Camera's zijn er in alle soorten en maten: dslr's, systeemcamera's, smartphones, drones, actiecamera's en ook als 360-gradenvariant. Wat onderscheidt die laatste variant van de rest? En wat kun je daarmee wat je met die andere producten niet kunt? Een 360-gradencamera legt alles wat rondom in zicht is, vast op beeld. Dus niet alleen het beeld voor de camera, maar ook dat erachter, inclusief jezelf. Dat is niet in alle gevallen nuttig, maar het unieke is dat je het perspectief van het 360-gradenbeeld achteraf kunt wijzigen. In plaats van dat de kijker op een platform als YouTube handmatig om zich heen moet kijken, kun jij zelf bepalen of deze het beeld voor, naast, boven, onder of achter de camera ziet, evenals het aantal graden - ook achteraf.
Voorbeeldvideo, gemaakt met de 360 camera's uit deze vergelijking. Doordat je achteraf zelf het perspectief kunt aanpassen lijkt het net alsof iemand anders - of een drone - filmt.
In zekere zin is een 360-gradencamera dus een alternatief voor de actiecamera, wellicht zelfs een opvolger ervan. Alle actie rondom wordt vastgelegd en je kunt achteraf het cameraperspectief wijzigen. Je kunt als het ware de camera laten draaien, niet fysiek, maar virtueel. Dat is niet in alle gevallen nuttig en bovendien zijn er serieuze nadelen. Tijdens onze vorige round-up in 2016 viel het ons op dat de kwaliteit matig was, vooral de hoeveelheid details. Toen was 4k echter nog niet de norm en tegenwoordig filmen 360-gradencamera's zelfs al in een hogere resolutie. Fotograferen in raw is ook steeds vaker mogelijk.
In dit artikel bespreken we de zin en onzin van 360-gradencamera's, de stand van zaken, en drie recente modellen: de GoPro Fusion, de Insta360 One X en de Theta V. De hagelnieuwe Theta Z1, met relatief grote sensoren en lenzen, hebben we zijdelings laten meelopen als benchmark voor de kwaliteit.
Met dank aan Coolblue voor het uitlenen van de Insta360 One X. De andere camera's zijn door de fabrikanten zelf geleverd.
Toekomst of hype?
Voordat we de camera's gaan vergelijken, is het goed om te kijken waar we nu staan. Gaan deze 360-gradencamera's de actiecamera's ooit vervangen? Wanneer is het nuttig en wanneer niet? Wat is de vraag naar deze camera's en hoe zien fabrikanten dat? Is de kwaliteit voldoende? Is de link met vr essentieel?
Hierboven zie je de twee losse foto's die apart worden opgeslagen op de GoPro Fusion, en vervolgens de samenvoegingen van respectievelijk de volledige 360 graden in platte weergave en als 'tiny world'.
Kwaliteit
Hoewel er zeker interessante usecases te bedenken zijn voor 360-gradenfotografie en video, zijn er twee spelbrekers. De eerste is het concrete nut voor alledaagse zaken, zie de volgende pagina, en de tweede is de kwaliteit. De kwaliteit van 360-gradencamera's is in vrijwel alle gevallen namelijk lager dan wat je gewend bent van een actiecamera of zelfs een smartphone. Dat komt niet zozeer door de sensor of de fisheyelenzen met de nodige beeldfouten, maar vooral doordat je slechts naar een deel van het beeld kijkt en dus flink wat resolutie verliest. Je kijkt immers niet naar het volledige beeld van een 360-gradencamera, want dat is een nietszeggende, platgeslagen opname. Je kijkt naar een deel van het plaatje met een kleinere beeldhoek, vergelijkbaar met een normale foto of video. Dat zijn bijvoorbeeld 90 graden in plaats van de volledige 360 horizontale graden, oftewel een kwart van de beeldhoek. Dat betekent dus ook dat je naar een kwart van de volledige resolutie kijkt en dat is merkbaar; de details en de scherpte zijn lager dan wat je gewend bent. Voor foto's betekent dit concreet dat de resolutie effectief neerkomt op drie tot vier megapixel.
Bij video is de resolutie nog belangrijker, omdat die flink achterloopt bij die van fotocamera's; 4k-video telt acht megapixel en full hd slechts twee. 360-gradencamera's van de eerste generatie hadden slechts een hd-resolutie, waarvan met een normale beeldhoek effectief slechts een halve megapixel overbleef. Met de huidige 4k- en 6k-modi is er een stuk meer marge en is de beeldkwaliteit dus in beginsel hoger. En dat is merkbaar. Met een resolutie van 3840x1920 pixels, of 4k, blijven er effectief circa 960x480 pixels over en met 5760x2880 beeldpunten, ongeveer 6k, worden dat er 1440x720. Gaan we uit van de eerdere rekensom, dan kijk je bij een hd-resolutie dus effectief naar een halve megapixel, wat verklaart waarom de beelden nogal onscherp ogen. Voor een goede 360-gradenvideo heb je dus eigenlijk 8k of 16k nodig en is 4k het absolute minimum.
Los van resolutie speelt ook de hardware een rol. Een bolvormige fisheyelens is een garantie voor lensfouten, zoals chromatische aberratie en onscherpte in de uiterste hoeken van de lens. Bovendien gebruiken de fabrikanten meestal kleine smartphonesensoren en dus dito kleine lenzen, waarvan het oplossend vermogen beperkt is.
Kwetsbaarheid
Een belangrijk verschil met een ander soort camera, zoals een actiecam of smartphone, is de relatieve kwetsbaarheid. Een 360-gradencamera heeft zowel een lens aan de voorkant als een aan de achterkant, dus als je hem neerlegt, raak je vrijwel altijd de lens. Die is bovendien vrij groot en bol, en lenskappen als bescherming ontbreken. Een smartphone heeft een vergelijkbare kwetsbaarheid, alleen zijn die lenzen niet bol en raken ze dus niet altijd de ondergrond. Alle fabrikanten leveren een hoesje mee als bescherming. Omdat de Theta en Insta360 langwerpig zijn, kun je die van hen er simpelweg overheen schuiven. Bij de GoPro kan dat niet. Deze heeft een vierkant hoesje met een ritssluiting. Op zich is dat goed werkbaar, maar toch minder ideaal. Het vergt iets meer werk en het proces is foutgevoeliger. Bovendien gaat de rits maar tot twee derde van de sluiting, vanwege de GoPro-mount die uitsteekt. In die zin zijn de langwerpige camera's wat prettiger in gebruik, ook om even snel een shot uit de hand te maken. Bij de GoPro heb je een statief nodig. Het goede nieuws is dat dit standaard wordt meegeleverd.
Wanneer is 360 graden nuttig?
In principe lijkt een 360-gradencamera een alternatief of misschien zelfs een opvolger van de actiecamera. Een actiecamera monteer je op een helm, stuur of voorruit en de groothoeklens van de camera legt vervolgens alles wat je voor je ziet, vast in een video. Meestal gaat het dan om een beeldhoek van ongeveer 170 graden. Dat is een mooie grote hoek, maar je ziet nog steeds slechts een deel van wat zich om je heen afspeelt. Je kunt bijvoorbeeld niet achteruit kijken, zoals naar het publiek of een vriend(in), tenzij je daadwerkelijk op dat moment je hoofd draait. Met een 360-gradencamera is dat probleem opgelost. Daarmee wordt vrijwel alles om je heen vastgelegd en kun je ook achteraf naast of achter je kijken. Dat kan leuke beelden opleveren, vooral als er daadwerkelijk 360 graden rondom actie is. In veel gevallen is echter het blikveld van de kijker, dus recht vooruit, het interessantst en is de meerwaarde van het achteraf kunnen rondkijken beperkt.
