Inleiding: geheim wapen
Klassiek ontwerp
Zoek in Google op plaatjes van symbolen voor camera's en de kans is groot dat je gelijk het basisontwerp van de Nikon 1 V1 te pakken hebt. Deze compacte systeemcamera, samen met het J1-instapmodel in september 2011 aangekondigd, viel onder meer op door zijn strakke ontwerp, de stevige magnesium behuizing en de compacte, ingebouwde elektronische zoeker.
Daarnaast was het een gedurfde zet van Nikon omdat het voor zijn entree in de milc-markt koos voor een relatief klein sensorformaat als basis. Dit 1"-formaat, door Nikon 'CX' gedoopt, meet slechts de helft van de sensor in een m4/3-camera van Olympus of Panasonic, terwijl een aps-c-sensor in bijvoorbeeld een Sony NEX-camera zelfs drie keer zo groot is als de sensor in de Nikon 1-serie. Niet alleen levert dit bij de V2 in de praktijk meer ruis op, maar het maakt ook de scherptediepte groter.
Een belangrijk voordeel van het kleinere sensorformaat is dat ook de lenzen kleiner kunnen zijn. Het geheime wapen bij introductie was echter de scherpstelling. Nikon had hiervoor af-punten op de sensor geïntegreerd, waarmee snelle fasedetectie-af gebruikt kon worden. Ook kon de V1 volledig stil fotograferen vanwege de elektronische sluitermogelijkheid. Voor onder meer vogelaars bleek ook de 2,7x-cropfactor van de sensor met bestaande Nikon-dslr-lenzen een interessante combinatie.
Kritiek viel de V1 ook ten deel. Behalve de ruis werd ook de afwezigheid van een uitgesproken grip bekritiseerd, waren de pasm-modi alleen via het menu te benaderen, bleek de modusknop ongewild van positie te wisselen en was de functionaliteit van de F-knop niet zelf te wijzigen.
Tweede poging
Eind vorig jaar kondigde Nikon met de Nikon 1 V2 de opvolger van het V1-model aan. Dit nieuwe model heeft een compleet andere vormgeving, met een grip van formaat in een kleinere behuizing. Ook beschikt de V2 over een ingebouwde flitser die deel uitmaakt van het relatief hoge zoekerhuis, waardoor de camera op een miniatuur-dslr lijkt.
Ook heeft Nikon eindelijk de pasm-modus direct beschikbaar gemaakt via een beter gepositioneerde modusknop, heeft de camera een nieuwe sensor met een verhoogde resolutie gekregen en is het menu getweakt. De vraag is echter of de vernieuwingen en wijzigingen de nog steeds relatief hoge straatprijs rechtvaardigen. Tweakers nam de camera uitgebreid onder handen.
Body: kleiner dan verwacht
Afmetingen en gewicht
Op de eerste foto's die Nikon van de Nikon 1 V2 vrijgaf, leek het nieuwe model behoorlijk groot te zijn. Dat bleek echter optisch bedrog, want in werkelijkheid is de camera beduidend kleiner dan het V1-model. Vooral in de breedte is de V2 geslonken, maar ook is de camera op plaatsen veel dunner geworden.
Hoewel de V2 volgens de onderstaande tabel 45,9mm diep is, betreft dit alleen de grip. De afstand van de achterkant tot de mount is met 33,2mm namelijk veel kleiner, terwijl de camera op het dunste punt, vlak naast de grip, slechts 23,1mm dik is. Wel is de V2 vanwege de plaatsing van de uitbreidingsconnector en de opklapbare flitser boven op het zoekerhuis ongeveer 7mm hoger dan de V1. Deze laatste had de connector links van de zoeker en geen ingebouwde flitser. De Nikon 1 J3, zonder evf en zonder noemenswaardige grip, aangekondigd op de CES-beurs, is duidelijk weer kleiner en lichter dan de V2.
