Saluut
Wie had ooit gedacht dat Nokia van de telefoonmarkt zou verdwijnen… en zo snel? De Finse merknaam prijkt vanaf binnenkort niet langer op nieuwe smartphones, al zal Microsoft met de naam Nokia actief blijven in de markt voor 'dumbphones'. Belangrijker is dat Nokia niet langer zelfstandig opereert in de telefoonmarkt; Microsoft koopt de telefoondivisie en de deal zal vrijdag definitief rond zijn, zegt Microsoft.
Het lukt geen telefoonmaker om na tegenslag zelfstandig succes te hebben
Het is niet de eerste keer dat een voormalige grootmacht uit de mobiele wereld verdwijnt. Ericsson ging op in joint venture Sony Ericsson, waarna Sony zijn partnerbedrijf uitkocht en het Japanse bedrijf het nu alleen doet. Motorola maakte een bescheiden comeback, maar werd vervolgens opgekocht door Google en gaat nu over naar Lenovo. Palm wilde een comeback maken, maar werd onder de vleugels van HP snel de nek omgedraaid. Siemens verdween geheel als mobieltjesfabrikant.
Met Nokia leek het anders te gaan. Het stippelde een strategie uit die, wat je er verder ook van vindt, in elk geval duidelijk was: alles inzetten op Windows Phone. Het begin bleek stroef, maar veelbelovend; de smartphones waren mooi, innovatief en ouderwets stevig. Misschien wel het hoogtepunt van de comeback was de illustere Lumia 920; die telefoon was maandenlang slecht verkrijgbaar door tekorten - al kwam dat niet alleen door de vraag, maar ook omdat Nokia zo bang was met Lumia 920's te blijven zitten dat het weinig exemplaren produceerde.
Nokia bleek ook weer trendsetter. Het dubbeltikken om een telefoon wakker te maken belandde in smartphones van LG en HTC, onder meer Samsung kopieerde Super Sensitive Touch en het gebruik van plastic behuizingen in felle kleuren zagen we terug bij de iPhone 5c. Tienduizenden mensen retweetten een ironische tweet van Nokia over de 5c.
In dit verhaal blikken we terug op de historie van Nokia, hoe het bedrijf ten onder ging aan zijn eigen arrogantie en hoe het concepten als de smartphone en de app store bedacht. Verder kijken we waar de erfenis van de Finse en Europese trots van de telefoonmarkt terecht zal komen.

Historie: de Finse feniks
Nokia is niet begonnen als telefoonmaker. Sterker nog, het begon in een heel andere industrie: houtpulp. Oprichter Frederik Idestam begon in 1865 op 27-jarige leeftijd met een houtpulpmolen bij Tampere, na Helsinki de grootste stad van Finland. Hoewel Nokia 1865 als oprichtingsdatum heeft, heette het toen anders.
De naam Nokia kwam pas in 1871, toen Idestam een tweede molen bouwde bij een stadje vijftien kilometer ten westen van Tampere. Dat stadje, toen nog officieel een dorp, heette Nokia. Houtpulp was een tijdje de core business van het bedrijf, dat stevig groeide.

Hoewel Idestam als eerste de naam Nokia voor een bedrijf gebruikte, kun je ook Arvid Wickström als oprichter van Nokia zien. Hij richtte in 1912 in datzelfde dorp Nokia een bedrijf op dat zich toelegde op de productie van kabels voor stroom en telefonie, toen nog een noviteit. Het bedrijf ging zich bezighouden met elektronica en later tv's.
Een keerpunt in de geschiedenis van Nokia is 1967. De houtpulpfabrikant, de kabelmaker en een bedrijf dat in rubberen producten handelde, allemaal gevestigd in Nokia, gingen toen samen onder de naam Nokia. De eerste stappen voor het maken van telefoons waren al gezet; het bedrijf maakte al telefoons voor onder meer het leger.
Nokia wilde, zeker in de jaren na de fusie, een conglomeraat worden, zoals bijvoorbeeld Samsung nu is. Het wilde succesvol zijn in veel verschillende bedrijfstakken. In de jaren tachtig leek dat ook een redelijk streven; de omzet was keurig over de verschillende takken verdeeld.