Achteraf het perspectief bepalen
Een relatief nieuwe trend is het 360-gradenbeeld verwerken tot een standaard 16:9-video. Een voorbeeld hiervan staat op de eerste pagina. Deze methode heeft twee grote voordelen. Het eerste is dat de video op alle apparaten en platforms te zien is en dat mensen niet handmatig het beeld hoeven te draaien. Het tweede, nog grotere voordeel is dat jij als beeldmaker exact bepaalt wat de kijker te zien krijgt. Juist omdat een 360-gradencamera alles om zich heen ziet, kun je gemakkelijk achteraf het perspectief aanpassen, evenals de beeldhoek. Zo kun je bijvoorbeeld met een vloeiende beweging wisselen van cameraperspectief, door bijvoorbeeld in een foto of video eerst jezelf in beeld te brengen en vervolgens 180 graden te draaien naar het perspectief voor je en eventueel af te sluiten met een tiny-worldeffect, waarbij alle 360 graden in beeld zijn.
Het tinyworld-effect
Het kunnen draaien van de camera zonder fysieke beweging is een enorme plus en datzelfde geldt voor het in real time kunnen aanpassen van de beeldhoek die de kijker te zien krijgt, van close-up tot alle 360 graden. Het stelt je ook in staat om cinematische trucs uit te halen. Voorbeeld: gooi een basketbal door het net en laat iemand anders dat filmen door de 360-gradencamera op een selfiestick eerst door het basketbalnet heen te steken en deze vervolgens naar beneden te trekken op het moment dat de bal erdoorheen gaat. Je monteert de video dan zo dat deze begint met jou in beeld en eindigt met het perspectief omhoog. Het kunnen wisselen van perspectief heeft iets magisch, doordat je niemand ziet die de camera beweegt of vasthoudt. Deze vorm is bovendien bruikbaar op alle platforms, dus ook op Instagram. Bovendien laat je de kijker alleen het interessantste deel zien en niet alle 360 graden.
Let er wel op dat de meeste camera's de sensor verticaal hebben geplaatst en dat je dus standaard in het 9:16-formaat schiet in plaats van 16:9, oftewel staand in plaats van liggend. Dit is aan te passen, maar daarmee moet je tijdens het filmen wel rekening houden, anders is het al snel te krap.
Selfiestick
Doordat alle 360-gradencamera's de selfiestick of het statief wegpoetsen, lijkt het alsof iemand anders of een drone het gefilmd heeft. Een selfiestick is eigenlijk noodzakelijk, want als je uit de hand fotografeert of filmt, krijg je een surrealistische vertekening die erg afleidt. Met een lange stick van een tot drie meter wordt het perspectief zo klein dat het lijkt alsof er met een drone is gefilmd. Tweaker Gutteguttegut heeft een leuke 360-gradenvideo gemaakt bij de watervallen van Schaffhausen in Zwitserland.
Door een selfiestick op verschillende posities te monteren kun je een heel dynamische video maken, waarbij je bijvoorbeeld eerst van boven filmt en dan van voren.
Altijd alles in beeld
Een 360-gradencamera is wel een ultieme selfiecamera. Struikelen over de selfiesticks is er niet meer bij, want hoe je de camera ook vasthoudt, je staat er altijd op en iedereen in de buurt ook. Bij toeristische attracties willen mensen vaak een foto van zichzelf maken met het uitzicht op de achtergrond. Een 360-gradencamera kun je simpelweg recht voor je houden en dan hoef je alleen nog maar te glimlachen. De camera legt dan in één klap het onderwerp, de fotograaf en zijn of haar gezelschap vast. Bij het delen van de foto kun je alsnog kiezen of je jezelf in beeld wilt hebben, alleen het hoofdonderwerp of beide. Via de app kun je vrij gemakkelijk achteraf het perspectief voor de compositie bepalen, evenals hoeveel graden je in beeld wilt hebben.
Toen de eerste 360-gradencamera's op de markt verschenen, was Facebook een van de eerste socialemediaplatforms die het ondersteunden. Bij het beeld, de foto of de video, verscheen een icoon dat aangaf dat het kon draaien. Zeker in het begin leidde dat tot veel exposure, want het was een nieuwe beleving van beeld. Toch ging de lol er voor veel gebruikers al snel vanaf, want niet iedereen heeft zin om beeld te bewegen om het interessantste deel op te zoeken.
De hype is intussen wat gaan liggen, hoewel er nog steeds regelmatig draaibare 360-gradenfoto's en video's worden gedeeld. Omdat je veel leuke effecten kunt maken dankzij het achteraf instelbare perspectief, zien we ook steeds meer 16:9-video's met spectaculaire effecten die met een 360-gradencamera zijn gemaakt, maar niet draaibaar zijn.
Wanneer (niet) nuttig?
In veel situaties heeft een 360-gradencamera beduidend minder of zelfs geen nut. In het begin is het natuurlijk leuk om zoveel mogelijk situaties vast te leggen, maar al snel blijkt dat het best lastig is om een situatie te vinden waarbij alle hoeken rondom je interessant zijn. Een zo gefilmd concert bijvoorbeeld, is de eerste keer wellicht vernieuwend, maar in een dergelijke situatie kijk je in principe altijd dezelfde kant op en is het maar op weinig momenten echt interessant om achterom, naar het publiek, te kijken. Voor evenementen en (straat)optredens geldt hetzelfde. Bovendien moet je vanwege de enorm grote hoek vrij dicht bij de actie staan. Ook tijdens een autorit is een blikveld van 360 graden weinig boeiend, tenzij je de camera op het dak monteert. Eigenlijk is het alleen nuttig of interessant als de volledige omgeving, dus zowel de voor- als de achterkant, boeiend genoeg is om vast te leggen.
Zakelijk gebruik
Consumenten kunnen zeer leuke beelden maken met een 360-gradencamera, bijvoorbeeld creatief beeldmateriaal of in plaats van een actiecamera, maar waarschijnlijk niet het hele jaar door. Ook voor zakelijk gebruik zijn deze camera's interessant. Denk aan een makelaar die iedere ruimte in een huis ermee vastlegt. Of winkels die hun interieur op Google Maps plaatsen. Of voor speciale effecten in videoproducties.
Het is bijvoorbeeld ook interessant tijdens een bruiloftsceremonie, waarbij je de ambtenaar, het bruidspaar én de aanwezigen vastlegt. Voor makelaars is een 360-gradencamera nuttig, omdat hiermee de kamers van een huis rondom kunnen worden vastgelegd, zodat een geïnteresseerde van te voren een veel beter beeld krijgt. Onder andere Funda.nl maakt al volop gebruik van de nieuwe mogelijkheden. Aansluitend daarop zijn er meer, vooral zakelijk getinte mogelijkheden, zoals het virtueel rondkijken in een winkel, in een bedrijf of bij een evenement. Ook als je bijvoorbeeld met een groep vrienden aan het skiën bent, is rondom filmen leuk, want zelfs als je de voorste bent, kun je naar je vrienden kijken. En mocht je vr-films willen maken, dan is zo'n camera of een set-up met verscheidene standalone camera's natuurlijk een verplichting.