Features | Nikon 1 V2 | Nikon 1 V1 | Nikon 1 J3 | Sony NEX-6 | Lumix G5 | EM-5 |
Afmetingen (mm)
|
b: 107,8 h: 81,6 d: 45,9 |
b: 113 h: 76 d: 43,3 |
b: 101 h: 60,5 d: 28,8 |
b: 119,9 h: 66,9 d: 42,6 |
b: 119,9 h: 83,2 d: 70,8 |
b: 121 h: 89,6 d: 41,9 |
Gewicht (incl. accu) |
338g |
383g |
244g |
342g |
396g |
425g |
Vergeleken met andere compacte systeemcamera's met ingebouwde zoeker is de V2 in ieder geval de lichtste van het huidige aanbod en veel kleiner dan de Lumix G5 van Panasonic. De camera is beduidend smaller dan de V1 en gemiddeld genomen wat minder hoog, maar door zijn hogere zoekerhuis is de maximale hoogte van de V2 groter.
:fill(white)/i/1364917003.jpeg?f=thumb)
Grip
Een belangrijke verbetering is de grip van de V2. Zijn voorganger had een redelijk strakke, rechte body met alleen een verticaal richeltje om de middelvinger wat grip te bieden. Bij de V2 heeft Nikon dit strakke ontwerp in het kader van een betere ergonomie laten vallen en de camera uitgerust met een ver naar voren uitstekende grip. Deze is zelfs nog ietsje dieper dan bij de NEX-6/7 van Sony, maar wel smaller.
We vinden de grip van de V2 zelfs nog iets beter dan die van de Sony-modellen, vanwege de grotere ruimte voor de vingertoppen, mogelijk gemaakt door de zeer dunne body op dit punt, terwijl de afstand tussen de binnenkant van de grip en de lensmount groter is bij de V2. Hoewel de V2-body net als zijn voorganger deels gemaakt is van een magnesiumlegering, lijkt deze minder sterk dan de V1.
Daarnaast heeft Nikon de grip van de V2 nu voorzien van stroef rubber, waardoor de camera niet snel uit je handen glijdt, en wordt ditzelfde rubber gebruikt voor het gripvlak voor de duim, dat een opstaand randje heeft. Vanwege zijn grootte, vorm en gebruikte gripmateriaal, vinden we de V2 van alle compacte systeemcamera's op dit moment de fijnste grip hebben.
De V1 kon weliswaar voorzien worden van een externe grip van Nikon zelf, een variant van Fotodiox met een opening voor het verwisselen van de accu en sd-kaart, of de populaire aluminium 'opplakgrip' van Richard Franiec, maar die gripopties voegen gewicht toe aan de toch al zware V1.

Lelijke eendje
Bij introductie van de V2 kwam er veel kritiek op het nieuwe bodyontwerp, vooral van huidige V1-gebruikers. Door de relatief grote grip leek de camera op foto's groter dan hij in werkelijkheid is, terwijl de vele hoeken en glooiingen van de V2-behuizing afbreuk zouden doen aan het inmiddels klassieke ontwerp van zijn voorganger. De V2 kreeg dan ook snel de bijnaam 'lelijk eendje'.

Wij zijn er wat milder over. Vanwege de grip en de hoge zoekerbult lijkt de V2 gewoon eerder op een miniatuurspiegelreflexcamera. Wel merkten we bij gebruik dat het V1-model makkelijker in een jaszak weg te stoppen is dan de V2, vanwege de uitstekende delen van die laatste.
:fill(white)/i/1364916839.jpeg?f=thumb)
Fysieke modusknop
Een groot nadeel van de V1 was het ontbreken van de pasm-modi op de modusknop. Daardoor moest je voor het minste of geringste het menu induiken. Ook kwam het vaak voor dat deze draaiknop bij het opbergen of uit een tas halen van de camera ongemerkt van stand veranderde. Omdat die knop aan de achterkant zit, werd dat vaak te laat opgemerkt.
Bij de V2 kunnen de pasm-modi eindelijk wel direct via de modusknop benaderd worden. Nikon heeft deze een kwartslag gedraaid en verplaatst naar een uitsparing in de bovenkant van de body. Ook het nieuwe J3-midrangemodel, aangekondigd op de CES 2013, heeft nu zijn modusknop - overigens zonder pasm-modi - op deze locatie.
