Hoe een netwerktechnologie uitgroeit van idee tot gebruikte technologie is een complex en vrij politiek proces. De vorige keer, bij de keuze tussen wimax en lte, bleek dat providers veel macht hebben over wat ze gaan gebruiken. Hoewel wimax sommige voordelen had, vooral dat het sneller klaar was voor echte toepassing, wilden huidige bedrijven in de telecomsector liever Intel er niet bij hebben. Intel is een machtig chipbedrijf en de telecomsector, waarin alle hardware sinds jaar en dag op ARM draait, hield het bedrijf daarom graag buiten de deur.
Daar kwam bij dat lte compatibel gemaakt kon worden met huidige 3g- en 2g-netwerken, waardoor gebruikers moeiteloos konden terugschakelen. Het technische en politieke argument samen maakten dat providers massaal kozen voor een paar jaar uitstel en het gebruik van 4g via lte, hoewel zowel wimax als lte is goedgekeurd als mobiele standaard. Zelfs providers die al gekozen hadden voor wimax, zoals het Amerikaanse Sprint, kwamen terug op die keuze.
Het is in het voordeel van providers als veel van hen voor dezelfde technologie kiezen. Het is lastig om diverse standaarden inclusief aparte antennes en hardware in een telefoon of tablet te stoppen. Hoe meer providers kiezen voor een bepaalde technologie, hoe meer dongles, telefoons en tablets ervoor worden gemaakt, en hoe goedkoper die apparaten zullen zijn. Goedkopere telefoons en tablets halen consumenten er sneller toe over gebruik te maken van het nieuwe netwerk, waarna de kosten sneller worden terugverdiend.
Om te beginnen stellen bedrijven vast wat 5g zoal moet kunnen en waaraan het moet voldoen. Ook bekijken ze hoe ingenieurs dat kunnen bereiken. Elk bedrijf kan apart van de andere proberen 5g te ontwikkelen, maar de 3gpp, de organisatie die standaarden voor de telecomsector keurt, zal een standaard eerder goedkeuren als er meer bedrijven achter staan.
Onder andere bedrijven in netwerktechnologie, zoals NSN, Ericsson en Huawei, houden zich ermee bezig, maar providers zelf zijn er ook vaak bij betrokken. Daarbij gaat het vooral om grote, internationale providers als T-Mobile en Vodafone. Ook makers van hardware, zoals Alcatel-Lucent en voorheen Nokia, zijn ermee bezig. Overheden investeren ook; de Europese Commissie heeft al 50 miljoen euro uitgetrokken voor de ontwikkeling van 5g, de overheid van Zuid-Korea doet daar een schepje bovenop, met een investering van meer dan een miljard euro.
Het proces
Als de eerste ideeën op papier klaar zijn, gaan bedrijven testen. Vaak gaat het daarbij om laboratoriumtests met speciaal geprepareerde hardware en software. Na de laboratoriumfase gaan bedrijven over op veldtests, waarbij interferentie met andere netwerken een rol kan spelen. Als dat allemaal goed gaat, proberen ze het netwerk te laten functioneren in bijvoorbeeld een rijdende auto, waarbij het signaal van mast naar mast moet worden overgedragen; het gaat tenslotte om een mobiel netwerk.
Voorheen moesten providers in Nederland bij de introductie van een nieuw soort netwerk wachten op de overheid, die de frequenties veilde. Dat is niet langer het geval; de licenties van providers zijn zeventien jaar geldig en niet meer afhankelijk van een type netwerk. Dat betekent dat 5g direct gebruikt kan worden als de standaard klaar is en de apparatuur kan worden aangeschaft.
Providers gaan over als de netwerken de vraag naar data niet meer aankunnen
Wel moet de 3gpp het goedkeuren als standaard en moet er globaal worden afgesproken op welke frequenties de nieuwe technologie wordt gebruikt. Als elk land op een afzonderlijke frequentieband gaat zitten, wordt het moeilijk om hardware te maken die roamen mogelijk maakt. Zo werkt 4g veelal op 800MHz, 1800MHz en 2,6GHz; alleen de Verenigde Staten en China wijken daarvan af. Ondersteuning van ongeveer zeven frequenties is dus voldoende om zo goed als wereldwijde roaming aan te bieden.
Als dat allemaal in orde is, moeten toeleveranciers beginnen met het maken van hardware volgens een nieuwe standaard. Vaak zijn er eerst dongles verkrijgbaar. Later komen chipmakers met basebands waarin de nieuwe standaard wordt ondersteund, die dan worden gebruikt in apparaten. Dat proces kan een paar jaar in beslag nemen.
Bovendien zullen netwerkleveranciers apparatuur maken die werkt met de nieuwe standaard. Vervolgens beginnen de eerste providers met het op kleine schaal uitrollen van het nieuwe netwerk, gevolgd door een grotere uitrol. Langzaamaan gaan steeds meer providers over, zeker als ze zien dat de bestaande netwerken de vraag naar data niet meer aankunnen.
Pas dan komen de smartphones en abonnementen met 5g in de winkels te liggen en kan iedereen het nieuwe netwerk gaan gebruiken, eerst op de allerduurste smartphones en binnen afzienbare tijd ook op goedkopere modellen.