Specificaties: overeenkomsten en verschillen
Tijdens onze eerste vergelijkingstest in 2016 was er nog sprake van een flinke opmars. Kickstarter-projecten buitelden over elkaar heen en gerenommeerde fabrikanten kondigden allemaal 360-gradencamera's aan. Inmiddels zijn ze daar bijna allemaal ook weer mee gestopt. Zo zijn de 360fly, Tammago, Vuze, PanoView, LG 360 en Nikon KeyMission 360 (vrijwel) niet meer te krijgen. Samsung heeft twee versies van de Gear 360 uitgebracht, maar ook deze krijgen vooralsnog geen vervolg. Garmin heeft nog wel 360-gradencamera's, maar gaat ze uitfaseren. Kodak en het Chinese Yi hebben ze ook, maar die laatste is in de Benelux niet verkrijgbaar en de eerste reageerde niet op onze herhaalde pogingen om contact te krijgen voor een testexemplaar. Zo bleven er drie recente modellen over: de Ricoh Theta V, de Insta360 One X en de GoPro Fusion. Daarnaast hebben we de pas aangekondigde Theta Z1 als referentiemodel gebruikt. Deze is in principe veel te duur voor de consumentenmarkt, maar heeft twee relatief grote 1"-sensoren en het bijbehorende grotere glaswerk. Dat levert in theorie een betere beeldkwaliteit op.
Theta, Insta en Fusion
Ricoh was met de Theta de pionier in de 360-gradencameramarkt en heeft er in de afgelopen jaren heel wat concurrentie bijgekregen, maar ziet dat nu weer teruglopen. Dat was wellicht de reden om nog iets meer de niche op te zoeken door naast de Theta V ook de Z1 uit te brengen. Die heeft twee relatief grote 1"-sensoren en biedt daarmee naar verluidt nog meer kwaliteit. Wel tegen een prijs van 999 euro, waardoor hij slechts voor een beperkte groep interessant is. Hij was voor onze test niet op tijd beschikbaar en eigenlijk ook te duur. GoPro's werden al jaren in 360-opstelling gebruikt in een speciale rig met twee of meer camera's, maar die beelden moesten dan nog wel handmatig aan elkaar worden geplakt. In 2017 kwam GoPro alsnog met de Fusion, een GoPro Hero 7-achtige camera met beeldstabilisatie en een waterdichte behuizing, maar dan met twee camera's. Een relatieve nieuwkomer op de markt is Insta360, dat met de One X hoge ogen gooit.
Bij veel modellen is het mogelijk om foto's in het rawformaat op te slaan, waardoor bijvoorbeeld de belichting kan worden geoptimaliseerd in beeldbewerkingssoftware zoals Photoshop
Vergelijking
Als we puur kijken naar de specificaties, dan valt direct een aantal zaken op. Alle camera's kunnen filmen in 4k, wat tegenwoordig gangbaar is, maar de GoPro en Insta360 gaan nog een stuk verder met 5,2 en 5,7k. Deze modellen ondersteunen ook hogere framerates, zij het op lagere resoluties, van 50 tot 100fps.
Alle modellen bieden zowel wifi als bluetooth. Op de Theta V na is er ook ondersteuning voor rawbestanden. De Theta V heeft wel als enige een microfooningang. De GoPro Fusion is de enige die van zichzelf al helemaal waterdicht is; je kunt ermee snorkelen en duiken tot vijf meter diepte. Voor de andere modellen heb je daarvoor een onderwaterbehuizing nodig.
De One X is met een gewicht van 91g een stukje lichter dan de rest. De Theta Z1 is het zwaarst, maar dat is logisch door de grotere optiek. Beide Theta's hebben ingebouwd geheugen, terwijl de One X en Fusion hun beelden wegschrijven op micro-sd-kaartjes; de Fusion heeft er zelfs twee nodig. De Fusion en de Z1 zijn de enige modellen met usb-c.
GoPro's werden al jaren gebruikt voor 360-gradenvideo, maar dat was op basis van speciale rigs met daarin minimaal vier losse actiecamera's. Dit levert een enorme hoeveelheid beeldinformatie op, maar de afzonderlijke videostreams moesten nog wel softwarematig aan elkaar worden geplakt zonder harde scheidslijn en een eventueel gebruikt statief moest eveneens handmatig worden weggepoetst. De GoPro Fusion is een alles-in-éénoplossing en doet dit allemaal automatisch. Daarmee had GoPro bovendien een antwoord op de concurrentie, want een rig was uiteraard beduidend duurder. Aanvankelijk kostte de Fusion zo'n 700 euro, maar momenteel is hij voor circa 430 euro te krijgen.
Over de vorm van de Fusion kun je discussiëren. Voor GoPro-bezitters lijkt hij vertrouwd, want vorm en bediening zijn vrijwel dezelfde als die van de recente actiecamera's van het merk, al is hij natuurlijk wel een stukje groter. Er zijn vergelijkbare ontwerpen, zoals die van 360fly en Kodak, die eveneens voor een vierkante in plaats van langwerpige vorm hebben gekozen. Toch vinden we die langwerpige vorm, zoals die van de Theta en Insta360, prettiger en praktischer. Als je met de GoPro uit de hand een foto of video maakt, zit je hand bijvoorbeeld heel dicht bij de lens en dat ziet er niet fraai uit. Ook het meegeleverde hoesje met rits is minder praktisch, omdat je er twee handen voor nodig hebt.
Als compensatie heeft GoPro een statief meegeleverd en dat is erg netjes. Het is een compact, maar praktisch exemplaar. Door te draaien kun je het uitschuiven, waardoor het circa 30cm lang wordt en aan de onderkant heeft het uitklapbare pootjes, waardoor je het op een vlakke ondergrond kunt neerzetten. Voor de andere camera's moet je zelf een statief kopen. Als selfiestick is het GoPro-statief wel aan de kleine kant; meer afstand geeft vaak een leuker resultaat. Door zijn omvang is het wel een voordeel dat de bevestigingsschroef van de GoPro-mount praktisch geheel onder de camera verdwijnt en daardoor niet zichtbaar. Het statief zelf wordt door de software goed weggewerkt, maar als je het statief uitklapt, zijn de pootjes wel zichtbaar. Doordat het statief vrij breed is, levert het ook redelijk wat schaduw op, en dat wordt niet weggewerkt.
Bediening en opslag
De bediening is prettig en intuïtief, zeker als je al ervaring met GoPro-actiecamera's hebt opgedaan. De bediening werkt via twee knoppen waarmee je snel de belangrijkste opties kunt wijzigen, zoals overschakelen van de foto- naar de videostand. Het kleine schermpje is prima leesbaar in de zon en dankzij de grote knoppen kun je de camera gemakkelijk bedienen. Dat gaat nog gemakkelijker als je de app gebruikt. Verbinding maken is vrij eenvoudig; de camera wordt meestal vanzelf gevonden als hij aanstaat en je de app hebt gestart. Als je je smartphone of de Fusion hebt uitgezet, moet je even klikken om opnieuw verbinding te maken. Ook de spraakbediening kan van pas komen.
Voor de opslag gebruikt GoPro een afwijkend concept: er zijn twee micro-sd-kaarten nodig, want de beelden van de twee camera's worden apart opgeslagen. Met één ontbrekend kaartje kun je al niets meer. Omdat de ruwe beelden gescheiden worden opgeslagen, worden ze pas samengevoegd als je ze via de app of desktopsoftware bekijkt. Dat heeft als voordeel dat de kwaliteit van het samenvoegen in de toekomst verder kan worden verbeterd, bijvoorbeeld als de app wordt geüpdatet, dus ook voor oudere foto's. Het nadeel is dat je de foto's moet stitchen voordat je er iets mee kunt, terwijl je bij de andere camera's de opgeslagen beelden direct kunt bekijken via de meegeleverde software. De GoPro VR Player kan vreemdgenoeg zelf niets met de twee losse beelden; je moet deze eerst renderen via Fusion Studio en dat kan uren duren. De workflow is dus wat complexer dan de andere camera's, al biedt de software wel veel instellingsopties.
