Inleiding
Samengevat
De Sony A7 II kent ten opzichte van de oorspronkelijke A7 een aantal wijzigingen, zoals een grotere grip, een stevigere body en een extra programmeerbare knop. Omdat de sensor en beeldchip onveranderd zijn, is ook de beeldkwaliteit vrijwel hetzelfde. De autofocus is wel wat verbeterd, maar nog steeds wat traag voor een camera in deze prijsklasse. De ingebouwde vijfassige beeldstabilisatie is met afstand het meest bijzondere kenmerk van de camera. Daarmee kun je met iedere lens langer uit de hand fotograferen en heb je meer vrijheid voor bepaalde instellingen, zoals een kleine lensopening of lage iso. Helaas is de camera daardoor wel in prijs gestegen.
Eindoordeel
De camera’s van Sony's A7-serie zijn al enige tijd op de markt en gedeeltelijk eerder besproken op Tweakers. De A7 Mark II is een verbeterde versie van de oorspronkelijke A7. Hij bevat een aangepaste body, meer programmeerbare knoppen, wat uitgebreidere videofuncties en een verbeterde autofocus. De meest in het oogst springende verbetering is echter de toevoeging van ibis ofwel in-body image stabilisation. Deze techniek kennen we al van Sony- en Pentax-dslr’s, Olympus-systeemcamera’s en een enkele Panasonic. Met de introductie van de A7 II zit deze functionaliteit nu voor het eerst in een fullframe-systeemcamera en dat is uniek. Vandaar dat we ons in deze review vooral concentreren op deze vernieuwing, al werpen we ook kort een blik op de verbeteringen.
/i/2000573795.jpeg?f=imagenormal)
Belangrijkste specificaties
|
A7 |
A7 II |
A7R |
A7S |
Resolutie |
24,3 |
24,3 |
36,4 |
12,2 |
Lichtgevoeligheid (iso) |
100-25600 |
50-25600 |
100-25600 |
100-409600 |
Beelden per seconde |
5 |
5 |
4 |
5 |
AF-punten |
142 |
142 |
25 |
25 |
Flitssynchronisatie |
1/250 |
1/250 |
1/160 |
1/250 |
Fasedetectie AF |
ja |
ja |
nee |
nee |
In-body-stabilisatie |
nee |
ja |
nee |
nee |
Videocodec |
AVCHD |
XAVC-S |
AVCHD |
XAVC-S |
Gewicht (gram) |
416 |
556 |
407 |
446 |
Veranderingen
Body
Het eerste wat opvalt is dat Sony de body heeft aangepakt. Voor het eerst sinds de A7, A7R en A7S zijn er serieuze wijzigingen in het ontwerp doorgevoerd. De grip is nu een stuk dieper, waardoor de camera nog iets beter in de hand ligt. De ontspanknop zit nu op een logischere plek boven op de grip, zodat minder vingeracrobatiek nodig is. Bovenop zit een extra programmeerbare knop, eveneens makkelijk met je vingers te bereiken.
/i/2000573793.jpeg?f=imagenormal)
De grip van de A7 II is verbeterd, maar over de nieuwe draaiwieltjes zijn we minder te spreken
Tot zover kunnen we ons prima vinden in de verbeteringen, maar over de nieuwe draaiwieltjes zijn we minder te spreken. Deze zijn nu van plastic in plaats van metaal en een stuk minder groot. Ze laten zich op zichzelf goed bedienen, maar zijn op de tast iets minder goed vind- en voelbaar. Vooral het wieltje aan de achterkant werkt minder comfortabel. De vorige generatie draaiwieltjes was wat ons betreft beter.
De body is overigens merkbaar zwaarder geworden, onder andere doordat de bovenkant nu ook van metaal is. Met goed glaswerk kan het toegenomen gewicht de balans ten goede komen, maar het doet het voordeel van een compacte en lichte systeemcamera een beetje teniet.
Ook de klepjes met de aansluitpunten, voor hdmi, usb, koptelefoon en microfoon, zijn wat ons betreft in negatieve zin veranderd. De oudere A7-serie-body's hebben grote en stevige klepjes met scharnieren die je makkelijk kon openen, maar de kleinere klepjes van de A7 II moet je openpulken en weer dichtduwen, en dat is echt een achteruitgang. Omdat bij de camera geen lader wordt geleverd, zul je een van die klepjes vaak openen, omdat de usb-aansluiting zich daar bevindt.
