Camera's zijn er in alle soorten en maten: dslr's, systeemcamera's, smartphones, drones, actiecamera's en ook als 360-gradenvariant. Wat onderscheidt die laatste variant van de rest? En wat kun je daarmee wat je met die andere producten niet kunt? Een 360-gradencamera legt alles wat rondom in zicht is, vast op beeld. Dus niet alleen het beeld voor de camera, maar ook dat erachter, inclusief jezelf. Dat is niet in alle gevallen nuttig, maar het unieke is dat je het perspectief van het 360-gradenbeeld achteraf kunt wijzigen. In plaats van dat de kijker op een platform als YouTube handmatig om zich heen moet kijken, kun jij zelf bepalen of deze het beeld voor, naast, boven, onder of achter de camera ziet, evenals het aantal graden - ook achteraf.
Voorbeeldvideo, gemaakt met de 360 camera's uit deze vergelijking.
Doordat je achteraf zelf het perspectief kunt aanpassen lijkt het net alsof iemand anders - of een drone - filmt.
In zekere zin is een 360-gradencamera dus een alternatief voor de actiecamera, wellicht zelfs een opvolger ervan. Alle actie rondom wordt vastgelegd en je kunt achteraf het cameraperspectief wijzigen. Je kunt als het ware de camera laten draaien, niet fysiek, maar virtueel. Dat is niet in alle gevallen nuttig en bovendien zijn er serieuze nadelen. Tijdens onze vorige round-up in 2016 viel het ons op dat de kwaliteit matig was, vooral de hoeveelheid details. Toen was 4k echter nog niet de norm en tegenwoordig filmen 360-gradencamera's zelfs al in een hogere resolutie. Fotograferen in raw is ook steeds vaker mogelijk.
In dit artikel bespreken we de zin en onzin van 360-gradencamera's, de stand van zaken, en drie recente modellen: de GoPro Fusion, de Insta360 One X en de Theta V. De hagelnieuwe Theta Z1, met relatief grote sensoren en lenzen, hebben we zijdelings laten meelopen als benchmark voor de kwaliteit.
Met dank aan Coolblue voor het uitlenen van de Insta360 One X. De andere camera's zijn door de fabrikanten zelf geleverd.