In tegenstelling tot de concurrentie zijn de lenzen van de Fusion niet uitgelijnd. Dit wordt in de software gecorrigeerd.
In de praktijk
De beeldstabilisatie van de Fusion is op het niveau van dat van de GoPro 7 en dus zeer effectief. Ook op hobbelige weggetjes blijft het grootste deel van het beeld stabiel en daardoor prettig om naar te kijken. De camera gaat goed om met felle hooglichten, maar is wel gevoelig voor flares als de zon fel schijnt. Wat fijn is, is dat de Fusion standaard waterdicht is. Tot vijf meter diepte is geen onderwaterbehuizing nodig. Je kunt er dus probleemloos mee gaan snorkelen. Ook als er onverwacht een regenbui losbarst tijdens het maken van een timelapse, hoef je niet in paniek te raken. Een ander voordeel is de verwisselbare accu, net als bij de reguliere GoPro's. Het opnemen van twee 4k-streams kost redelijk wat accucapaciteit en soms is het praktischer om de camera wat langer aan te laten, in afwachting van het juiste moment. Met een tweede accu kun je direct verdergaan waar je gebleven was. Met een usb-c-aansluiting is de Fusion ook bij de tijd. De concurrentie gebruikt nog micro-usb, met uitzondering van de veel duurdere Theta Z1.
Met de GoPro-app kun je net als bij de Insta360 een foto of video als reguliere video opslaan, waarbij je achteraf het perspectief van de camera dynamisch kunt bepalen. Dat ziet er al snel indrukwekkend uit en is vaak ook praktisch, omdat je het dan op ieder platform kunt delen. GoPro noemt het 'overcapture' en het werkt door een eerder opgenomen 360 graden-video via de app af te spelen en vervolgens het perspectief aan te passen door te bewegen. De Insta360 en Theta's kunnen dit ook en bieden nog wat meer mogelijkheden, zoals voorgeprogrammeerde effecten.
Insta360 One X
Insta360 is een Chinees bedrijf uit Shenzhen. Het bedrijf begon met de Nano in 2016, die via de Lightning-aansluiting aan een iPhone kon worden gekoppeld. In 2017 volgde de Air voor Android. In 2017 verscheen de One, waarmee het grotere bekendheid kreeg. Diens opvolger, de One X, werd in augustus 2018 aangekondigd.
De One X heeft net als de Theta een langwerpige vorm, maar is een stuk compacter. Hij past daardoor gemakkelijker in een broekzak. Ook over het knoppenspel is goed nagedacht; het zijn er maar twee, net als bij de GoPro. Met de kleine knop zet je hem aan en uit, en wissel je van modus. Met de grote knop start je een opname. Beide knoppen zitten aan de voorkant en zijn dus goed te bedienen, ook als je de camera ergens op gemonteerd hebt. De camera start snel en is vanuit de uitstand na ongeveer vier seconden klaar voor gebruik. Een ledje aan de onderkant van de camera geeft aan wat hij aan het doen is. De matte afwerking van de camera is wel gevoelig voor vet en vingerafdrukken.
Er is een klein rond, monochroom scherm met ruimte voor vier regels, waarmee je door het menu kunt bladeren. Dit gaat minder intuïtief dan bij de GoPro. Je moet bijvoorbeeld een menu afsluiten voordat je verder kunt, maar het is goed te doen. Een serieus minpunt is dat het schermpje in de felle zon zeer slecht leesbaar is, zeker van een afstand. Het licht dat van het scherm komt, is niet krachtig genoeg. Insta360 had wat ons betreft beter voor een traditionele dotmatrix-lcd kunnen kiezen, zoals GoPro heeft gedaan, of voor een contrastrijk oledscherm, zoals dat van de Theta Z1.
De One X heeft net als de Theta V een micro-usb-aansluiting voor het laden of het koppelen met een pc. We hadden liever usb-c gezien, net zoals bij de GoPro en Theta Z1. De One X produceert beelden in 5,7k, wat op dit moment het hoogst is van alle 360-gradencamera's voor consumenten. Dat heeft als voordeel dat je meer ruimte hebt om te croppen, en dus meer resolutie en details overhoudt. In lagere videostanden heb je de vrijheid om met meer fps te filmen: 100fps in 3k en 50fps in 4k. Dat is perfect voor het vastleggen van actie, mede omdat je dan slow motion kunt inzetten.
Net als GoPro heeft Insta360 zijn camera van een verwisselbare accu voorzien. Dat is prettig, want daardoor heb je de mogelijkheid om hem na een accuwissel direct weer te gebruiken in plaats van hem aan de beademing te moeten leggen. Het is overigens ook geen overbodige luxe, want de accu van de One X is erg snel leeg. Dat is ook niet gek met zijn kleine voorkomen; de One X-accu heeft een capaciteit van 1050mAh, terwijl de GoPro over een 2620mAh-accu beschikt.
De One X gebruikt standaard hdr, al is dat uit te schakelen. Het voordeel daarvan is dat de camera een evenredigere belichting produceert en minder last heeft van zware overbelichting bij felle lichtbronnen zoals de zon. Er is ook ondersteuning voor rawfoto's, wat als voordeel heeft dat je beschikt over het ruwe beeld, dat zich veel beter laat bewerken dan de jpeg-versie.
Wat even wennen is, is dat de camera standaard dezelfde richting aanhoudt, ook als je hem 180 graden om z'n as draait. Ook al ben jezelf vol in beeld van een van de twee lenzen, als je begon met opnemen in westelijke richting en je draait naar het noorden, verschuift het beeld tijdens het afspelen naar het westen, waardoor je uit beeld raakt. Heel erg is dat niet, want de beste resultaten haal je als je achteraf via de app bepaalt wat wanneer in beeld moet komen. Filmtechnisch is het juist weer handig, bijvoorbeeld als je de camera ronddraait. Het maakt het gemakkelijker om achteraf het cameraperspectief in te stellen.
App als middelpunt
Insta richt zich erg op de app. Daarin vind je diverse bewerkingsmogelijkheden en ook voorbeelden van andere gebruikers. Omdat je niet op alle platforms ruwe 360-gradenvideo's en foto's kunt tonen, kun je met de app een normale 16:9-opname maken, waarbij je zelf achteraf als virtuele cameraman het perspectief kiest en dat gedurende het afspelen in real time kunt wisselen. Zo bepaal jij dus wat anderen zien en hoeven zij niet eindeloos rond te draaien op zoek naar iets interessants.
Het kan op drie manieren: 'pivot point', 'viewfinder' en 'smarttrack'. De laatste is het gemakkelijkste. Dit zorgt ervoor dat een object of persoon altijd wordt gevolgd, ongeacht de richting waarin hij of zij beweegt. Met pivot point kun je een perspectief kiezen, bijvoorbeeld eerst jezelf in beeld, en daarna 180 graden draaien en laten zien wat jij zag. De app zorgt dan voor een vloeiende beweging van de 'camera'. Met viewfinder kun je 'live' het perspectief van het beeld aanpassen door zelf de camera tijdens het afspelen te draaien. Ook kun je het perspectief, oftewel het aantal graden, groter of kleiner maken. Deze methode werkt prettig en is ook geschikt om een tiny world te tonen. Het is ook mogelijk om volautomatisch dergelijke 'animaties' te maken, van zowel foto's als video's. Vreemd genoeg kan dat pas als je op de deelknop drukt, waar onder 'spin view' zeven opties tevoorschijn komen.
Belangrijk om te weten: de bovenstaande bewerkingen kun je alleen via de app uitvoeren en dus niet met de bijgeleverde software voor Windows en Mac.