/i/2000573794.jpeg?f=imagenormal)
De aansluitingen zijn hetzelfde gebleven, maar de klepjes zijn veranderd
Sluiter
De sluiters die Sony in de A7-serie gebruikt zijn nogal luid. De A7S is tot dusver de enige camera met een stille modus op basis van een volledig elektronische sluiter. De A7 is in vergelijking met de A7R wat stiller, doordat deze een elektronische eerste sluiter gebruikt, wat de helft minder geluid produceert en de sluitervertraging reduceert. Dat is ook het geval bij de A7 II. Het geluidsniveau is verder nog iets afgenomen, maar hij blijft luid. Onopvallende straatfotografie is daardoor lastig.
Autofocus
De A7 was de enige camera in de A7-serie met fasedetectie en op dat vlak zijn er eveneens verbeteringen. De 117-fasedetectiediodes op de sensor en de 25 contrastdetectiepunten leveren volgens Sony een snelheidswinst van circa 30 procent op. In de praktijk is dat zeker merkbaar; vooral continue autofocus tijdens tracking werkt nu een stuk effectiever. Ook de opstarttijd van de camera is flink verkort en neemt nu nog ongeveer driekwart seconde in beslag.
Bij goed licht wordt er vrijwel instant scherpgesteld. Toch haalt de snelheid het niet bij die van de A6000-aps-c-systeemcamera of dslr’s. Vooral in mindere lichtomstandigheden heeft de camera beduidend meer tijd nodig en wordt er soms zelfs helemaal niet scherpgesteld. Dit blijft het grootste verbeterpunt. De A7 II kan in het donker niet zo goed scherpstellen als de A7S, die tot -4 EV redelijk goed blijft functioneren. Oftewel, de scherpstelling van de A7 is erop vooruitgegaan, maar hij kan zich nog steeds niet meten met een dslr of andere snelle systeemcamera’s als het om actiefotografie gaat.
Video
Ten opzichte van de oorspronkelijke A7 is het videodeel verbeterd. Sony heeft vooral de verbeteringen van de A7S in de A7 II overgenomen, zoals de xavc s-codec, die een hogere bitrate en beeldkwaliteit belooft. Hij kan opnemen in 1080p met 24, 25, 30, 50 en 60fps, met een bitrate van 50Mbps. Hij ondersteunt s-log 2, dat meer opties biedt voor nabewerking en daarnaast is er een reeks picture profiles.
Een serieuze filmer moet echter nog steeds bij de A7S zijn, want dat is nog altijd het videomodel in de reeks. In tegenstelling tot de A7 II biedt deze 4k en is hij uitgerust met een meer geoptimaliseerde sensor. Wat de A7 II dan weer wel heeft, is beeldstabilisatie en dat is ook voor video zeer interessant.
Overig
De minimale iso-waarde begint nu bij 50. Dit is een welkome verbetering, mede omdat de ingebouwde beeldstabilisatie je in staat stelt om foto's met langere sluitertijden uit de hand te nemen.
Algemene minpunten van A7-serie bespreken we in deze review niet uitgebreid, omdat alle modellen daar last van hebben - zie bijvoorbeeld onze eerdere review van de Sony A7S. Het betreft dan bijvoorbeeld de relatief korte accuduur van circa 300 tot 350 foto's. Dat komt door de kleine NEX-accu's. Andere camera's in deze prijsklasse halen doorgaans 500 tot 1000 foto's per accu. Zo is er verder het beperkte aanbod van FE-objectieven, wat mede veroorzaakt wordt door het feit dat de A7-serie nog maar sinds eind 2013 bestaat. Aan dat laatste wordt overigens gewerkt, want medio maart 2015 worden nieuwe objectieven verwacht.
Stabilisatie
De A7 II is de eerste fullframe-systeemcamera met in de body ingebouwde beeldstabilisatie. Net als bij Olympus-systeemcamera's is de stabilisatie vijfassig, hoewel Sony een andere implementatie gebruikt. Naast stabilisatie van de x- en y-assen biedt Sony's implementatie compensatie van pitch, yaw en roll. Dat laatste staat voor een draaibeweging van de camera om zijn as, terwijl pitch en yaw slaan op het trillen van het uiteinde van de lens.
Het voordeel van lenzen met ingebouwde stabilisatie is dat ze geoptimaliseerd zijn voor de brandpuntsafstand, maar het nadeel is dat die vorm van stabilisatie alleen bepaalde bewegingen compenseert, zoals pitch en yaw. Het interessante is dat ook bestaande lenzen met ingebouwde stabilisatie profijt moeten hebben van de vijfassige stabilisatie in de body. De camera gebruikt de ingebouwde stabilisatie voor de pitch- en yaw-correcties, en de in-body-stabilisatie voor de roll-correctie en voor de stabilisatie van de x- en y-as. De stabilisatie wordt daardoor niet twee keer zo goed, maar je krijgt wel het beste van twee werelden.
