Inleiding: hetzelfde liedje
Het is al jaren een traditie; de pc wordt doodverklaard door analisten in de hardware-industrie. Geen enkel jaar is dat echter zo hard van de daken geroepen als dit jaar. Dit keer zou de pc écht dood en begraven zijn. Zoals gewoonlijk is het eind van het jaar de periode om de balans op te maken. Dit jaar is dat niet anders en dus bekijken we hoe dood de pc eigenlijk is.
Daarbij maken we een rondje langs de bekende grote spelers in de pc-markt en staan we stil bij de belangrijkste ontwikkelingen in dit segment. Daarnaast kunnen we niet om andere ontwikkelingen heen, zoals de steeds grotere rol die laptops, maar ook andere draagbare hardware, zoals tablets en zelfs telefoons spelen. Verschuivingen in de verschijningsvormen van de hardware die we gebruiken zijn echter niet de enige factor; ook wat we in die hardware aantreffen, evolueert gestaag.
Zo moeten we zien wat chipproducenten AMD en Intel dit jaar hebben uitgevoerd, en is de steeds verdergaande marktpenetratie van solid state drives eveneens een belangrijke ontwikkeling op de pc-markt. Games spelen een steeds prominentere rol op pc's en daarmee is de pc een geduchte concurrent van consoles geworden. Videokaartproducenten zijn dan ook bijzonder gebrand op de pc-gamer en worden daarin bijgestaan door AMD en Nvidia, die steeds sneller achter elkaar nieuwe generaties introduceren.
Een rondje componenten
Het is moeilijk te zeggen welke innovatie op de componentenmarkt nu echt opmerkelijk was en de desktop een nieuwe impuls heeft kunnen geven. De rekenkracht van de processors in pc's neemt weliswaar voortdurend toe, maar eerlijk is eerlijk, een wereld van verschil maakt het allemaal niet. Een pc van pakweg twee of drie jaar geleden kan wat processorkracht betreft nog prima meekomen met de nieuwste lichting cpu's.
Processors
Intel heeft, een beetje later dan velen hoopten, zo halverwege het jaar zijn Haswell-generatie Core-processors uitgebracht. Deze nieuwe microarchitectuur wordt, net als de voorgaande Ivy Bridge-chips, op 22nm geproduceerd, maar in het dagelijks gebruik zijn de processors niet veel sneller dan de generatie ervoor. De snelheidswinst van een paar procent is niet schokkend en het opgenomen vermogen is onkarakteristiek zelfs toegenomen. Daarentegen banen de chips een weg voor volgende generaties, waarbij onder meer ddr4-geheugen moet worden ondersteund, met een krachtige gpu aan boord en een uitgebreide instructieset.
AMD heeft zijn succes met zijn accellerated processing units, kortweg apu's, ook dit jaar verder uitgebouwd en is inmiddels toe aan de derde generatie van de techniek. Op die generatie, met codenaam Kaveri, moet echter tot de eerste maand van 2014 gewacht worden. In 2013 kreeg de Trinity-generatie een update naar Richland, die met enhanced Piledriver-cpu-cores wat sneller en zuiniger zijn. Op het gebied van de high-end desktopprocessors, de FX-serie, heeft AMD de handdoek in de ring gegooid, zo schijnt het. In de loop van 2013 werden nog wat FX-cpu's uitgebracht, waaronder de hooggeklokte FX-9370 en FX-9590, maar voor 2014 en 2015 zouden geen FX-producten gepland zijn.
