Naamgeving op de schop
Sony heeft besloten voor zijn 2010-lijn van tv's de ingeburgerde naamgeving van zijn hdtv's, met de S-, V-, W-, X- en Z-series, drastisch te wijzigen. De naamgeving van de nieuwe line-up, die in januari werd aangekondigd op de CES-beurs, heeft voor wat verwarring gezorgd. De belangrijkste verschillen zetten we hieronder dus nog eens op een rijtje.

Signature
Sony's topmodellen zijn ondergebracht in de Signature-serie. Deze serie heeft de typeaanduiding 'LX' gekregen en heeft als kenmerken onder meer ingebouwde 3d-ondersteuning, het zogeheten Monolithic-ontwerp, edge-lit led-backlight, een 200Hz-paneel, ingebouwde wifi en een ingebouwde aanwezigheidssensor met gezichtsherkenning. Met deze laatste functionaliteit is het onder meer mogelijk om automatisch de tv in de stand-bystand te zetten als een kind te dicht voor de tv staat te kijken. De LX900-toestellen zijn voorlopig de enige in de Signature-lijn en deze serie is te verkrijgen met beelddiagonalen van 40", 52" en 60".
Cinematic
De Cinematic-lijn omvat de HX700-, HX800- en HX900-modellen. De laatste twee zijn 3d-ready, wat inhoudt dat voor het bekijken van 3d-content de optionele infrarode 3d-zender en -brillen aangeschaft moeten worden. De HX900 heeft een paneel met full-led-backlight met local dimming, terwijl de HX800 weer een edge-lit backlight heeft. Ook bij de HX800 is local dimming mogelijk, maar het aantal te dimmen zones is bij de edge-lit led-backlight slechts een fractie van het aantal dat bij een full led-backlight te dimmen is. De HX700 is de enige Cinematic-hdtv met een ccfl-backlight.
De HX900 heeft als enige van de nieuwe line-up MotionFlow 400 PRO voor het vloeiend weergeven van snel bewegende beelden. In tegenstelling tot wat bovenstaand cijfer doet vermoeden, maakt Sony bij deze technologie gebruik van een 200Hz-paneel in combinatie met een scanning backlight.
Presence
De Presence-lijn erft een groot deel van de features van de Signature-serie, maar heeft geen 3d-ondersteuning, terwijl de edge-lit backlight geen local dimming ondersteunt. Wel wordt de NX-serie, bestaande uit de hier geteste NX800, de NX700 en de NX500, geleverd met de brede, metaalkleurige voet waar de vlakke televisie als het ware in wordt geschoven.
Essence
Ondanks alle extra features van bovenstaande modellen zal het grootste deel van de Sony-verkopen toch van de goedkopere Essence-serie moeten komen. Onder de Essence-noemer vallen onder meer de modellen EX700, EX600, EX500, EX402, EX40B en de EX302.
Een uitgebreide tabel waarbij de specificaties van de verschillende series vergeleken kunnen worden, is te zien in het Sony Bravia 2010-topic op GoT.
De 40" grote NX800 die Sony ons opstuurde, arriveerde net te laat voor onze WK Special. Dat betekende echter wel dat we daardoor de tijd hadden om ons eens lekker uit te leven op deze stijvolle tv.
Overigens zal je duurdere Bravia-televisies als deze NX800 slechts sporadisch online aantreffen: Sony levert deze toestellen alleen aan speciaalzaken.
Prijzen en specificaties
Merk en Type |
Merk |
Sony |
Productserie |
Bravia |
Type |
KDL-40NX800 |
Eerste prijsvermelding |
dinsdag 12 januari 2010 |
Beeld |
Televisietype |
lcd |
Backlight |
edge-lit |
HD-specificatie |
Full HD |
Schermdiagonaal |
40" |
Frequentie |
200Hz |
Resolutie |
1920x1080 (Full HD 1080p) |
Kijkhoek |
178° |
Beeldverhouding |
16:9 |
Beeldoptimalisatie |
Bravia Engine 3 |
Ontvangstnorm |
ntsc, pal, secam
|
Verbinding |
Video-in |
component video, composite, D-sub, 4x hdmi |
Tunertype |
analoog, dvb-c, dvb-t
|
Common Interface |
CI+ |
Wlan |
802.11b, 802.11g |