Bron: ETLA, onderzoeksinstituut voor Finse economie
Toen gooide een recessie in Finland roet in het eten. Nokia besloot begin jaren negentig het roer helemaal om te gooien. Het verkocht de andere bedrijfstakken en richtte zich alleen op telefoons en telecommunicatie, dat toen in de kinderschoenen stond. Die keuze is niet onlogisch. Hoewel het toen nog klein was, had Nokia zichzelf goed gepositioneerd. Het werkte al vanaf het begin mee aan gsm, de 2g-standaard voor mobiel bellen. Bovendien had het veel patenten en zag het een grote kans om te groeien.
Nokia hield nog lang een aandeel in Nokian, een joint venture voor het maken van onder meer rubberbanden voor auto's en fietsen. Dat bedrijf bestaat nog steeds onder die naam. Nokia kocht zich uit in 2003. De strategie wierp zijn vruchten af; omzetten en winsten explodeerden en in 1998 was Nokia marktleider in mobiele telefonie. Door zijn vroege dominantie werden de namen Nokia en mobiele telefoon haast synoniem.
Smartphones: de remmende voorsprong
De eerste smartphone van Nokia en misschien wel de eerste succesvolle smartphone aller tijden is de 9000 Communicator. De term smartphone bestond nog niet, maar het was een combinatie van twee zaken die later de basis vormden voor smartphones: telefoon en pda, een personal digital assistent voor het bijhouden van de agenda en contactpersonen, en het versturen en ontvangen van e-mails.
De 9000 Communicator was precies dat; hij integreerde de twee apparaten niet, maar was als het ware twee apparaten op elkaar gestapeld.
De 9000 was in gesloten positie een telefoon zoals Nokia ze in die tijd maakte, maar opengeklapt had hij een toetsenbord en een groter scherm, met een resolutie van 640x200 pixels. Hij draaide een versie van GEOS, een besturingssysteem van het bedrijf GeoWorks.
/i/1380894434.jpeg?f=imagenormal)
De 9000 draaide op een Intel i386-processor op 24MHz en had 8MB intern geheugen. De smartphone kostte omgerekend rond de 900 euro, al is dat nu, met inflatie meegerekend, ongetwijfeld meer dan 1000 euro. Veel mensen vonden het die hoge prijs wel waard en de Communicator-serie werd ruim acht jaar voorzien van nieuwe modellen.
Nokia ruilde het GEOS-besturingssysteem al snel in voor Epoc, dat op zijn beurt opging in Symbian, een initiatief van Nokia met enkele andere partijen in de telecomindustrie. Die situatie heeft lang geduurd; Sony Ericsson bracht in 2010 zijn laatste modellen met Symbian uit en Samsung stopte na de Omnia HD in 2009 met het maken van Symbian.
Ook waren er veel andere bedrijven met een licentie en in Japan zijn tot enkele jaren geleden veel telefoons met een eigen versie van Symbian verkocht. Er waren diverse versies van Symbian in omloop; naast Nokia's S60 waren dat onder meer UIQ van Sony Ericsson en Foma van Japanse fabrikanten.

In totaal verkocht Nokia een slordige half miljard Symbian-telefoons. De Finse fabrikant domineerde die markt en de Nokia's konden alles. De belangrijkste exponent van een alleskunner met Symbian was de N95 uit 2007, een toestel dat werkte op 3g-netwerken, beschikte over een kantelsensor voor spelletjes en over aparte mediaknoppen, en dat als een van de eerste een 5-megapixelcamera integreerde. De N95 werd een groot verkoopsucces en Nokia zette er miljoenen van af.
Nokia's voorsprong op het gebied van hardware en features was groot in 2007. Zo groot zelfs dat je kunt zeggen dat de Finse fabrikant zich arrogant opstelde en log was geworden in de uitvoering. Het duurde dan ook lang voordat iets uit de r&d-labs in telefoons verscheen.
Nokia's r&d-afdeling bleef bezig met innoveren, maar als gevolg van interne, conservatieve krachten stond het bedrijf niet open voor verandering. Ondanks het enorme en onbedreigde succes waren alle factoren aanwezig voor iets wat in het Engels zo mooi disruption heet. En dat gebeurde ook, op 9 januari 2007.

