Samengevat
De Sony A7S is een uitstekende allround-camera en bevat ten opzichte van de A7 en A7R interessante verbeteringen, zoals extreem hoge iso-standen, een stille modus en verbeterde autofocus in low-light. Vanwege de hogere prijs zijn andere fullframe-camera's voor algemeen gebruik een meer logische keus, te meer omdat lang niet iedereen een lichtgevoeligheid hoger dan iso 6400 nodig heeft. Bekijk je het echter vanuit het perspectief van video, dan is de prijs van de A7S zo gek nog niet. Voor avond-, nacht- en astrofotografen is de Sony A7S een feest om mee te werken. Dankzij de lichtsterke sensor, goede evf en hoge gevoeligheid van de autofocus, vanaf -4 EV, kun je in het donker uitstekend uit de voeten met de camera en zie je meer dan met het blote oog.
In april 2014 kondigde Sony de A7S aan. Deze derde telg van de A7-familie systeemcamera's met fullframe-sensor was geen zoveelste variant, maar onderscheidde zich op één vlak: lichtgevoeligheid. De camera ondersteunde een maximale lichtgevoeligheid van iso 409.600. Tot dat moment was er slechts één camera die dat ook kon: de in maart aangekondigde Nikon D4S, een verbeterde versie van de D4. De stap van Sony was echter om meer dan één reden opvallend. In tegenstelling tot Nikon betreft het hier geen topmodel. Ook al is de winkelprijs best fors, de camera is in principe financieel bereikbaar voor gevorderde amateurs. In vergelijking met de goedkoopste fullframe-camera's van dit moment, is hij circa 800 euro duurder dan een Canon EOS 6D of Nikon D610. Alleen de oorspronkelijke A7 is ruim duizend euro goedkoper en de meest betaalbare fullframe-camera vandaag de dag.
Speciale sensor
De reden waarom de A7S duurder is dan zijn voorgangers, de A7 en A7R, moet vooral gezocht worden in het feit dat het een niche-camera is, die vooral uitblinkt in 4k(!) video en low-light-fotografie. Voor veel fotografen zullen de A7 en A7R meer dan voldoende opties bieden, maar het bijzondere van de A7S is de speciaal voor dit model ontwikkelde sensor. Sony maakt geen gebruik van zijn bestaande fullframe-cmos-sensoren van 24 en 36 megapixel, die al enige tijd op de markt zijn, maar heeft speciaal voor de A7S een nieuwe 12-megapixelsensor ontwikkeld. Die stap is even moedig als logisch.
Het ophogen van de iso-waarde kan niet straffeloos. Iedere sensor heeft een 'native' lichtgevoeligheid, waarop hij het beste presteert; in de meeste gevallen is dat iso 100. Alles daarboven en daaronder wordt kunstmatig bereikt en zal dus altijd wat minder van kwaliteit zijn. Voor hogere iso-waarden wordt het signaal versterkt. De sensor kan hierdoor met een kortere sluitertijd uit de voeten, terwijl het omgevingslicht hetzelfde blijft. Bij het versterken van het signaal wordt ruis echter mee versterkt, net als bij de versterking van bijvoorbeeld een tv- of radiosignaal. Het negatieve effect daarvan zie je vooral bij hoge lichtgevoeligheden. Die ruis wordt in de camera softwarematig onderdrukt, als je in jpeg fotografeert tenminste, maar ook dat heeft consequenties, zoals verlies van detail, kleur en scherpte.
Afgezien van de optische kwaliteit van een objectief is de beeldkwaliteit van een camera, onder invloed van beeldruis en dynamisch bereik, vooral afhankelijk van de eigenschappen van de sensor: het ontwerp, de oppervlakte en het aantal pixels. De verhouding van de laatste twee leidt tot de 'pixel pitch', oftewel de grootte van de pixels. Meer hierover lees je op de volgende pagina.