De Duitse geheugenfabrikant Qimonda heeft bij de rechtbank in München surseance aangevraagd. Onderhandelingen over het vorig jaar aangekondigde hulpprogramma mislukten en de problemen verergerden door nieuwe verliezen.
In december vorig jaar leek het er nog op dat het al tijden kwakkelende Qimonda overeind kon blijven dankzij een lening van 325 miljoen euro van Infineon, de Duitse deelstaat Saksen en een Portugese bank. Qimonda heeft nu echter bekendgemaakt dat dat reddingsplan niet op tijd uitgewerkt kon worden. Het bedrijf heeft nu uitstel van betaling aangevraagd in een poging om de reorganisatie alsnog tot een goed einde te brengen.
"De Duitse wetgeving biedt de mogelijkheid om het al gestarte herstructureringsproces te versnellen en het bedrijf zo weer een solide basis te geven", zo vertelde Qimondas ceo Kin Wah Loh. De topman hoopt dat zijn bedrijf, dat zowel door de overspannen dram-markt als door de kredietcrisis zwaar is getroffen, met steun van de curator levensvatbaar kan blijven. Het is echter de vraag of de in december aangekondigde steunmaatregelen, als die alsnog uitgevoerd kunnen worden, wel voldoende zijn. De geheugenfabrikant heeft volgens persbureau Reuters nog eens 300 miljoen euro extra nodig.
Als Qimonda alsnog failliet gaat, heeft dat ook verstrekkende gevolgen voor Infineon, dat een belang van 77,5 procent in de dram-fabrikant heeft. Het eveneens Duitse Infineon zal dan onder andere 280 miljoen euro aan staatssubsidie moeten terugbetalen. In oktober maakte Qimonda al bekend 3000 man te zullen ontslaan, nu moeten ook de 12.200 overgebleven werknemers voor hun baan vrezen.