Overrompeld door iPhone en Android
Nokia was, net als iedereen, overrompeld door Steve Jobs' presentatie van de iPhone op 9 januari 2007. Engineers van Nokia kochten de iPhone, namen beelden van de interface op en speelden ze in slow-motion af om te bevestigen dat de interface met 60 frames per seconde op het scherm werd getoverd.
Sommige mensen bij Nokia hadden onmiddellijk door dat het bedrijf een probleem had. Onder hen bevond zich een niet nader genoemd directielid, dat geciteerd wordt door een bekende Finse krant. Hij nam de gloednieuwe iPhone mee naar huis, waarna zijn vierjarige dochter ermee ging spelen. Het meisje vroeg toen ze ging slapen 'of ze die magische telefoon onder haar kussen mocht leggen'.
De officiële lijn van Nokia in die tijd was echter anders. Het bedrijf geloofde niet zo in touchscreens. Het was immers al een keer mislukt en toen verkeerden bovendien velen in de veronderstelling dat de iPhone een kortstondige hype zou zijn. Desondanks had Nokia zijn Symbian S60 klaargemaakt voor touchscreens, ook al zag dat er niet uit. Het scrollen zoals bij de iPhone werkte bij Nokia een stuk minder makkelijk en de hele interface zag er nog steeds uit alsof die met gewone toetsen moest worden bediend.
Helaas!
De video die je probeert te bekijken is niet langer beschikbaar op Tweakers.net.
Nokia was echter tevreden. Het had nu een besturingssysteem dat zowel op touch als op non-touch kon functioneren en apps waren gewoon uitwisselbaar. Die compatibiliteit was belangrijk voor de Finnen. Ontwikkelaars hadden het al moeilijk genoeg met het programmeren voor Symbian, een scheiding van versies zou het hun nog lastiger hebben gemaakt. Bovendien had het bedrijf naar eigen zeggen een verkoopargument boven iPhones; het ondersteunde Flash voor webvideo, iets wat de iPhone nooit heeft gedaan. In Nokia's marketingtermen luidde het dat met de nieuwe Nokia's het hele internet kon worden bekeken op een mobiel 'en niet slechts delen daarvan'.
Het porten van Symbian naar een touchscreen duurde langer dan gedacht. Engineers hadden voorgespiegeld dat het omzetten binnen drie weken kon zijn gepiept, maar het duurde uiteindelijk tot eind 2008 voordat de eerste nieuwe touchscreen-telefoon van Nokia voor de massamarkt in de winkel lag: de 5800 XpressMusic.
Nokia was eerder met smartphones, touchscreens en downloadwinkels
Er waren fundamentele problemen met die telefoon, waardoor hij lang niet zo goed was als de iPhone 3G en zijn tijdgenoot T-Mobile G1, de eerste Android-telefoon. Ten eerste was het touchscreen resistief en in de praktijk moesten gebruikers harder op het scherm drukken om commando's te geven. Ten tweede was tekst invoeren een drama op het priegelige toetsenbord. Ook de interface bleek nog lang niet klaar voor het touchscreen. Vooral de manier van scrollen, een item vastpakken en naar beneden vegen in plaats van naar boven, wekte bevreemding.
Daarnaast had zowel Apple als Google zijn model voor ontwikkelaars geperfectioneerd. Beide boden een gecentraliseerde downloadwinkel aan, de App Store respectievelijk de Android Market, die op het toestel stond. Bovendien was het maken van apps veel makkelijker en konden functies en mooie interface-elementen makkelijker worden geprogrammeerd. Tot slot kregen ontwikkelaars 70 procent van de opbrengst van de verkoop van apps.
Er zit een patroon in; Nokia was eerder met smartphones, touchscreens en downloadwinkels voor apps, maar concurrenten deden het beter, zoveel beter dat het leek alsof Nokia niet meer meedeed. Media zagen al snel een two horse race ontstaan tussen de twee nieuwelingen op de smartphonemarkt. Omdat veel mensen graag uit veel apps willen kunnen kiezen op hun smartphones, werd dat al binnen enkele jaren een feit.
Dat gebeurde uiteraard niet direct. Sterker nog, Nokia verkocht het merendeel van zijn smartphones ná de introductie van de iPhone en niet ervoor.