Ricoh Theta V
In 2013 luide Ricoh het 360-gradencameratijdperk in met de aankondiging van de Theta. Lange tijd had de fabrikant het monopolie; andere spelers arriveerden pas jaren later. Intussen heeft de tijd niet stilgestaan en is de resolutie opgevoerd van 720p naar 1080p, 4k, 5,7k en hoger. De Theta V is alweer de vijfde generatie van dit model en is redelijk met de tijd meegegaan. Zo kan hij nu filmen in 4k-resolutie, waardoor de details veel fijner zijn dan bij de vorige generatie Theta's. Toch loopt hij achter bij de Fusion en de Insta360 One X, die in nog hogere resoluties kunnen filmen. De Theta Z1 kan dat niet, maar deze compenseert dat met zijn grotere sensoren en lenzen.
De Theta V heeft nog steeds zijn vertrouwde langwerpige vorm en dat is te begrijpen. Doordat hij redelijk lang is, kun je ook uit de hand foto's maken in plaats van met een statief. De opnameknop zit wel erg hoog, waardoor je vingers er dan wat vervormd uitzien. De interface is eenvoudig en mede daardoor zeer prettig in gebruik. Als de camera aanstaat, licht er een ledlampje op met een foto- of video-icoon. Je weet daardoor direct in welke modus de camera staat. Ook op enige afstand en bij veel of weinig licht: recht-toe-recht-aan, maar simpelweg effectief.
Waar we minder over te spreken zijn, zijn de kleine knopjes aan de zijkant. Daarmee zet je hem aan en uit, en schakel je wifi in of uit. Met het laatste wissel je tussen de foto- en videostand. De knopjes zijn vrij klein en steken nauwelijks uit. Als je de camera ergens op hebt gemonteerd, kun je ze niet zien en dan zijn ze op de tast lastig te bedienen. Bij de Insta360 en Fusion is de knopbediening prettiger. Iets anders waaraan we ons in de praktijk stoorden, was dat het relatief lang duurt voordat de camera aangaat. Waar dat bij de Insta en GoPro enkele seconden duurt, moeten we bij de Theta V ongeveer zestien seconden wachten voordat we een opname kunnen starten. Voor bepaalde situaties is dat te lang.
Over het verbinden met een smartphone en het gebruik van de bijbehorende app hebben we geen klachten. Net als bij de Insta360 ONE X vind je daar diverse effecten en animaties die je kunt gebruiken voor je foto's en video's. In totaal zijn het er negen en er is ook een handmatige modus, die prettig werkt.
De Theta onderscheidt zich verder met ingebouwd geheugen. Het voordeel is dat je nooit je geheugenkaartjes kwijt bent en die er ook nooit hoeft uit te halen. Het nadeel is dat je bij intensief gebruik tegen de limiet van 19GB kunt aanlopen en dan beelden moet overzetten voordat je verder kunt gaan.
In vergelijking met de concurrentie blinkt de Theta V niet echt uit in resolutie. De videoresoluties hebben we eerder besproken, maar ook ook de fotoresolutie is met veertien megapixel ondergemiddeld. Dit geldt immers voor de volledige 360 graden, waarvan je vaak maar een klein deel effectief gebruikt. En dat is zichtbaar in de praktijk. De foto's en videos zijn prima, maar bevatten minder details dan die van de andere camera's. Wat we ook jammer vinden, is dat er geen optie is voor foto's in rawformaat. De concurrentie biedt dit wel. Omdat met 360 graden de kans vrij groot is dat je de zon in beeld hebt, leidt dat tot hooglichten en schaduwen, die in raw veel gemakkelijker te corrigeren zijn. Bovendien is de Theta V juist erg gevoelig voor fel licht, wat al snel leidt tot overbelichte delen in beeld. Dat gezegd hebbende is de Theta V de goedkoopste van de drie.
Links een uitsnede van de Theta Z1, rechts van de Theta V. De grotere sensor van de Z1 toont beduidend meer details.
Theta Z1
Begin dit jaar kondigde Ricoh de Theta Z1 aan en deze verscheen onlangs in de winkelschappen. Deze camera bouwt duidelijk voort op de Theta V, maar dan op basis van twee relatief grote 1"-sensoren in plaats van de kleine 1/2,3"-versies die ook in smartphones worden gebruikt. Bij een grotere sensor hoort ook groter glas, waardoor de Z1 een stukje groter en zwaarder is. Deze nieuwe hardware en optiek moeten leiden tot een betere beeldkwaliteit en meer details, en dat kunnen we uit de praktijk bevestigen. De camera biedt beduidend meer details dan de Theta V, zowel in foto's als video's, hij heeft ondersteuning voor raw en is ook veel minder gevoelig voor overbelichting.
De objectieven bestaan uit veertien elementen in tien groepen en voor het eerst is het ook mogelijk om verschillende diafragmastanden te kiezen: f/2.1, f/3.5 of f/5.6. Dat maakt de camera beter inzetbaar in zonnige omstandigheden, omdat overbelichting minder snel zal voorkomen. Het isobereik gaat van 80 tot 6400 en ook fotograferen in raw is mogelijk. De bediening is hetzelfde, maar aan de zijkant zit een extra knop die programmeerbaar is en aan de voorzijde zit een 0,93"-oledscherm dat nuttige informatie toont, zoals foto- of videostand, resterende opnamen en bluetooth of wifi. Helaas start hij net zo traag als de Theta V. De prijs is meer dan twee keer zo hoog als die van de andere camera's, waardoor hij buiten de scope van de meeste consumenten ligt: 999 euro.
Vergelijking beeldkwaliteit
Het vergelijken van de beeldkwaliteit is minder makkelijk dan bij reguliere camera's. Vergelijk je de gehele 360 graden of een uitsnede daarvan? Dat laatste is het meest effectief, want dat is wat de meeste mensen bekijken - bijvoorbeeld op Youtube. Vaak kun je een ruwe foto of video niet direct gebruiken, maar moet deze eerst nog verwerkt worden door de software, zodat hij leesbaar wordt voor alle apps en platformen. De snelste methode is meestal om hem via de bijbehorende app te exporteren, maar het kan ook via desktopsoftware.
Op deze pagina tonen we een aantal voorbeelden van de beeldkwaliteit en geven we zelf een oordeel. De foto's zijn klikbaar en in de video's kun je zelf ronddraaien. Ook de compilatie op de eerste pagina bevat voorbeeldmateriaal, maar dan met een 16:9 uitsnede. Bij die beelden willen we nog opmerken het vreemde zwarte object dat je misschien is opgevallen een GoPro-schroef is. We gebruikten twee verschillende statieven en die worden door de software in de camera netjes weggewerkt. Maar de GoPro-schroef niet. De Theta's en de Insta360 hebben een schroefdraadaansluiting en houden dus geen rekening met een andere bevestiging. Doordat de GoPro-schroef relatief dichtbij de camera zat, verschijnt hij relatief groot in beeld.
Beeldkwaliteit
Eerlijk gezegd is de beeldkwaliteit van alle camera's niet denderend. Doordat je tegen een kleine uitsnede van het beeld kijkt, is het per definitie pixelig. Zelfs 4k of 5,7k is niet afdoende - we moeten minstens naar 8k - of zelfs 16k - om op hetzelfde kwaliteitsniveau uit te komen als wat we nu gewend zijn. Wat ook helpt is een grotere sensor en groter optiek, zo bewijst de Theta Z1 die we in deze vergelijking als benchmark voor de andere camera's gebruiken.
De scherpte en details van de Theta V zijn prima te gebruiken, maar als we pixelpeepen dan zien we daarin de minste details. De GoPro Fusion valt ons ook een beetje tegen op dit vlak. De Theta Z1 is heer en meester en toont veel meer scherpte en details dan de rest. Hoewel de Insta360 One X daar in veel situaties dichtbij in de buurt komt, voor een fractie van het geld.
