Vooral de voorgestelde hackbevoegdheid heeft heel wat stof doen opwaaien in Nederland. Ton Siedsma van de stichting voor digitale burgerrechten Bits of Freedom stelt tegenover Tweakers dat de wet in vergelijking met andere landen zeer ver gaat. Zo mag er in Frankrijk alleen worden meegekeken op het scherm van de verdachte en kunnen opsporingsdiensten bijvoorbeeld geen webcam aanzetten. Verder mogen in Duitsland alleen gegevens worden vastgelegd, en dat slechts onder strikte voorwaarden. Er moet namelijk sprake zijn van 'lichamelijk letsel, levensgevaar of gevaar voor de vrijheid van personen' of van 'algemeen gevaar voor goederen, dat een bedreiging oplevert voor het voortbestaan van de staat of de mensheid'. Ook zou de bevoegdheid in Nederland door slechte afbakening veel te breed kunnen worden ingezet, waardoor vrijheden van burgers in het geding komen.
Bits of Freedom stelt tegenover Tweakers dat de wet in vergelijking met andere landen zeer ver gaat
Daarnaast baart het hem zorgen dat er in de Memorie van Toelichting staat dat de nieuwe hackbevoegdheid kan leiden tot besparingen, doordat de inzet van deze bevoegdheid andere vormen van politie-inzet kan vervangen. Over de waarborgen zegt hij dat de toetsing door de Centrale Toetsingscommissie met een korreltje zout moet worden genomen. Dit heeft ermee te maken dat deze commissie, anders dan bij de AIVD, onderdeel is van het Openbaar Ministerie en dus ook een opsporingsbelang heeft. Tot slot zou de reikwijdte van de wet niet zijn ingeperkt naar aanleiding van de kritiek die tijdens de internetconsultatie naar voren kwam en zou de noodzaak niet verder zijn onderbouwd. Deze mening wordt gedeeld door onder andere de Nederlandse Orde van Advocaten.
Ook het CBP, nu Autoriteit Persoonsgegevens geheten, was kritisch over het voorstel. Zo zou de nieuwe bevoegdheid 'ongekend omvangrijk' zijn en daarmee gevolgen kunnen hebben voor de privacy van veel burgers die niet als verdachte kunnen worden aangemerkt. In het advies van de privacywaakhond komt eveneens naar voren dat de onderbouwing van de noodzaak van de bevoegdheid gebrekkig is en dat er betere waarborgen nodig zijn.
Het vervolg
Het wetsvoorstel is op dit moment ingediend bij de Tweede Kamer, waar het in een commissie zal worden behandeld. De verschillende fracties kunnen dan schriftelijk commentaar leveren. Na deze schriftelijke voorbereiding wordt het voorstel tijdens het plenaire debat in de Tweede kamer mondeling besproken en kan de minister de inhoud ervan verdedigen. Tijdens dit proces is het mogelijk om wijzigingen aan te brengen. Als het voorstel vervolgens is aangenomen, gaat het naar de Eerste Kamer, waar eveneens een schriftelijke behandeling en een debat volgen. In deze fase kan het voorstel alleen nog aangenomen of verworpen worden; wijzigingen zijn dan niet meer mogelijk. Wordt het voorstel aangenomen, dan treedt het daarna in werking als wet.