Usb |
usb 2.0 |
Geluid |
Speakers |
intern surround |
Speakervermogen (RMS) |
10W |
Uiterlijk |
Kleur |
zwart |
Kleureigenschap |
glans |
Afmetingen |
Breedte |
994mm |
Diepte |
64mm |
Hoogte |
635mm |
Gewicht |
20,1kg |
Energie |
Stroomverbruik |
104W |
Stroomverbruik (stand-by) |
0,2W |
Overig |
Eigenschappen |
24p, comb filter, picture in picture |
Teletekst-pagina's in geheugen |
1000 |
Dlna |
ja |
Introductiejaar |
2010 |
Uit graniet gehouwen
De KDL-40NX800, zoals de Sony-tv officieel te boek staat, heeft een vlakke, glazen plaat die de gehele voorkant van de tv bedekt en die het toestel een strak uiterlijk geeft. Ook voor de achterkant van de tv zijn strakke lijnen en hoeken gebruikt.
Monolithic Design
Sony levert bij de NX800 - naast de gebruikelijke voet met hals - een soort metaalkleurige sokkel, die even breed is als de televisie. Het geheel van deze brede voet en de gladde voorkant van de tv doet denken aan gepolijst graniet, om niet te zeggen: aan een grafzerk. Sony heeft de marketingterm Monolithic Design voor deze look gedeponeerd. Het bedrijf is overigens niet de enige met een vlakke glazen plaat aan de voorkant. Ook Philips, LG en Sharp hebben enkele modellen zo vormgegeven.
:fill(white)/i/1279287049.jpeg?f=thumb)
De brede sokkel is aan de achterkant voorzien van een 'uitbouw' om de stabiliteit van het geheel te garanderen. Ook heeft de standaard aan beide zijden een soort hoornconstructie, om het geluid uit de onderkant van de tv naar voren te geleiden.
Zes graden
Het scherm kan maximaal zes graden achterover kantelen, voor een natuurlijker kijkhoek. Sony heeft in deze mogelijkheid voorzien omdat gebruikers de tv vaak op een laag tafeltje plaatsen en met een tv die loodrecht op de voet staat, is langdurig kijken dan vermoeiender dan met een licht gekantelde tv.
:fill(white)/i/1279289287.jpeg?f=thumb)
Zowel bij de gewone standaard als bij de brede sokkel kan de tv desgewenst met een stelschroef worden gericht. Sony heeft overigens ook nog een audioset in het assortiment met staande speakers die eveneens onder een hoek van zes graden zijn geplaatst.
Oplichtende bedieningselementen
Als de tv uit staat, lijkt het hele oppervlak bij de display te horen, maar na het aanzetten worden de bezels zichtbaar die achter het donkere glas zijn verscholen. De icoontjes aan de rechtervoorkant lichten op als je er met je vingers overheen strijkt. Zo zie je meteen welke functies de bijbehorende toetsen erachter hebben.
Achter die knoppen treffen we nog een schakelaar aan waarmee de tv volledig kan worden uitgeschakeld.
Constructie
Het gebruikte materiaal en de constructie hadden wat steviger gekund. Ondanks rubber steuntjes aan de uiteinden van de Monolitic-standaard om de zijkanten van de tv te dragen, is er wat speling. Zo konden we de rechteronderkant bijna een centimeter naar voren draaien. Ook is als de tv aan staat op gezette tijden een kraakje hoorbaar, net alsof de tv nog in zijn fundering moet 'zetten'.
De metaalkleurige standaard is helaas ook van plastic. Waarschijnlijk was een aluminiumversie te duur, maar dat had de tv wel meer cachet gegeven.
Aansluitingen
Hoewel het toestel niet zo dun is als de led-tv's van Samsung, heeft Sony de achterkant mooi vlak gehouden. Er zijn geen connectors die recht naar achteren wijzen en die daardoor wandmontage kunnen bemoeilijken. In plaats daarvan heeft Sony de aansluitingen naar de zijkant en naar binnen gericht. De connectors van deze laatste rij aansluitingen zijn wel wat lastiger te bereiken. Via een afdekplaatje kunnen de kabels redelijk netjes aan het zicht worden onttrokken.