Ook bij de bovenstaande uitsnede biedt de Z1 details op een compleet ander niveau. De Fusion doet het hier redelijk goed. Het verschil met de One X en Theta V is hier minder groot dan eerder. Het bovenstaande beeld is een uitsnede van een foto. De (draaibare) videoversie kun je hieronder bekijken:
GoPro Fusion
Insta360 One X
Ricoh Theta V
Ricoh Theta Z1
De bovenstaande scene is gefilmd vanaf een statief op een vast standpunt. In de onderstaande scene zijn we een stukje gaan lopen om te kijken hoe de stabilisatie presteerde.
GoPro Fusion
Insta360 One X
Ricoh Theta V
Conclusie
De drie 360-gradencamera's doen in de basis allemaal hetzelfde: alles rondom je vastleggen in stilstaand of bewegend 4k+-beeld. Daarnaast voorzien ze in het digitaal wegpoetsen van de ondergrond inclusief eventuele selfiestick, en in het samenvoegen van twee losstaande beelden en deze via een app omzetten in optimaal bewerkt beeld. Dat laatste kan oftewel in de volle 360 graden of in standaard-16:9- of 9:16-formaat met een door de gebruiker bepaald dynamisch perspectief.
Uiteraard zijn er de nodige verschillen, zowel wat specificaties als wat de praktijk betreft. Alle drie de camera's filmen in 4k, maar de GoPro en Insta360 gaan nog een stuk verder met 5,2 en 5,7k, met als bonus hogere framerates op lagere resoluties: van 50 tot 100fps. Ze vangen daardoor net wat meer detail en je kunt eventueel spelen met slow motion. De GoPro en Insta360 bieden ondersteuning voor raw. Voor de gemiddelde gebruiker zal dit niet belangrijk zijn, maar dit is wat ons betreft een belangrijk voordeel, omdat je de belichting kunt optimaliseren. Aangezien de zon in heel veel gevallen in beeld zal staan, is het fijn als je overbelichte delen wat kunt corrigeren en schaduwen in donkere delen kunt oplichten.
Verder zijn er verschillen die voor een select aantal gebruikers veel kunnen uitmaken. De Theta V biedt als enige een microfooningang, de GoPro Fusion is helemaal waterdicht en de Insta360 is zo klein, licht en compact dat je hem het gemakkelijkste kunt meenemen. Ook niet onbelangrijk: de Theta's hebben ingebouwd geheugen, terwijl de One X en Fusion hun beelden wegschrijven op micro-sd-kaartjes.
In de praktijk vonden we de langwerpige vorm van de Theta's en de One X prettiger dan de vierkante vorm van de GoPro Fusion. Het formaat van die laatste voelt zeer vertrouwd aan als je GoPro-actiecamera's gebruikt, maar is voor dit doel in veel gevallen wat minder handig, ook omdat je daardoor een statief nodig hebt, al wordt dat netjes meegeleverd. We stoorden ons wat aan de trage starttijd van de Theta V en helaas heeft ook zijn duurdere broer, de Z1, daar last van. De One X heeft een kleine accu, maar vonden we in de praktijk wel het prettigst in gebruik.
Hoewel zowel de foto- als met name de videoresolutie flink is toegenomen sinds onze vorige test, is het nog steeds even wennen. Doordat je naar een kleine uitsnede van het 4k+-beeld kijkt, is de resolutie lager dan wat je van een gemiddelde telefoon gewend bent. Bruikbaar zijn de beelden zeker, maar je moet dus niet hetzelfde niveau verwachten. Daarvoor moet ofwel de resolutie nog verder omhoog of moeten er grotere sensoren en lenzen gebruikt worden. Dat laatste is exact wat Ricoh gedaan heeft met de Z1. Het detail van deze camera is in alle gevallen hoger dan dat van de concurrentie. Daarom hebben we hem ook als benchmark voor de andere camera's gebruikt.
Het verschil met de Theta V, de Fusion en de One X is in vergelijking met de Z1 relatief groot. Van de drie komt de One X is dichtst bij de Theta Z1 in de buurt en dat is een knappe prestatie als je naar de kleine omvang en de beduidend lagere prijs kijkt. In combinatie met de prettige bediening, de krachtige app en het compacte ontwerp, vinden we dit model allround de beste.
Scorekaarten zijn geen exacte wetenschap. De verschillende subonderdelen in de tabel zijn in relatie tot elkaar beoordeeld en zijn niet allemaal even zwaar meegewogen voor het eindoordeel.
Ik denk dat sommige mensen nog niet het idee hebben van de potentie van 360 overcapture. Ik ben zelf afgelopen jaar non-stop actief geweest met het uitvogelen van hoe je 360° overcapture op allerlei unieke manieren kan inzetten. Ik heb tijdens skiën afgelopen jaar de Fusion op mijn helm weten te monteren alsof het lijkt dat er een drone achter me aanvliegt: https://youtu.be/ofLSUgBn67Y
Daarnaast heb ik deze zomer in de nieuwe achtbaan van Walibi kunnen filmen (Untamed) en heb daar de techniek inclusief slowmotion in 4k volledig weten toe te passen: https://youtu.be/MqyDktxMPpk
Kort samengevat; 360° video heeft met overcapture extreem veel potentie, als je weet hoe je het moet inzetten.
Mee eens; wat betreft resolutie is er nog meer dan genoeg groei. Ik film alles in 5.7k en zet dat terug naar 4k. Met overcapture valt het gigantisch mee hoeveel resolutie je verliest omdat je vaak 50 tot 90% van je resolutie weergeeft. Zodra ik in overcapture mijn FOV (field of view) onder de 30 zet (100 is volledige 5.7k)
Dan ga je toch wel langzaam de pixels tellen. Daar tegenover; wat ik echt heb gemerkt is dat je alleen overcapture wilt doen als het shot/moment erg bewegelijk is zoals in een achtbaan, op een racemotor of tijdens het skiën. Tijdens zo'n tempo momenten zal niemand het opvallen dat het beeld een seconde even lage resolutie wordt.
dankjewel! Dat was een hele lastige en ik heb het nog nergens anders iemand zien doen.
Ik had maar 25 fps om mee te werken, dus ik heb ontzettend veel frameblending moeten doen om 20x slow-motion moeten krijgen (Wat je ziet in de Untamed onride).
Ik ben het eens, ik heb een budget 360 camera precies voor het doel wat jij hier ook omschrijft. Wel ben ik meer fan van een monopod die je boven je hoofd, voor, achter je houdt. Dan kan je hetzelfde effect krijgen en misschien wel mooier omdat je de stok verder van je lichaam kan houden en meer controle hebt onder welke hoek je wilt filmen. Je krijgt er wel een lamme arm van en je balans houden is iets lastiger, maar op zich is het niet zo lastig. Pikzwarte boekelpistes zou ik niet nemen idd zonder 2 skistokken
Waar ik wel tegen aan loop is de software om dit alles te bewerken heel beperkt is, in ieder geval voor mijn Samsung Gear 360. Bewerken moet in de praktijk op de telefoon wat heel onprettig is en desktop software is ook omslachtig.
Mijn 'beste' workflow is nu stitchen in de standaard actiondirector app en dan in Insta360 de video bewerken. Hierdoor loopt vreemd genoeg audio/video niet meer synchroon en dat fix ik dan weer in FFMPEG.
Het kan zijn dat met duurdere modellen de bijgeleverde software beter is, maar dit is voor mij nu wel echt een struikelblok om de camera vaak te gebruiken.
