Het beoordelen van camera's met verschillende specificaties is lastig, want hoeveel waarde hecht je aan de videofunctionaliteit, het resolutievoordeel van een sensor met meer megapixels en een aanraakgevoelig scherm of een microfoonaansluiting? Dat zijn afwegingen die vaak erg persoonlijk zijn; de een vindt bijvoorbeeld videofunctionaliteit niet van belang terwijl de ander daar juist grote plannen mee heeft.
Voor het grootste deel zijn de camera's aan elkaar gewaagd. Ondanks de kleinere sensors die Panasonic en Olympus gebruiken, kunnen deze camera's in de praktijk in de meeste situaties goed meekomen. Wie echter niet gecharmeerd is van het 4:3-fotoformaat, kan dit weliswaar op 3:2 zetten, maar dan blijft er nog maar 12 megapixel over. De gestabiliseerde sensor van deze camera's is een grote plus, omdat daardoor alle lenzen, ook 50 jaar oude primes, gestabiliseerd zijn. De stap van 16 naar 24 megapixel is niet bijster groot, maar wie dit belangrijk vindt, kan kijken naar Canon en Sony. Fujifilm toont juist aan dat de 16-megapixelsensor zeer goede resultaten aflevert, met het laagste ruisniveau van alle camera's in deze vergelijking.
Wat video betreft zijn de Panasonic en de Sony het veelzijdigst en dankzij de 4k-functionaliteit van de eerste heeft deze op dit vlak een streepje voor. Beide camera's hebben echter geen microfoonaansluiting. Die vinden we wel bij de Fujifilm en de Canon, maar vooral de eerste scoort wat video betreft juist weer matig, ondanks de goede stabilisatie.
Op het gebied van bediening ontlopen de camera's elkaar niet veel; de fabrikanten hebben daar bij deze modellen goed werk van gemaakt. De grip van de kleinere camera's kan wel even wennen zijn, dus het is belangrijk om ze eens in een fotowinkel uit te proberen voordat je tot aanschaf overgaat en datzelfde geldt voor de kennismaking met de knoppenlay-out en het menusysteem. Wat autofocus betreft staat Canon op flinke afstand van de andere camera's. Ook de Fujifilm is niet bijster snel, maar wel snel genoeg. Panasonic en Olympus gebruiken geen fasedetectie-autofocus, maar zijn toch bijzonder vlot. Alle camera's moeten het op dit vlak echter afleggen tegen de Sony A6000, die, ondanks zijn leeftijd, het snelste autofocussysteem heeft en ook goed functioneert met tracking.
De vele variabelen maken het erg lastig om een duidelijke winnaar aan te wijzen, want dat is voor een groot deel afhankelijk van persoonlijke voorkeur. Als pure fotocamera gooit de Fujifilm X-T10 hoge ogen, vanwege de goede bediening, maar vooral vanwege de uitstekende beeldkwaliteit; de jpeg's komen over het algemeen erg mooi uit de camera rollen. Als videocamera is hij echter matig, de lens is vrij groot en de prijs is het hoogst van allemaal. De twee en een half jaar oude Sony A6000 is wat ons betreft de beste allrounder, omdat deze op verschillende vlakken goed scoort, waaronder met zijn superieure autofocussnelheid, de goede beeldkwaliteit met de hoge detaillering en de uitgebreide videomogelijkheden, inclusief lens met elektronische zoom.
Scorekaarten zijn geen exacte wetenschap. De verschillende subonderdelen in de tabel zijn in relatie tot elkaar beoordeeld en zijn niet allemaal even zwaar meegewogen voor het eindoordeel.