Ter illustratie: de onderstaande foto is uit de hand gemaakt met een sluitertijd van een halve seconde, op 55mm, f/11 en iso 6400.
/i/2000573722.jpeg?f=imagenormal)
Deze foto uit de hand gemaakt met een sluitertijd van een halve seconde, f/11, 55mm, iso 6400
Primes
Het grootste voordeel van in-body-stabilisatie is natuurlijk dat het werkt met alle lenzen. Alle zoomlenzen in de FE-serie zijn voorzien van stabilisatie, maar de primes niet. Dankzij de in-body-stabilisatie kunnen ook objectieven als de 55mm f/1.8 en de 35mm f/2.8 profiteren van de stabilisatie, die volgens Sony maximaal 4,5 stops winst oplevert. Dat betekent dat je met langere sluitertijden uit de hand kunt fotograferen en dat kan dus leiden tot meer geslaagde foto's, zeker als je onder matige lichtomstandigheden werkt.
MF-lenzen
Een ander voordeel is dat het werkt met alle lenzen die via een adapter op de A7 worden geplaatst. Denk bijvoorbeeld aan een handmatige Samyang- of Leica-lens, een oude spiegellens of een Canon EF-objectief met of zonder stabilisatie. Vanwege de korte afstand tussen de sensor en de lens worden er veel Leica- en Voigtländer-lenzen gebruikt op de A7-serie. Via het menu kun je in dat geval zelf de brandpuntsafstand instellen, van 8 tot 1000mm. Vanzelfsprekend biedt dit grote voordelen. Je kunt makkelijker kiezen voor een hogere diafragmawaarde, een langere sluitertijd en een lagere iso-waarde.
Praktijktest
Los van de praktijkfoto's hebben we een korte praktijktest uitgevoerd met een vaste opstelling. In een onverlichte ruimte gingen we uit de hand foto's maken met een vaste diafragmawaarde en een steeds lagere sluitertijd. De gebruikte lens was de FE 55mm f/1.8 op f/2.8. De stelregel is dat de sluitertijd minimaal gelijk moet zijn aan de brandpuntsafstand om bewegingsonscherpte te voorkomen. Lagere sluitertijden zijn mogelijk, maar het verschilt per persoon of dat succesvol is.
Om het verschil met de oudere A7-camera's te kunnen vergelijken hebben we de A7 II eerst getest met de in-body-stabilisatie uitgeschakeld. De eerste foto toont het resultaat van 1/50e seconde, net onder de richtlijn van de aanbevolen sluitertijd. Meteen daarna, op 1/40e, ging het al mis en was bewegingsonscherpte hinderlijk zichtbaar. De tweede foto hieronder is gemaakt op 1/6e seconde.
Links: 1/50e seconde, rechts: 1/6e
Met stabilisatie trekt de A7 II het nog prima tot 1/6e seconde (tweede foto). Zelfs op 1/4e is het resultaat nog goed, maar dat is zo'n beetje de grens. Dit is effectief een winst van 4 stops.
Links: 1/50e seconde, rechts: 1/6e
Als referentie hebben we een Olympus OM-D E-M10 gebruikt, die eveneens voorzien is van ibis. Vanwege het afwijkende sensorformaat en de brandpuntsafstand zijn iets andere waarden gebruikt. Ook de Olympus produceert op 1/4e seconde nog scherpe foto's. Op 1/2e seconde treedt bewegingsonscherpte op.
Links: 1/30e seconde, rechts: 1/4e
Beeldkwaliteit
Sony heeft de sensor en de processor niet aangepast, dus deze zijn op wat kleine tweaks na gelijk aan de 24-megapixelsensor in de oorspronkelijke A7. De beeldkwaliteit daarvan is anderhalf jaar na zijn introductie algemeen bekend, dus los van een korte vergelijking gaan we daar niet op in.
Over het algemeen presteert deze fullframe-sensor heel netjes. De resolutie is voor de meeste doeleinden ruimschoots voldoende, het dynamisch bereik is prima en de ruisprestaties zijn in lijn met die van andere 24-megapixelsensoren. In de praktijk betekent dit dat er tot en met iso 6400 uitstekend met de camera te werken valt, daarna loopt het ruisniveau flink op en nemen het dynamisch bereik en de kleurverzadiging af.