/i/1366390972.png?f=imagenormal)
Het succesvolste jaar voor Nokia's Symbian was 2010, toen de Finnen 100 miljoen Symbian-telefoons verkochten. De markt voor smartphones groeide echter nog veel harder, waardoor Nokia snel terrein verloor. De enige reden waarom de gele lijn van het marktaandeel tussen 2008 en 2010 niet steil naar beneden liep, is dat Nokia de prijzen liet zakken.
Het is in retrospectief makkelijk om Nokia te verwijten dat het bedrijf laat reageerde op de nieuwe spelers, maar zo eenvoudig was deze trend niet te herkennen. De N95, die het opnam tegen de eerste iPhone, was technologisch gezien zijn tijd vooruit en was veel geavanceerder dan die eerste iPhone. Nokia dacht dat de op touchscreens aangepaste interface en apps niet veel zouden uitmaken in de verkopen en zagen dat kwartaal op kwartaal door de cijfers bevestigd worden. Uiteindelijk gaven juist die zaken, waarin iPhone OS en Android een voorsprong hadden genomen, de doorslag. Dit is misschien wel de meest fatale misrekening uit de historie van de smartphonemarkt geweest.
Plan twee: Linux-distro's
Nokia werd dus overrompeld door de iPhone en later door Android, maar plan twee stond al jaren in de coulissen: Nokia's eigen Linux-distro Maemo. Maemo was een paar jaar lang een speeltuin geweest voor het team van voornamelijk technici, die 'internet-tablets' uitbrachten en op hun eigen geeky manier alles uit een mobiel apparaat probeerden te halen wat erin zat.
In 2009 moest Maemo de eerste stap zetten naar het grote publiek; de N900 werd de eerste smartphone met Maemo. Volwassen was Maemo op dat moment nog niet en met kennis van Linux kon je er veel, veel meer uithalen dan als doorsneegebruiker, maar de stap was gezet. De N900 toonde dat Maemo enkele zaken voorhad op Symbian. Het ontwikkelen van apps was makkelijker, de browser was een stuk beter, en de interface liep vloeiender en zag er mooier uit.
Nokia zette met Maemo in op multitasking, dat centraal staat met live thumbnails met openstaande applicaties. Diverse elementen van Maemo zijn nu terug te vinden in iOS; de opvallendste is misschien wel het parallaxeffect. Nokia gebruikte niet de kantelsensor, zoals Apple nu doet, maar probeerde de illusie van diepte te creëren door de wallpaper minder te laten meescrollen bij het scrollen tussen homescreens, waardoor die verder weg leek dan de iconen op het scherm. Apple integreerde zo'n effect pas in 2013 in iOS, Nokia deed dat dus vier jaar eerder.
/i/1256285224.png?f=imagenormal)
Het was altijd de bedoeling dat Maemo Symbian zou vervangen. Omdat Nokia inzag dat het dat alleen wellicht niet zou reddden, voegde het Maemo samen met Moblin van Intel, in een initiatief met de naam MeeGo. De ontwikkeling ging echter niet zo snel als verwacht en toestellen werden uitgesteld. De hardware was klaar, de software nog niet.
Het team, dat vooral in Duitsland werkte, haalde de nooit uitgesproken deadline niet. Het had in januari 2011 te weinig om te laten zien aan de nieuwe ceo Stephen Elop. Die koos voor Windows Phone en maakte duidelijk dat MeeGo geen toekomst had.
Dit was de interface die Nokia in 2008 had moeten hebben
Omdat het project al wel vergevorderd was, mocht het team het afmaken. Het resultaat was een van de merkwaardigste momenten uit de telefoonhistorie van Nokia. De N9 werd door pers, analisten en publiek met gejuich onthaald, maar vanaf het begin was duidelijk dat dit het enige toestel met MeeGo zou blijven. Andere toestellen met MeeGo, er waren er minstens vijf bijna klaar, waren geannuleerd of omgebouwd tot Windows Phones.
Kern van het enthousiasme voor de N9 was dat Nokia eindelijk een interface had ontwikkeld die op en top ontwikkeld was voor het touchscreen. Het werkte snel en makkelijk; apps minimaliseren gebeurde door ze opzij te vegen en de telefoon wakker maken ging met een dubbelklik op het scherm; een feature die LG en HTC nu ook gebruiken op recente modellen. De interface met een notificatiescherm, hoofdmenu en multitaskmenu bleek eenvoudig in de bediening. Kortom, dit was de interface die Nokia in 2008 had moeten hebben.
