niet lang na de release van XP een minor update uit te geven. In 2004 besloot Microsoft echter om al het gedane werk overboord te gooien en helemaal opnieuw te beginnen. Daarbij werd de code van Windows Server 2003 als uitgangspunt genomen.
Windows Vista bevatte talloze nieuwe features, waaronder een vertimmerde grafische interface met de naam Aero. Ook bevatte Vista ondersteuning voor 64bit-processors. Van Windows XP was ook al een 64bit-versie gemaakt, maar die werd nooit erg populair.
Vista bood verder verbeterde bescherming van het geheugen en user account control, waarmee gebruikers werden gewaarschuwd wanneer software aanpassingen aan de pc probeerde te maken. Uac zorgde voor veel klachten van gebruikers die het aantal meldingen te groot vonden. In het eerste service pack werd de frequentie van de uac-meldingen dan ook flink teruggeschroefd. Ook de forse systeemeisen, nodig om de Aero-interface goed te laten draaien, en de gebrekkige compatibiliteit met talloze programma's en drivers kwamen Microsoft op veel kritiek te staan.

Windows 7
Des te verrassender was het dat opvolger Windows 7 wél goed werd ontvangen. Hoewel deze versie van Windows op veel punten verbeterd was, is het in feite een doorontwikkelde Vista. De interface is in grote lijnen hetzelfde gebleven, al is de taakbalk hoger en zijn de iconen groter.

Windows 7 bracht onder andere betere ondersteuning voor multicore-processors, het veiligere dns-protocol dnssec en Microsofts eigen vpn-implementatie DirectAccess. Over het algemeen was Windows 7 een veel kleinere update dan Vista en XP, met vooral veel veranderingen onder de motorkap, zoals sneller opstarten en verbeteringen aan de kernel.
Tot slot

Op 26 oktober komt de nieuwste versie van Windows uit: Windows 8. Die versie moet beter geschikt zijn voor tablets en is de eerste Windows-versie sinds 95 die niet over het klassieke startmenu beschikt. In plaats daarvan is er de 'Windows 8'-interface, voorheen bekend als de Metro-interface, die vooral ontworpen is met mobiele devices in het achterhoofd. Daarnaast is Windows 8 de eerste versie van het besturingssysteem die ook op ARM-hardware draait.
De komende dagen zullen we op Tweakers uitgebreid aandacht besteden aan deze nieuwe Windows. We zullen onder meer het nut van Windows 8 voor tablets bekijken, maar ook onderzoeken wat gebruikers met een desktop er aan hebben.