De naar binnen gerichte aansluitingen zijn van boven naar beneden: ethernet, twee hdmi-aansluitingen, waarvan de bovenste de ARC-functionaliteit ondersteunt, een scart-aansluiting, een optische audio-uitgang en een kabelaansluiting.
Met ARC hoeft er geen aparte audiokabel meer van de tv naar de receiver te lopen en bovendien wordt zo voorkomen dat audio- en videosignalen uit de pas lopen. Wel moet ook de receiver ondersteuning voor ARC hebben.
Aan de zijkant is de rest van de aansluitingen te vinden. Bovenaan zien we een usb-aansluiting, daaronder ingangen voor vga en audio, en daar weer onder de twee resterende hdmi-poorten. Verder zijn hier een CI+-slot, een sd-kaartsleuf, een koptelefoonuitgang en een component-video-ingang zichtbaar.
Remote
De kloeke, hoekige remote heeft, afgezien van de cijfertoetsen, de volume- en kanaalkeuzeknoppen en het d-pad-gedeelte, behoorlijk kleine knopjes. De zogeheten travel van de toetsen is zeer klein, wat de bedienning in onze ogen niet ten goede komt. Ook zijn sommige opdrukken boven de toetsen geplaatst in plaats van erop. Vooral het gedeelte boven de d-pad is daardoor onoverzichtelijk. Daar moet wel bij worden gezegd dat met de remote meerdere apparaten - zoals blu-ray-spelers - bediend kunnen worden.


De toetsen zijn met een knop linksboven te verlichten: de rand van de knoppen licht dan blauw op, maar de opdruk wordt niet zichtbaar. Aan de achterkant van de afstandsbediening heeft Sony ook een aan-uitknop geplaatst, die vooral geschikt is om de tv per ongeluk uit te zetten. De remote ligt verder goed in de hand.
Online diensten
XMB-interface
Sony gebruikt in zijn Bravia-televisies de XMB-menu-interface, die ook in de PlayStation 3-console is terug te vinden. In principe is deze interface overzichtelijk en zijn alle opties eenvoudig te vinden, maar op een tweetal punten kan deze verbeterd worden.
Ten eerste onthoudt het systeem niet waar je in het menu bent gebleven en word standaard de External Inputs-categorie geselecteerd. Vooral bij het kalibreren is het vervelend om steeds weer terug te moeten scrollen naar de Display-opties.
Het tweede punt heeft ook met gebruiksgemak te maken en betreft het niet doorlopen van de menu's zodat je met de d-pad naar boven moet scrollen in plaats van een paar tikjes naar beneden als je je onderin het huidige menu bevindt. Sony zou er goed aan doen om deze twee punten alsnog via een firmware-update toe te voegen. Prettig is wel dat de instelbalkjes van de displayopties linksonderaan worden getoond, zodat ze de EyeOne Pro-meter niet in de weg staan bij het kalibreren.
:fill(white)/i/1279530044.jpeg?f=thumb)
De ingebouwde, digitale handleiding volgt de opbouw van de XMB-interface, waardoor een toelichting makkelijk te vinden is. Voor specifieke termen is er een index beschikbaar.
Aan het invoeren van tekst, bijvoorbeeld om de hdmi-poorten een naam te geven of bij de online diensten, moeten we even wennen: hierbij wordt hetzelfde systeem gebruikt als bij mobieltjes, waarbij meerdere karakters onder een cijfer zitten. Op het scherm worden de verschillende opties per cijfer getoond. Voor speciale karakters, de delete-knop en spaties moet met de d-pad worden gescrold.

In principe herkent de NX800 welk type content wordt afgespeeld. De instellingen worden daar automatisch aan aangepast, maar het is ook mogelijk om zelf een scènestand te kiezen voor bijvoorbeeld games, films en foto's. Op de afstandsbediening heeft Sony een knop voor de scènekeuze ingeruimd.

