Het massaal verzamelen van metadata van Amerikaanse telefoongebruikers moet worden gezien als een verzekeringspolis tegen terrorisme. Dat vindt de onderdirecteur van de NSA. Volgende week wordt duidelijk of de bevoegdheden van de dienst worden ingeperkt.
NSA-onderdirecteur John Inglis geeft toe dat het verzamelen van metadata van alle Amerikaanse telefoniegebruikers, zoals hun naw-gegevens en informatie over telefoongesprekken, hoogstens één terroristische aanslag heeft voorkomen. Dat zei hij in een programma van de Amerikaanse publieke omroep, waarover The Guardian schrijft.
Desondanks is het programma nodig, denkt Inglis. Volgens hem is het een 'verzekeringspolis' tegen toekomstige terroristische aanslagen. "Ik ga die verzekeringspolis niet opgeven, want het is een belangrijk onderdeel om een naad te bedekken die ik anders niet zou kunnen bedekken", aldus Inglis, die binnenkort met pensioen gaat.
Volgende week maakt de Amerikaanse president Barack Obama waarschijnlijk bekend of en hoe de bevoegdheden van de NSA worden ingeperkt. Adviseurs van de president hebben hem aangeraden om de geheime rechtbank die achter gesloten deuren beslist over het toestaan van het onderscheppen van data en andere vormen van surveillance, te voorzien van een public advocate die in de rechtszaal tegenover de NSA komt te staan. Op dit moment voert alleen de NSA een betoog tijdens zittingen in de geheime rechtbank; rechters klagen dat ze daardoor een erg eenzijdig beeld krijgen.
Vrijdag schreef The Wall Street Journal dat Obama ongerichte spionage op niet-Amerikanen een overtreding van de Amerikaanse privacywet wil maken. Er zou dan sprake moeten zijn van een zekere verdenking voordat er mag worden gespioneerd.