Qimonda zal de productie van dram-geheugen eind deze maand stilzetten. De geheugenfabrikant is nog wel op zoek naar investeerders, maar onderhandelingen met het Chinese Inspur over een belang van 50 procent blijken te zijn gestaakt.
Qimonda, de op drie na grootste fabrikant van dram-geheugen heeft bekendgemaakt dat het gedurende de rest van deze maand de productie in zijn fabriek te Dresden gestaag terug zal schroeven, en dat de apparatuur eind maart op standby wordt gezet. Het in surseance van betaling verkerende bedrijf zegt nog bezig te zijn met gesprekken met investeerders, maar verwacht niet dat er voor het einde van de maand een sluitende overeenkomst op tafel ligt. Het voortzetten van de productie acht Qimonda onverstandig vanwege het lage prijspeil van dram-geheugen, en zonder productie kan het personeel gemakkelijker worden betaald, zo is de redenering. Begin april leidde de surseance-aanvraag van Qimonda echter wel tot een stijging van de geheugenprijzen, en het is niet ondenkbaar dat het stopzetten van de productie tot een verdere prijstoename leidt.
Vanaf 1 april zou de procedure voor schuldafhandeling van start gaan, zo verwacht Qimonda, en die zal vermoedelijk leiden tot de formele opheffing van het bedrijf. Qimonda wil vanaf die datum - mits de financiering rond is - de werknemers onderbrengen bij een transferbedrijf, vanwaaruit eventueel een doorstart moet kunnen worden gemaakt. Onderhandelingen met investeerders zijn in volle gang, en er werd eerder nog gehoopt dat het Chinese Inspur een belang van vijftig procent in Qimonda zou nemen. Maandag werd echter bekend dat deze investeerder niet langer is geïnteresseerd, meldt Bloomberg. Qimonda probeert nog anderen warm te maken om te investeren in zijn nieuwe 46nm buried wordline-technolgie, waarmee de productiekosten een stuk lager uit zouden pakken.