MeeGo zou opgesplitst worden in twee onderdelen, het MeeGo van de N9 voor dure smartphones en een versie voor goedkopere telefoons onder de naam Meltemi. Meltemi was al bijna klaar toen alle ontwikkelaars werden ontslagen.
De redenering van Elop om zowel MeeGo als Meltemi te annuleren sneed wel degelijk hout. Hij zag in dat de strijd op de smartphonemarkt zich afspeelde tussen ecosystemen. Een ecosysteem bestaat uit smartphones, het besturingssysteem dat erop draait, de sdk's voor ontwikkelaars, de apps die die ontwikkelaars maken, de services die op het platform worden aangeboden en de eventuele accessoires die ermee werken.
Elop dacht met Nokia geen derde ecosysteem te kunnen maken met MeeGo of Symbian en vermoedelijk had hij daarin gelijk. In het najaar van 2010 begon hij dan ook met de oriëntatie op de grote keuze: moest Nokia Android-telefoons of Windows Phones gaan maken?
De verloving met Microsoft
Al vanaf het moment in 2010 waarop Elop begon als directeur gingen er geruchten dat hij een paard van Troje was. Hij zou door Microsoft zijn neergezet om van Windows Phone het enige smartphoneplatform van Nokia te maken en de waarde van Nokia zo ver te laten dalen dat Microsoft het voor een schijntje kon overnemen.
Hoewel delen ervan zijn uitgekomen - Nokia koos voor Windows Phone en wordt nu grotendeels overgenomen door Microsoft voor veel minder dan het toen waard was - is die theorie niet aannemelijk. Zij veronderstelt namelijk dat Windows Phone in de tussenliggende periode geen doorslaand succes zou worden. Bovendien was Nokia misschien nog minder waard geweest als Nokia bij Symbian was gebleven of al zijn kaarten had ingezet op MeeGo.

Hoewel de koersverandering in de lucht hing vanaf het moment dat Elop aantrad, bracht een memo voor het eerst duidelijkheid over wat de Canadees van plan was. De memo belandde in de digitale brievenbus van techblog Engadget en het kan zijn dat dat niet geheel per ongeluk gebeurde. Later dat jaar zou een opvallend gelikte 'uitgelekte' video opduiken, waarin Elop een prototype van de Lumia 800 toonde. Niet lang daarna kwam ook een filmpje online dat de Sea Ray, zoals het toestel toen nog heette, in actie liet zien.
Helaas!
De video die je probeert te bekijken is niet langer beschikbaar op Tweakers.net.
De aankondiging kwam een paar dagen na het uitlekken van de memo; Nokia had gekozen voor Windows Phone. De redenering die Elop uitte, was dat Nokia zich met Android te weinig zou kunnen onderscheiden. De werkelijke reden kan ook pragmatisch zijn; Microsoft had er veel geld voor over om Nokia aan boord te halen, Google niet. De kwart miljard euro die Microsoft elke drie maanden overmaakte naar Nokia, kon het Finse bedrijf goed gebruiken.
De geruchten over een overname zwelden aan, onder aanvoering van de Russische blogger en analist Eldar Murtazin. Nokia had de Russische politie een inval laten doen bij Murtazin en de Rus proefde met zijn tweets de zoete smaak van wraak. Zijn reputatie was toen nog zo goed als vlekkeloos op het gebied van informatie vanuit Nokia. Dit gerucht bleek echter onzin; zoals inmiddels is gebleken werden de werkelijke gesprekken over een overname toen nog niet gevoerd. De gesprekken over een intensievere samenwerking tussen Nokia en Microsoft namen pas begin 2013 een aanvang. Oorspronkelijk ging het niet eens over een overname, zo bleek uit een verklaring van een 'belastingdienst' in India.
In de laatste maanden voordat Ballmer zijn vertrek zou aankondigen, gingen de bedrijven in gesprek over een overname van de telefoontak. De timing was opnieuw curieus; de overname werd een paar weken nadat Ballmer had gezegd dat hij zou vertrekken bekendgemaakt.