En Ischgl
[Reactie gewijzigd door Verwijderd op 23 juli 2024 00:39]
Precies wat je zegt; hoe verder de stok van je af staat, hoe beter resultaat je normaal krijgt.
In Walibi mocht ik de stok niet meenemen, dus hield ik de Fusion in mijn hand. Ik ben deze zomer naar Parc Astérix geweest en daar mocht ik wel overal met gestrekte stok en Fusion erop filmen in de achtbanen. Het resultaat is ook gelijk een stuk beter vind ik zelf - https://www.youtube.com/watch?v=c0Sjwk07M2U
Wat betreft de software; ik hoor ook veel van andere videomakers dat de kant-en-klare software van Samsung, Gopro en Insta360 niet zo heel prettig werkt. Heb je al eens geprobeerd om het te monteren in Premiere Pro? Hier doe ik alles mee met 360 beeld en naar mijn idee werkt het echt perfect.
Je video's doen mij denken aan een powerpoint presentatie met iedere mogelijke animatie actief. Je kan wel eens een special effect gebruiken om een wauw effect te geven maar als je continu effect na effect na effect geeft dan krijg ik persoonlijk vooral hoofdpijn.
En daar zit we aan het grote probleem, het is leuk voor even tenzij je een bepaalde toepassing hebt (maar hou het beeld dan rustig). Bijkomstig heeft het veel nabewerking nodig wat consumenten niet willen.
Als je professioneel met video bezig houd voor evenementen bijvoorbeeld dan zie ik absoluut wel de meerwaarde om speciale shots te kunnen maken om te monteren tussen het andere materiaal.
Inderdaad! Ik ben ongeveer op dag 1 ingestapt in 360 filmen en fotograferen. Onder andere om een muziek videoclip te kunnen maken waar je "in kan stappen". Helaas zit je met de resolutie en kwaliteit met weinig licht nog op een laag niveau bij deze betaalbare camera's.
Ik gebruik nu de Insta360 One X. Is inderdaad het beste voor dit segment. Redelijk bij weinig licht en een nog net leuke resolutie. Uitstekende stabilisatie. Voorkomt heel wat misselijkheid. Veelzijdige software ook op telefoon en PC. Fijn ding. Je bent zo weer terug in je vakantiekiekje en bij live optredens oid heb je alles in the picture
Ik kijk in ieder geval uit naar de verdubbeling van de resolutie in het segment rond 750. Ik stap dan graag over.
Ik heb een Insta360 One X en een Gamrin Virb360. De Insta360 raak ik nauwelijks nog aan omdat de battery op <20 min leeg is, hij niet waterdicht is en geen charging mount biedt. Daarbij zijn veel van de accessoires permanent onbeschikbaar. De beeldkwaliteit van de Insta360 is wel iets beter dan die van de Garmin. De PC app is waardeloos, de Android app is geinig maar alleen geschikt voor heel korte filmpjes (je kan o.a. niet je SD kaart als storage gebruiken). Wat uiteindelijk de app nutteloos maakte was dat de camera niet meer draadloos gevonden werdt. Insta360 was verloren geld voor mij.
Garmin Virb360 is een stevige, waterdichte kubus. Je kan de lezen zelfs vervangen (geweldige feature, want steenslag enzo). De batterij is prima, de beeldkwaliteit is ok (redelijk goed na Premiere Pro verwerking), de PC app is crashy maar veel nuttiger dan die van Insta, de Android app heb ik nog niet gebruikt. De accessoires zijn zeer goed (en beschikbaar!), met o.a. een charging mount. Wat ik heerlijk vind is de grote schuifknop aan de zijkant waarmee ik hem, op gevoel, direct mee kan laten opnemen.
FYI Ik heb een carbon paal achterop de top case van mijn motor gezet (gezekerd met staal kabels) waardoor de camera net over mijn helm kan kijken. Dit i.c.m. "overcapture" (GoPro term) zorgt ervoor dat je 3rd person naar motor en rijder kan kijken. Geluid neem ik apart op. Resultaat is zeer goed, zelfs off-road. Heb niet graag een camera op mijn helm vanwege drag en veiligheid.
[Reactie gewijzigd door TeunSegers op 23 juli 2024 00:39]
Welke Insta360 heb je? Ze maken/maakten namelijk best veel verschillende modellen.
De One X is wel een hele fijne camera en de software wordt steeds beter en vrij regelmatig geüpdate.
Mooi dat ze updaten, maar dat is maar 1 van de problemen die ik heb met mijn soort gebruik. Iemand die hem op een andere manier gebruikt zal er misschien minder last van hebben.
Waterdicht is inderdaad jammer (maar daar heb ik mijn Fusions voor), mijn accu gaat bijna een uur mee en ik kan hm gewoon van stroom voorzien tijdens het filmen via een powerbank...
Daarnaast kan de One X 4K 360 graden live streamen op Facebook door middel van een kabeltje tussen je smartphone en de One X.
Het grote nadeel van de Garmin vind ik dat hij maar 4K filmt, 5.xK is toch echt wel een grote stap omhoog heb ik gemerkt.
De One X heeft zeker een beeldkwaliteitsvoordeel. Streamen is niet mijn ding. Probleem met het laden tijdens filmen was dat de kabel storend zicht was. Mijn accu heeft nooit een uur gehaald, mss was ie gewoon defect uit de fabriek, maar de Garmin kan 10u op de motor zitten in de chaging mount met een grote SD kaart zonder problemen. Voor de One X had ik zelfs de duik accesoire gekocht, maar dan is enorm groot. De andere cases zijn nooit beschikbaar geworden afaik en geen enkele case kan laden. Daarbij komt nog dat ik de camera niet/nauwelijks kan bedienen tijdens het rijden. De grote slider op de zijkant van de Virb is daar ideaal voor.
Bij de Insta360 zijn er inderdaad wat instellingen in de app die het verbinden verbeteren. Ik heb nu geen last meer met verbinden, tenzij er een bekend wifi netwerk in de buurt is. Daar is blijkbaar het idee dat het ding "in the wild" gebruikt wordt en niet thuis. Ik ben toch wel gevallen voor de beeldkwaliteit en ook veelzijdigheid van de Insta360.
Het is niet ongebruikelijk om de 'breedte' van een lens in mm (brandpuntafstand) en bijbehorende beeldhoek (in graden) uit te drukken. Vuistregel is dat hoe kleiner de sensor is, hoe smaller de beeldhoek is bij eenzelfde brandpuntafstand. Als je zegt ik heb een 200mm telelens met een beeldhoek van 150graden is over het algemeen bekend wat je bedoelt. Ik zie niet in waarom deze camera andere terminologie behoeft.
Je moet niet vergeten dat bij 360 video's je maar een klein deel krijgt te zien van de volledige video. Dus een 4k video is hierdoor eigenlijk nog steeds té laag kwa resolutie. Laten we voor het gemak zeggen dat je 1/8 ste van je beeld ziet. Dan blijft van 4k slechts 540p over van je beeld. (Volgens mij ligt het in de praktijk nog lager) Hierdoor heb je dus een hele hoge 360 opname nodig zodat het kwalitatief goed is. Dan laten we de camera kwaliteit enzo even avhterwege, at uiteraard ook nog invloed heeft.
En eigenlijk wil je dan ook nog 3d 360 content voor VR, maar dan moet je simpel gezegd 2x een 360 “lens” gebruiken, wat het allemaal ingewikkelder en zwaarder maakt om te verwerken.
[Reactie gewijzigd door TheNightbringer op 23 juli 2024 00:39]
3d 360 graden? Ik zie eigenlijk niet hoe dat kan. Althans niet met achteraf vrij aan te passen kijkhoek en richting. De twee camera's moeten namelijk dezelfde kant op kijken, zo gauw dat niet recht naar voren of naar achteren is, klopt de parallax niet meer.