Zoals bekend van andere Sony A7-camera's bevatten de jpeg-foto's nogal agressieve ruisreductie op de hogere lichtgevoeligheden, wat een extra reden is om in raw te fotograferen. Nog een reden om dat te doen is dat de automatische witbalans wat moeite heeft met kunstlicht en dan snel te geel wordt.
Hieronder kun je de degradatie van de beeldkwaliteit zien op iso 200, 1600, 3200 en 6400 in raw.
/i/2000573759.png?f=imagenormal)
Iso 200, 800, 1600 en 3200
ISO 3200-25.600
Ook op de hogere iso-waarden is de beeldkwaliteit in veel gevallen nog goed bruikbaar, zeker als je in de nabewerking zelf de ruisreductie regelt. Op iso 3200 en 6400 zien de beelden er in ieder geval nog goed uit.
/i/2000573754.png?f=imagenormal)
Iso 3200, 6400, 12.800 en 25.600
Jpeg en raw
Ter illustratie het verschil tussen jpeg (links) en raw op iso 12.800. In de jpeg-foto is weliswaar minder ruis zichtbaar, maar door de ruisreductie is wel flink wat detail verloren gegaan.
/i/2000573755.png?f=imagenormal)
A7 II, A7R en A7S
Als we de beelden op iso 12.800 visueel vergelijken met de A7R en A7S en de resolutie terugrekenen naar 12 megapixels, dan zien we dat de A7R op deze lichtgevoeligheid een fractie meer detail toont en dat de kleuren van de A7 II wat vlakker zijn.
/i/2000573808.png?f=imagenormal)
Driemaal dezelfde uitsnede op iso 12.800 op de Sony A7 II, A7R en A7S
Testfoto's
Met uitzondering van de laatste twee foto's zijn alle beelden onbewerkt. Dus ook eventuele ruisreductie is achterwege gelaten. Het gaat om raw-bestanden die via Lightroom zijn omgezet in jpeg. Alle foto's zijn uit de hand gemaakt, met uitzondering van de laatste foto, waarvoor een statief is gebruikt en een sluitertijd van 8 seconden.
Conclusie
De Sony A7 II heeft de eer de eerste opvolger te zijn van de fullframe-systeemcamera's in de A7-serie van Sony. Hoewel, zoals tegenwoordig gebruikelijk blijft het oude model nog gewoon in de verkoop. Vermoedelijk heeft Sony de A7 II daarom wat hoger gepositioneerd, met een volledig metalen body. De grip van de body is prettiger en ook het verplaatsen van de ontspanknop naar een logischere plaats is wat ons betreft een welkome verbetering. De toevoeging van een extra programmeerbare knop, waarvan er nu twee aan de bovenzijde zitten, is uitstekend. De aanpassing van de draaiwieltjes had wat ons betreft niet gehoeven en vinden we een achteruitgang.
De grootste verbetering is uiteraard de in de body ingebouwde stabilisatie, ook wel ibis genoemd. Deze ondersteunt meer bewegingen dan de optische stabilisatie in objectieven en is alleen daarom al een welkome aanvulling. Het feit dat de stabilisatie met alle objectieven werkt, is echter de grootste troef. Alle primes, oude handmatige lenzen en Canon- en Nikon-lenzen via een adapter kunnen gebruikmaken van de stabilisatie. Dat maakt een camera als de A7 II zeer veelzijdig.
Deze verbeteringen zijn natuurlijk niet voor iedereen even interessant. Alle FE-zoomlenzen zijn eveneens voorzien van stabilisatie, dus als je die gebruikt, benut je alleen de extra stabilisatie, maar dat is geen verschil als de dag en de nacht. Voor bestaande bezitters van een A7-serie-camera is de stabilisatie niet per se een reden om te upgraden, tenzij je veel primes en handmatige lenzen gebruikt en meer speelvrijheid wil met de instellingen. Wel is het een mooi uitgangspunt voor de toekomst, waarbij de hele line-up van de A7-serie van deze techniek kan worden voorzien.
Helaas is de adviesprijs, 1799 euro, van de nieuwe A7 II hoger dan die van zijn voorganger, wat het gevolg is van de verbeterde en verstevigde body, en de ingebouwde stabilisatie. De europrijs is ook een tikje hoger dan de Amerikaanse prijs van 1699 dollar (exclusief btw).
De nieuwe A7 II is een interessante allround camera met goede, maar geen bijzondere prestaties. De ingebouwde beeldstabilisatie is de grootste troef en zal menig fotograaf zeker aanspreken.
Eindoordeel