Videokaarten
Met videokaarten troefden AMD en Nvidia elkaar in 2013 weer ouderwets af. Het begon met de HD 7790 van AMD, die in maart de prijsbewuste gamer naar het rode kamp moest krijgen. Voor het hogere segment kwam Nvidia met de GTX Titan, een kaart die eigenlijk voor supercomputers bedoeld was, en iets later met de GTX 780, die op de Titan gebaseerd was. AMD zette daar zijn eigen monsterkaart tegenover. De HD 7990 bleef weliswaar de snelste videokaart, maar heeft daarvoor twee gpu's nodig./i/1361265305.png?f=imagenormal)
Na de topkaarten GTX Titan en GTX 780 introduceerde Nvidia ook voor de minder vermogende gamers nieuwe kaarten. De GTX 770, eigenlijk een veredelde GTX 680, en de GTX 760 volgden voor de mainstream-markt en moesten het opnemen tegen AMD's Radeons, zoals de HD 7970 en HD 7950. Ze deden dat met succes.
AMD wachtte tot het najaar van 2013 om met zijn nieuwste serie, Volcanic Islands, te komen. De eerste kaarten uit die serie, de R9 280X en 270X, waren niet spectaculair, maar het vlaggenschip, de R9 290X, was dat wel. Deze kaart kreeg Nvidia's snelste kaarten, de GTX Titan en GTX 780, op de knieën en deed dat voor een flink lagere prijs.
Op de valreep van dit jaar heroverde Nvidia de wisselbeker voor snelste kaart toen het de GTX 780 Ti introduceerde. Die kaart laat zich bovendien lekker overklokken, maar kost wel wat meer dan de rode kaart. Zo ligt de bal weer bij AMD, dat mag proberen Nvidia te overtroeven in snelheid. Nvidia kan intussen met de prijzen spelen om zijn kaarten interessant te houden.
Solid state disks: verslavend
Bijna niemand die ooit heeft gewerkt met een pc of laptop waarin een solid state disk zit, wil nog terug naar een systeem met ouderwetse harde schijf. De responsiviteit van een computer met ssd is een luxe waar je al snel niet meer buiten kunt. Het enige nadeel is: luxe kost geld en dat geldt ook voor ssd's. De eerste ssd's die Tweakers testte, inmiddels alweer vijf jaar geleden, waren bijna obsceen duur en ze boden, zeker vergeleken met de huidige generatie drives, niet eens zulke geweldige prestaties.
Inmiddels zijn ssd's aan een gestage opmars bezig. De drives zonder bewegende delen, zonder geluids- en met minder warmteproductie zitten al lang niet meer alleen in de pc's van de die-hard tweaker. Ook de 'early adopters' van het mainstream-segment kiezen steeds vaker voor een ssd en wie een high-end laptop koopt, krijgt er al een ssd bij. De prijzen zakken en daarmee komt een ssd steeds vaker binnen budget. Zo konden we een of twee jaar geleden nog geen ssd aanraden in de meer budgetvriendelijke Best Buy Guide-systemen, maar tegenwoordig zit zelfs in het budgetdesktopsysteem al een kleine ssd.
Een van de grootste katalysators van die prijsdalingen moet Samsung zijn. Dankzij zogeheten verticale integratie kan dit bedrijf zijn ssd's voor relatief lage prijzen aanbieden. Omdat het bedrijf zelf de productie van geheugenchips, de controller en de assemblage voor zijn rekening neemt, zijn de prijzen lager dan die van concurrenten die slechts een deel of geen van de componenten zelf maken. Met de introductie van de 840 EVO-serie, medio 2013, liet Samsung zien dat het voor relatief lage prijzen de snelste ssd's op de markt kan zetten./i/1374675683.jpeg?f=imagenormal)
De concurrentie zit niet stil, maar vooralsnog hebben de Zuid-Koreanen alle troeven in handen. Marvell verkoopt overigens wel een interessante controller, maar levert daar nauwelijks firmware bij. De makkelijkste manier om ssd's te verkopen is daarom een SandForce-controller als basis nemen en deze combineren met geheugen naar keuze. Dat leverde in 2013 echter weinig spannende productintroducties op en we wachten met smart op de nieuwe SandForce-controller, die in 2014 hogere snelheden mogelijk moet maken.
