De drie 360-gradencamera's doen in de basis allemaal hetzelfde: alles rondom je vastleggen in stilstaand of bewegend 4k+-beeld. Daarnaast voorzien ze in het digitaal wegpoetsen van de ondergrond inclusief eventuele selfiestick, en in het samenvoegen van twee losstaande beelden en deze via een app omzetten in optimaal bewerkt beeld. Dat laatste kan oftewel in de volle 360 graden of in standaard-16:9- of 9:16-formaat met een door de gebruiker bepaald dynamisch perspectief.
Uiteraard zijn er de nodige verschillen, zowel wat specificaties als wat de praktijk betreft. Alle drie de camera's filmen in 4k, maar de GoPro en Insta360 gaan nog een stuk verder met 5,2 en 5,7k, met als bonus hogere framerates op lagere resoluties: van 50 tot 100fps. Ze vangen daardoor net wat meer detail en je kunt eventueel spelen met slow motion. De GoPro en Insta360 bieden ondersteuning voor raw. Voor de gemiddelde gebruiker zal dit niet belangrijk zijn, maar dit is wat ons betreft een belangrijk voordeel, omdat je de belichting kunt optimaliseren. Aangezien de zon in heel veel gevallen in beeld zal staan, is het fijn als je overbelichte delen wat kunt corrigeren en schaduwen in donkere delen kunt oplichten.
Verder zijn er verschillen die voor een select aantal gebruikers veel kunnen uitmaken. De Theta V biedt als enige een microfooningang, de GoPro Fusion is helemaal waterdicht en de Insta360 is zo klein, licht en compact dat je hem het gemakkelijkste kunt meenemen. Ook niet onbelangrijk: de Theta's hebben ingebouwd geheugen, terwijl de One X en Fusion hun beelden wegschrijven op micro-sd-kaartjes.
In de praktijk vonden we de langwerpige vorm van de Theta's en de One X prettiger dan de vierkante vorm van de GoPro Fusion. Het formaat van die laatste voelt zeer vertrouwd aan als je GoPro-actiecamera's gebruikt, maar is voor dit doel in veel gevallen wat minder handig, ook omdat je daardoor een statief nodig hebt, al wordt dat netjes meegeleverd. We stoorden ons wat aan de trage starttijd van de Theta V en helaas heeft ook zijn duurdere broer, de Z1, daar last van. De One X heeft een kleine accu, maar vonden we in de praktijk wel het prettigst in gebruik.
Hoewel zowel de foto- als met name de videoresolutie flink is toegenomen sinds onze vorige test, is het nog steeds even wennen. Doordat je naar een kleine uitsnede van het 4k+-beeld kijkt, is de resolutie lager dan wat je van een gemiddelde telefoon gewend bent. Bruikbaar zijn de beelden zeker, maar je moet dus niet hetzelfde niveau verwachten. Daarvoor moet ofwel de resolutie nog verder omhoog of moeten er grotere sensoren en lenzen gebruikt worden. Dat laatste is exact wat Ricoh gedaan heeft met de Z1. Het detail van deze camera is in alle gevallen hoger dan dat van de concurrentie. Daarom hebben we hem ook als benchmark voor de andere camera's gebruikt.
Het verschil met de Theta V, de Fusion en de One X is in vergelijking met de Z1 relatief groot. Van de drie komt de One X is dichtst bij de Theta Z1 in de buurt en dat is een knappe prestatie als je naar de kleine omvang en de beduidend lagere prijs kijkt. In combinatie met de prettige bediening, de krachtige app en het compacte ontwerp, vinden we dit model allround de beste.
Scorekaarten zijn geen exacte wetenschap. De verschillende subonderdelen in de tabel zijn in relatie tot elkaar beoordeeld en zijn niet allemaal even zwaar meegewogen voor het eindoordeel.