Volgens de Consumentenbond is de gemiddelde overstaptijd bij providerwissel nog steeds te hoog. Wetgeving om dit in te dammen lijkt daarom onvermijdelijk, maar de bond roept isp's op om eerst de hand in eigen boezem te steken.
Uit een enquête van de Consumentenbond blijkt dat ruim 17 procent van de mensen die in 2008 van provider wisselden, langer dan 24 uur zonder internet zat. Dat is meer dan driemaal zoveel dan de norm van 5 procent, die staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken met de branche heeft afgesproken. In mei stelde de bewindsman dat er wetgeving zou komen om isp's ter dwingen om providerwissels binnen een dag te laten verlopen als aan het einde van dit jaar blijkt dat de sector niet aan de norm voldoet. Ook de Europese Commissie stuurt op regelgeving aan om providerwissels binnen 24 uur af te dwingen.
Volgens het onderzoek van de Consumentenbond zat meer dan 14 procent van de overstappers langer dan drie dagen zonder internet, en ruim 12 procent zelfs meer dan vijf dagen. In sommige gevallen betekende dit dat de telefoonaansluiting het ook niet deed, maar daarover worden geen cijfers gegeven. Wel vroeg de Consumentenbond wat consumenten vinden van de door Economische Zaken voorgestelde maximumtermijn van 24 uur: 82 procent geeft aan dat zelfs dit al te lang is.
De Consumentenbond roept providers op om zelf onderzoek te doen naar de wachttijd bij overstappen en de resultaten te publiceren. Vermoedelijk zal het Ministerie van Economische Zaken de situatie na 1 januari 2009 ook onderzoeken.