Concurrentie voor de desktop
In de inleiding gaven we het al aan; de desktop heeft het moeilijk en dat is een flink understatement. Betekent dit dat er een eind komt aan de dagen van de desktop en de tweaker die een open behuizing op zijn bureau heeft staan om eraan te kunnen sleutelen? Voorlopig zal dat wel meevallen, denken we, maar er zijn ontegenzeggelijk verschuivingen gaande die ingrijpende invloed hebben op pc-makers. Een van de belangrijkste is natuurlijk de draagbare computer.
Voor de ene fabrikant maakt het weinig uit of die draagbare computer nu een laptop, een tablet of een telefoon is, maar voor de andere juist veel. Een geheugenfabrikant kan vrij makkelijk modules voor laptops maken in plaats van voor pc's en ook ssd's zijn in kleinere formaten als msata-drives te gieten. Pc-makers hebben het echter moeilijk. Hun formfactor boet flink in aan populariteit en de verkopen dalen. Een bedrijf als Intel heeft het dus wat makkelijker dan een pc-bouwer. De Haswell-generatie processors waar we het al over hadden, is niet geweldig voor de desktop, maar des te beter voor laptops en afgeleide formfactors. De chips zijn zuiniger, meer geïntegreerd en feitelijk speciaal ontworpen voor draagbare systemen als laptops en tablets. AMD laat zijn FX-serie voor wat het is, maar komt wel met energiezuinige apu's voor tablets, laptops en convertibles.
Waar de echte problemen zitten voor een bedrijf als Intel of AMD, is de tablet of smartphone. Deze apparaten worden aangedreven door system-on-a-chips, kortweg socs. De markt voor socs wordt gedomineerd door Samsung met de Exynos- en door Qualcomm met de Snapdragon-socs, en uiteraard door Apple met de A-serie socs. Zij hebben één ding gemeen en verschillen daarin van AMD en Intel: de ARM-architectuur. Dat is een geduchte concurrent voor traditionele chipfabrikanten, zeker nu socs zo krachtig geworden zijn.
AMD en Intel voeren daarom een oorlog op twee fronten. Enerzijds maken ze zelf zeer zuinige socs op basis van de x86-architectuur, zoals respectievelijk zuinige Haswell- of Silvermont-socs, en Kabini- of Temash-socs. Anderzijds pogen beide bedrijven een stukje van de ARM-taart te veroveren. AMD begint voorzichtig met serverchips op de ARM-architectuur, terwijl Intel een deel van zijn productiecapaciteit gebruikt om ARM-producten voor derden te produceren. In beide gevallen doen de chipmakers waardevolle ervaring op met een voor hen nieuwe architectuur.
Conclusie: gereïncarneerd
Bezien in het geheel van persoonlijke computers, in de breedste zin van het woord, lijkt het schromelijk overdreven om de pc dood te verklaren. De personal computer krijgt simpelweg een andere verschijningsvorm, net zoals alle technologie evolueert. We zijn een flink eind gekomen van grote mainframes, die door een handjevol technici gebruikt mochten worden.
Wie vroeger een beige IBM Compatible personal computer had, heeft inmiddels een pc, laptop, tablet en smartphone om zich heen. Een huishouden telt meer dan één computer, die afhankelijk van zijn gebruiksdoel een geschikte formfactor heeft. Voor onderweg is een smartphone handig, op de bank een tablet en op de eettafel een laptop. Veelal dient een desktop nog altijd als centrale hub om foto's op te bewerken, content mee te downloaden en natuurlijk om op te gamen.
Of dat in de komende jaren verandert, is uiteraard niet te voorzien. Wel is de verwachting dat we meer hardware krijgen die persoonlijker zal zijn, maar een desktop, met bijbehorende componenten en wedlopen tussen fabrikanten, houden we voorlopig wel. Wat die strijd tussen fabrikanten in 2014 ook oplevert, de consument zal de winnaar zijn, met betere hardware tegen lagere prijzen.