Online content
Waar sommige fabrikanten alleen kunnen bogen op YouTube, Twitter of Picasa, heeft Sony de NX800 gevuld met een groot aantal kanalen of diensten. Vooral videodiensten zijn sterk vertegenwoordigd, al moet er wel regelmatig een minuutje gewacht worden terwijl de NX800 de indexen van het internet hengelt.
Via de videocategorie in de XMB-interface zijn onder meer recente NOS Journaals te bekijken, er zijn FIFA World Cup- en EuroSport-kanalen met interviews en documentaires, en met Video Detective zijn nieuwe filmtrailers te zien. De resolutie van de meeste videobeelden is echter laag en compressieblokken zijn duidelijk zichtbaar. Vooral bij de FIFA World Cup Collection is dat jammer.
:fill(white)/i/1279533972.jpeg?f=thumb)
Verder is er het Ford Models Fashion and Lifestyle-kanaal en het vergelijkbare Style.com, er is een dienst waar podcasts gevolgd kunnen worden en Concierge.com streamt reisvideo's. Liefhebbers van klassieke muziek kunnen zich wenden tot de Berliner Philharmonischer-videodienst.
:fill(white)/i/1279533978.jpeg?f=thumb)
Via Netwerk in de XMB-interface is ook de Yahoo-widgetdienst te benaderen. Terwijl de tv toch al niet snel is, is deze widgetinterface werkelijk niet vooruit te branden, waardoor de interface vaak naijlt van de gefrustreerde toetsindrukken. Even door foto's bladeren is er dan ook niet bij. Ook is de kolomindeling van de widgets onhandig.
Slim van Sony is wel dat ze hebben afgedwongen dat voor de menustructuur en de layout van diensten een vast stramien wordt aangehouden. Hierdoor zijn nieuwe diensten snel te doorgronden.
Kalibratie en energieverbruik
Sony heeft het aantal beeldmodi redelijk overzichtelijk gehouden: er is keuze uit Standard, Custom en Vivid. Bij elke modus kan bij de kleurtemperatuur gekozen worden uit Cool, Neutral, Warm1 en Warm2. Vivid valt af vanwege de extreem felle weergave, maar de twee andere standen zijn redelijk vergelijkbaar.
Bij de keuze voor de kleurtemperatuur vallen Cool en Neutral direct af. Warm1 heeft ook nog steeds een iets te hoge kleurtemperatuur, terwijl de Warm2-stand bij het 30-procents witpatroon weer iets te 'warm' is. We kozen toch voor de Warm2-stand omdat hierbij de 6503 Kelvin beter wordt benaderd.
Out-of-the-box
Dat de Custom/Warm2-combinatie wat te warm oogt in de onderste regionen, komt volgens de metingen doordat het rode kanaal iets overheerst. Groen en blauw blijven over de gehele linie iets achter. Alhoewel de verschillen nog binnen de bandbreedte van vijf procent liggen, zullen de drie kleurlijnen na kalibratie hopelijk nog iets dichter naar de gewenste honderd procent kruipen.


Wat betreft de kleuropspanning van de primaire en secundaire kleuren kunnen we alleen maar applaudiseren. De waarden voor deze zes kleuren wijken in alle gevallen slechts minimaal af en de verschillen zijn met het blote oog niet of nauwelijks waarneembaar. We willen dus alleen nog de kleurtemperatuur van gemiddeld 6320 Kelvin beter in overeenstemming met de Rec. 709-specificatie brengen.
Overigens hebben we voor de out-of-the-box metingen de backlight al van standje 5 naar 7 verhoogd, om de helderheid van het honderdprocents witpatroon tussen de 120 cd/m² en de 140cd/m² te krijgen. De brightness werd van 50 naar 52 opgeschroefd aan de hand van het zogeheten pluge-patroon.
Kalibratie
Bij de grijswaardenkalibratie ondervonden we wat problemen. De bias voor de donkerder grijswaarden kon goed ingesteld worden, maar als we aan de hand van de metingen de gain voor de lichtere grijstinten aanpasten, dan werd het beeld veel te groen. Met de standaardwaarde werd wel de juiste tint weergegeven. Mogelijk dat een filterlaag op het paneel of de glasplaat de metingen in de war schopte.


Wel is zichtbaar dat bij het honderdprocents witpatroon het rode kanaal wat afzwakt. Aangezien Sony alleen een tweepunts grijswaardenkalibratiemogelijkheid heeft toegevoegd, kunnen we daaraan niets veranderen.
Zoals gezegd hoefde de gamut van de NX800 niet te worden aangepast. Volgens de grafiek hebben rood en blauw iets te weinig verzadiging, maar zijn groen en de secundaire kleuren nagenoeg perfect.