Light-field capture, maar dat zal nog wel even in de toekomst liggen. Dan heb je 360, 3D, HDR, dynamische focus... fotografie en filmen wordt dan alleen nog nabewerken; je hoeft niks meer in te stellen, geen diafragma, geen shutter, geen focus point: alleen te capturen. Dat zal de toekomst wel zijn.
360 stereoscopisch wordt wel gedaan en kan zeker wel. Maar is verre van perfect. Als er tijdens de opname van het materiaal goed rekening gehouden word met parallax problemen (en stitchlijnen) dan kun je tot een prima resultaat komen.
Fabrikanten proberen daar ook oplossingen voor te vinden, Google had voor hun Google Jump camera een cloud omgeving met een goed algoritme voor stereoscopisch berekeningen. Andere proberen stitch en parallax foutjes op te lossen met optical flow. Wat soms rare vervormende of knipperende fouten op kan leveren.
Vooral de producties met wat meer budget kiezen soms voor oplossingen die meer postproductie tijd (en dus meer geld) kosten.
Je moet dan denken aan een mono 360 video die met de hand, digitaal, frame voor frame wordt uitgeknipt en van diepte wordt voorzien. Of het combineren van regulier 3D geschoten beeld voor een welke dan in een computer gegenereerde stereo 360 omgeving wordt geplaatst. En waarbij robot gestuurde camera’s meerdere verschillende opnames maken waarbij de sensor altijd op de virtuele zelfde plek gehouden kan worden zodat je nodal punt constant is.
Stereoscopisch 360 mits goed gemaakt is veel meer immersive dan platte 360 graden video. Alle bovenstaande oplossingen daarom zeker waard.
de insta360 pro2 en titan doen beide 3d 360. Met 2x een 360 lens gaat het niet lukken. In de 'normale' richting werkt dat prima, maar loodrecht erop heb je dan geen diepte.
Dat is ook zo. Er is echter geen alternatief (nog). Het is de afweging tussen een mooier/beter beeld en volledige vrijheid om na een opname de kijkhoek en -richting te bepalen.
Het voorbeeldfilmpje bij dit artikel vond ik niet echt fijn. Eigenlijk voortdurend een te grote field of view en ook weinig nuttige toepassing.
Ik zit wat in de paramotor wereld en daar voegt het best wel wat toe. Tijdens het vliegen, kun je niet steeds rustig filmen en er is meestal te veel om naar te kijken. Van (vlieg)scherm, tot piloot tot omgeving.
Voorbeeld met de Insta360 One X: https://youtu.be/a85q_R8myCk
Nee. Ze registreren geen diepte. Een VR bril heeft twee beeldschermen, voor elk oog één. Deze 360 camera's registreren slechts één oog. Het enige effect wat nuttig is in de VR omgeving is het 360 graden zicht. Het beeld blijft echter plat.
Aan de andere kant, een stereoscopische 360 graden camera voor VR is een heel stuk duurder en complexer.
Voor VR zou ik de Instra360 Evo aanraden. Deze is vergelijkbaar met de One X (zelfde sensor zelfde lenzen) maar kan je in stereoscopic 180VR openklappen. De beeldkwaliteit is dan ook dubbel zo hoog in vergelijk met 360 en ziet er (met goede belichting) top uit
In principe kun je deze dus vergelijken met in Insta360 One X. Als je echter puur naar 360graden kijkt is de EVO op alle vlakken minder (geen scherm, slechtere form factor, geen uitwisselbare batterij).
De meerwaarde van de EVO is de 180 stereoscopic3d. Ik heb ooit een topicstart aangemaakt voor deze camera; [Ervaringen] Insta360 Evo
Als je weer in het beeld wil stappen dan werkt als VR content. Ik kijk altijd het materiaal terug met de Occulus. Je filmt uiteraard on rails, maar je kunt wel achterom kijken als kijker. Het blijft mono 360, dus de diepte is er niet.
Dat zou prima zijn. Het zou mij er om gaan dat we anderen inzicht kunnen geven in bepaalde werkzaamheden. Of wat gebeurd er met een pakketje in een sorteercentrum. Ik noem maar een dwarsweg. Het zou heel erg mooi zijn als dat inzichtelijk wordt met VR.
Hmmm, als de beelden er niet zo hakkerig en bollend uit hadden gezien, dan was het een ongelofelijk leuk apparaatje voor mee op vakantie (de bewandelde straat van links en rechts herbeleven bijvoorbeeld).
Maar zoals deze man zichzelf filmt op de fiets, het lijkt Olivier Bommel wel die over een klein wereldbolletje bromt; enorm misvormd. Met een drone van boven bekeken zie je vreemde hakkerige bewegingen en opnieuw, maar minder, die akelige bolling in het scherm. Een bejaarde robot met een paar schroefjes los en knieartrose?
Je wilt jezelf toch zien wandelen als gewoonlijk, en je wilt als je jezelf van voren filmt op de fiets dit toch weergeven alsof er iemand van voren naar je kijkt?
Dus ik zeg enorm gaaf zodra de optie “de wereld door de onderkant van een bierflesje bekeken” kan uitgezet.
Maar zoals deze man zichzelf filmt op de fiets, het lijkt Olivier Bommel wel die over een klein wereldbolletje bromt; enorm misvormd.
Das IMHO zo'n beetje het enige leuke effect met zo'n 360 cameraatje.
Ik zou een 360 camera niet meer zien als een aanvulling op mijn bestaande arsenaal om zo af en toe eens een leuk effect/ander type shot toe te voegen aan mijn videos. Niet meer dan dat.
Hakkerig? Beelden zijn gewoon vloeiend hier. Trekt je PC het wel, klinkt alsof je gewoon framedrops hebt. Dit zijn aardig zware filmpjes en er zijn veel devices die dit gewoon niet trekken.
Heb je het daarnaast in VR bekeken of gewoon op je normale scherm? Dit soort filmpjes komen veruit het beste tot hun recht in een VR bril. Daar zijn ze normaliter namelijk voor bedoeld.
Ik mis de 360Fly 4k. Deze gebruik ik zelf op de motor (op het circuit) en dat is een prima use-case. Met een camera voor en achter mis je toch wat er naast je gebeurt...en dat zijn vaak interessante beelden.
Die was ook interessant geweest. Maar hij is in Nederland/België nergens meer te verkrijgen, behalve via Amazon. De 360fly-site is nog steeds online, maar ze reageerden niet op onze berichten (en vroegere contactpersonen waren vertrokken).
Er zijn nog veel meer 360 camera's maar de Vuze is een ramp om mee te werken en een stuk duurder. De Vuze XR is toch het meest gericht op 180 graden 3D.
Oh ja? Heb jij ervaring met het onderwaterhuis? Ik kreeg hem gratis, maar heb hem nog niet gebruikt.
Die ramp valt nogal mee, hoewel dat geklooi met de bediening via je telefoon wel rampzalig is ;-)
Ik heb een tijdje de Vuze gehad om het 3D effect te proberen maar het viel mij tegen, de beeld kwaliteit was te slecht en de software was toen zo spartaans dat ik er snel mee stopte.
Dat is ondertussen al wel ruim een jaar geleden maar de Fusions en One X bevallen erg goed, 3D heb ik (nog) niet nodig.
360 graden vanaf een vleugel is sowieso wel indrukwekkend om te ervaren ;-)
Dit lijkt me nou ideaal voor op je helm tijdens het motorrijden. Mocht je dan aangereden worden kun je altijd aantonen hoe of wat. Is nog wel eens een dingetje voor motorrijders namelijk (hit and run etc.)