AMD heeft zijn aandacht in de laatste jaren vooral gericht op de ontwikkeling van zijn accellerated processing units, kortweg apu's. Apu's zijn processors met niet alleen cpu-cores aan boord, maar waarin de cpu-cores worden gecombineerd met gpu-cores. Zo kunnen de cpu- en gpu-cores ieder die rekentaken uitvoeren waarvoor ze het geschiktst zijn, respectievelijk seriële en parallelle taken. Bovendien kan een losse videokaart in veel gevallen achterwege blijven; de gpu is immers ingebakken.
De eerste apu's die het bedrijf uitbracht, waren de processors met codenaam Llano, die in 2011 verschenen. Daarna volgden de Trinity-apu's in 2012 en de derde generatie werd gevormd door de Richland-apu's. Inmiddels is AMD aan zijn vierde apu-generatie toe en het bedrijf heeft deze de codenaam Kaveri gegeven.
Grote verschillen tussen Kaveri en de voorgaande generatie apu's zijn in alle onderdelen terug te vinden. Zo zijn de processorcores vernieuwd, werden de gpu-cores voorzien van zogeheten graphics core next-technologie en werd AMD's 'heterogeneous computing technology' voor het eerst volledig geïmplementeerd.
In deze review van de Kaveri-apu's hebben we de prestaties van de AMD 7850K in een aantal benchmarks vergeleken met die van zijn voorganger, de Richland 6800K-apu. Daarnaast bekijken we de A8-7600, een Kaveri-apu die in de loop van dit kwartaal met een instelbare tdp geleverd wordt.
Voor deze review gaat onze dank uit naar webshop Alternate, die ons het reviewexemplaar van de A10-7850K ter beschikking heeft gesteld.