Al met al kunnen we stellen dat, ondanks een iets te warme kleurtemperatuur, de tv standaard redelijk goed is afgesteld.
De gammawaarde kwam uit op een gemiddelde van ongeveer 2,14. Dit is minder dan de beoogde 2,2, waardoor het beeld iets te snel overgaat van donker naar licht. Het aanpassen van de gamma in het menu naar -1 bracht de gammawaarde naar een te hoge 2,26, maar de zwartwaarde was daar wel bij gebaat. Die daalde van 0,075cd/m² naar 0,037cd/m². Met een helderheid van 119cd/m² voor een honderdprocents witpatroon komt de contrastverhouding uit op 3216:1.
Paneel
Sony maakt bij de NX800 waarschijnlijk gebruik van een uv2a-paneel van Sharp. Dit is onder meer af te leiden uit de pixelstructuur van de NX800. Ten opzichte van de vorige generatie panelen van Sharp, die onder meer werd gebruikt voor de Sharp LE700E, heeft uv2a als voordelen dat een dieper zwart is weer te geven, dat pixels meer licht doorlaten waardoor het energieverbruik van de tv omlaag kan, en dat door de nieuwe structuur pixels naar verluidt sneller kunnen schakelen.
Uniformiteit
De uniformiteit van de gebruikte lcd zou wat beter kunnen. Bij het 5x5 checkerboard-patroon maten we 120cd/m² in het midden van het scherm, maar de lichtopbrengst daalde naar ongeveer 95cd/m² aan de randen van het paneel. Wordt een geheel zwart vlak aan de tv geserveerd, dan zijn vooral de hoeken zichtbaar lichter. In de praktijk zal je een dergelijk patroon niet zo vaak zien, maar bij scènewisselingen is het op te merken.

Kijkhoek
De kijkhoek is niet al te indrukwekkend. Al bij een kleine kijkhoek worden kleuren al wat fletser en lijkt er een waas over het beeld te zitten. Het glas vertoont relatief weinig reflecties. De contrastvermindering en kleurverschuiving is in meer of mindere mate inherent aan lcd-technologie.
:fill(white)/i/1279292196.jpeg?f=thumb)
Energieverbruik
Het gemeten energieverbruik van het gekalibreerde toestel schommelt tussen de 92W en 96W, terwijl de tv zonder kalibratie enkele watts meer opsoupeert. Voor een 40"-hdtv met edge-lit led-backlight zijn dat geen uitzonderlijk lage waarden, maar de tv kan met de concurrentie meekomen.
HQV-testen
HQV-tests
Om de beeldverwerkingsalgoritmes van de tv te testen, maken we gebruik van versie 2.0 van de HQV-testsuite.
Ruisreductie
Bij de zeilboot- en meer nog bij de bloemenscène vinden we de Low-stand de prettigste. De detaillering van patronen is niet veel minder dan als de ruisonderdrukking uit staat, maar er wordt ook maar weinig ruis verwijderd. Bij de Middle- en vooral de High-stand blijven de dansende ruispixels beter stilstaan, maar er blijft een korrelige waas zichtbaar. De achtergrond bij High is het rustigst, maar daar staat wel detailverlies tegenover.

Met het afvangen van compressieruis heeft de tv wat moeite. Het Ferris Wheel-logo lijkt in alle standen wel te pulseren, alsof de compressieruis als een knipperlicht aan en uit wordt gezet. Hier zouden wij Middle adviseren, maar heel veel verschil tussen de drie standen is er niet. Het knipperlichteffect is sterker bij sd-bronmateriaal.
Tekstoverlay
De HQV-disk bevat ook een test voor de correcte weergave van ondertiteling, die vaak een andere framerate heeft dan het originele filmmateriaal. Hierbij kan shredding optreden: als gevolg van verkeerde de-interlacing worden de letters dan 'uit elkaar getrokken'.

In alle Film Mode-standen geen problemen met tekstoverlay. Deze is soms iets schokkerigs, maar dat hoort meer bij het 24Hz-bronmateriaal, dan dat de letters van de ondertiteling echt uit elkaar worden getrokken. Wel is de Film Mode 'off' het rustigst, terwijl bij Auto1 en Auto2 de scrollende letters iets te lijken naijlen.
Film Resolution Loss-test
Bij de 'Film resolution loss'-test wordt gekeken hoe goed de tv 1080/24p-filmmateriaal uit een 1080/60i-signaal kan reconstrueren. Die laatste signaalsoort wordt veel door kabelbedrijven gebruikt. Deze reconstructie van 24Hz-materiaal staat ook wel bekend als 'inverse telecine'.