Microsoft neemt niet alles over. De telefoontak gaat naar de Amerikanen, Microsoft mag de merknaam Nokia op 'domme' mobieltjes plakken en de naam Lumia, dus niet Nokia, op Windows Phone-toestellen. Ook zijn er licentiedeals voor onder meer Nokia's kaartendienst, maar die blijft eigendom van de Finnen.
De erfenis: Lumia en Sailfish
De erfenis van het ooit zo grote en trotse Nokia valt in delen uiteen. Ten eerste is daar de erfenis die bij Microsoft belandt. Die blijft vermoedelijk Lumia-smartphones maken met onder meer Nokia's cameratechnologie, die onder de naam PureView wordt ontwikkeld. Omdat Nokia's ontwikkelteams ook meegaan naar Microsoft, is het te verwachten dat Microsoft de ingezette lijn in elk geval in eerste instantie doorzet.
Maar er is meer. Nokia blijft ook bestaan zonder de telefoontak. Wat overblijft is onder meer de Here-divisie, met daarin de kaartendienst en locatiediensten. Ook werkt Here aan software voor in-car-entertainment onder de naam Here Auto. Die software is gemaakt in Qt en kan dus ook op een Linux-kernel functioneren.
Verder behoudt Nokia zijn eigen r&d-afdeling, die zou werken aan onder meer buigbare smartwatches en slimme brillen. Of dat echt zo is, heeft het bedrijf nog nooit bevestigd, maar onder de deal die Microsoft en Nokia hebben gesloten, zou het wel mogen.

Dan heeft Nokia nog al zijn patenten en met alle licentiegelden die daarop binnenkomen, kan het bedrijf het voorlopig uitzingen. Nokia heeft patenten op vele gebieden die met telefoons te maken hebben. Bovendien verdedigt het bedrijf die steeds actiever. Onder meer HTC heeft te maken met patentzaken van Nokia en Apple zag zich al genoodzaakt om met de Finnen te schikken.
Er zijn nog meer plekken waar de erfenis van Nokia doorleeft. De prominentste is Jolla, een bedrijf waarvan de start is gefinancierd met geld van Nokia en waar vooral oud-technici van de Finse fabrikant werken. Jolla heeft bovendien een besturingssysteem gemaakt dat gebaseerd is op het Mer-project, dat op zijn beurt voortkwam uit MeeGo van Intel en Nokia. Kortom, op alle punten liggen er lijnen met de voormalige marktleider uit Finland. De eerste Jolla-telefoon kwam eind vorig jaar uit en de Finnen lijken hem warm te onthalen.

Tot slot: eeuwig zonde
Wie een jaar of zes, zeven geleden, toen Nokia op het hoogtepunt van zijn roem stond, had gezegd dat de Finnen hun telefoontak voor 'slechts' een paar miljard euro aan Microsoft zouden verkopen, zou subiet voor gek zijn versleten. Toen was het ondenkbaar dat Nokia binnen een paar jaar in een kwetsbare positie zou belanden. Toch is het zover en daarmee gaat een boek dicht waarvan weinigen dachten dat het ooit gesloten zou worden. De naam Nokia prijkt binnenkort niet meer op smarthones en vermoedelijk op nog maar weinig andere telefoons. Nokia verdwijnt uit het straatbeeld.
Het is zonde en triest, want de ooit zo trotse Finse marktleider heeft geen Europese opvolger. De koppositie op de mobiele markt is vol overtuiging overgenomen door het Zuid-Koreaanse Samsung, dat net als Nokia op zijn hoogtepunt de markt overspoelt met modellen. De software komt uit de Verenigde Staten; de dominante positie van Symbian is overgenomen door Android.
Betekent dit het definitieve einde van Nokia? Nee, de Lumia-lijn blijft bestaan, Nokia zal zelf vermoedelijk accessoires maken en het Finse Jolla is aan de slag gegaan met de erfenis uit Nokia's pogingen om met Maemo en MeeGo een nieuw platform te maken. De tijd dat Nokia bijna synoniem was aan een mobiele telefoon ligt echter al jaren achter ons en komt niet terug, eigenlijk een logisch einde aan een neergang die al jaren geleden werd ingezet.