In alle Film Mode-standen - Off, Auto1 en Auto2 - worden de 2:2- en 3:2-filmcadansen niet herkend. Vreemd is dat deze cadansen bij het Response Time-onderdeel van de HQV 2.0-disk wel kortstondig worden opgepikt, maar dat de tv dan kennelijk toch de draad weer kwijtraakt. Andere cadansen als 2:4:4:2 worden niet door de NX800 herkend, maar we zijn nog geen tv tegengekomen die deze exotische formaten wel correct verwerkt.
Jaggies
Bij de draaiende balk is alleen een lichte stairstepping rond de middellijn zichtbaar. Wel blijkt uit het ronddraaiende waaierpatroon met verschillende grijstinten dat bij een aantal lijntjes getrapt worden weergegeven.


Praktijktest en conclusie
Praktijktests
We hebben de NX800 in de praktijk getest met een aantal blu-ray's en dvd's. Hierbij hebben we vooral gekeken naar de verschillende bewegingscompensatiestanden en het wegfilteren van ruis.
De werking van MotionFlow en Film Mode zijn goed te zien bij de witte toendrascène van de Earth-blu-ray. De combinatie van MotionFlow op High en Film Mode op Auto1 gaf het rustigste beeld voor de ogen. Af en toe vertoonden de randen van de witte ondertiteling wat flikkeringen, maar de artefacten bleven binnen de perken.
:fill(white)/i/1279542457.jpeg?f=thumb)
Als MotionFlow op High wordt gezet, dan weet de NX800 de watervalscène van de Earth-blu-ray vloeiend neer te zetten. Alleen vlak voordat de duik naar beneden wordt gemaakt, zijn rond de rotsen lichte halo's zichtbaar. Wel zijn in deze stand duidelijk bewegingsartefacten rond de staarten van door het moeras wadende aapjes zichtbaar, terwijl ook bij de Happy Feet-blu-ray de High-stand te hoog is. Met de standaard-instelling van MotionFlow zijn deze bewegingsartefacten al bijna niet meer zichtbaar.
:fill(white)/i/1279542460.jpeg?f=thumb)
Ruisreductie lijkt bij Earth niet zoveel invloed te hebben. Aan het begin van een bepaalde olifantenscène is er zelfs behoorlijk veel achtergrondruis die met geen enkele instelling serieus wordt aangepakt.
:fill(white)/i/1279542463.jpeg?f=thumb)
Dvd-content wordt netjes geschaald, zo blijkt uit het bekijken van onder meer de Pearl Harbor-dvd. Wel viel op dat de NX800 bij een 1080i-signaal standaard iets overscan heeft. Om het volledige beeldoppervlak te zien, moet Auto Display Area in het Display-menu worden uitgevinkt en moet de Display Area-instelling op Full Pixel worden gezet.
Audio
Ondanks de geleiding van het geluid van de onderkant van de tv naar voren via de brede design-stand, is het resultaat niet overtuigend. Hoewel de audio voor een dergelijke dunne tv niet direct slecht is te noemen, klinkt het toch allemaal wat gedempt. Ook de ruimtelijkheid van het geluid valt wat tegen.
Gelukkig heeft Sony geluidsvoorkeuzeopties gemaakt voor bijvoorbeeld het bekijken van films, het afspelen van muziek en het spelen van games. Een equalizer-functie ontbreekt, maar het is wel mogelijk om de bas naar wens in te stellen.
Conclusie
Vooral de meegeleverde designvoet, het vlakke uiterlijk en flauwe hoek waaronder de NX800 is te zetten, zullen de aandacht van de consument trekken. Maar ook achter de schermen heeft de NX800 veel te bieden. Zo is wifi ingebouwd, beschikt de tv over voldoende aansluitingen die bruikbaar blijven als de tv wordt opgehangen, en zet het toestel met de fabrieksinstellingen al een goede beeldkwaliteit neer. En hoewel de beeldkwaliteit van de online videodiensten in het pakket van Sony soms niet al te best is, zit er voor ieder wat wils tussen.
Wel zetten we wat kanttekeningen bij het gebruikte plastic aan de achterkant van de tv en de brede voet, en de constructie van de tv kan op sommige punten wat steviger. Ook de prijs kan een sta-in-de-weg zijn: een 40"-C6800 van Samsung is voor honderd euro minder te krijgen. De straatprijs van de NX800 is even hoog als die van de 40"-versie van de Philips 8605H, die op 3d is voorbereid. De NX800 mist deze feature; wie prijs op de derde dimensie stelt, is aangewezen op de HX800, die een slordige 2000 euro kost.