Nog steeds vinden we de modusknop echter te losjes draaien. Daarbij klikt de knop weliswaar netjes in de posities, maar blokkeert de camera niet als het witte markeringspijltje tussen twee beeldmodi in staat. Je kan dan bijvoorbeeld in de veronderstelling zijn dat je in de diafragmavoorkeuzestand zit en het diafragma instelt, terwijl de camera in werkelijkheid de sluitertijdvoorkeuzestand gekozen heeft. Niet echt een groot probleem, maar bij het recensie-exemplaar is ons dat een aantal keer overkomen.

Overige knoppen
Nikon heeft het kleine drukknopje om de V1 aan te zetten vervangen door een draairing rond de sluiterknop. Deze springt terug naar links na het aan- of uitzetten van de camera. Nikon heeft voor deze ongebruikelijke optie gekozen, omdat de camera ook uitgezet kan worden door een uitschuifbare zoomlens in te draaien.
Ook zijn de vier knoppen rond de d-pad bij de V2 verplaatst naar links van de lcd, is de draairing van de d-pad kleiner en heeft deze dezelfde prettige karteling als bij de J3. De posities op de d-pad zijn wel wat gewijzigd. De AE-L/AE-F-functie en belichtingscompensatie zijn identiek, maar bij de V2 is de continu-fotostand toegevoegd aan de zelfontspanfunctie van de linkerpositie en is de focusmodus van de onderste positie bij de V2 vervangen door een flitsinstelling vanwege de ingebouwde flitser.
De rocker switch achter op de V1, voor het wijzigen van camera-instellingen, is bij de V2 vervangen door een klikwiel rechts van de modusknop. Ook deze draait, net als de modusknop, helaas veel te licht en met te onduidelijk aanvoelende klikjes. Door het verplaatsen van de uitbreidingsconnector boven de evf, is aan de linkerkant ruimte vrijgekomen voor de twee spleetjes van de speaker.
Verder valt op dat de V2 alleen nog maar een ir-venstertje aan de voorkant heeft om de camera op afstand te bedienen, in plaats van voor en achter zoals bij de V1, terwijl bij de V2 de gecombineerde usb/av-out-aansluiting vervangen is door een standaard-mini-usb-aansluiting. Ook heeft deze nu een eigen klepje gekregen, met die van de mini-hdmi- en stereomicrofoonaansluiting daar direct boven.

Intern: nieuwe sensor
Sensor met meer megapixels
De V2 is de eerste camera in de Nikon 1-serie die is uitgerust met een nieuwe beeldsensor. In plaats van de 10,1 megapixel bij de V1, J1 en J2, heeft de nieuwe sensor in de V2 een resolutie van 14,2 megapixel. Ook het op de CES aangekondigde Nikon 1 J3-model is uitgerust met de nieuwe sensor. Ondanks het hogere aantal pixels claimt Nikon dat de nieuwe sensor lichtgevoeliger is dan de vorige versie.
Evenals de vorige sensor wordt deze geproduceerd door Aptina, zo blijkt uit een ontleding van ChipWorks. De V2-sensor heeft een pixelgrootte van 2,9μm, tegenover 3,38μm voor de sensor in het V1-model. Ter vergelijking: de m4/3-sensor in de Olympus E-M5 heeft een pixelgrootte van 3,74μm, terwijl de aps-c-sensor in de NEX-6 van Sony pixels heeft met een grootte van 4,77μm.
Nikon laat de geclaimde, hogere lichtgevoeligheid ook tot uiting komen in de te kiezen iso-waarden. Bij de V2 is iso 6400 de maximale waarde, terwijl dat bij de V1 iso 3200 was, met een digitaal versterkte H1-uitbreidingsstand. De minimale iso-waarde is bij de V2 echter verhoogd van iso 100 naar iso 160. Dat betekent dat je bijvoorbeeld bij gebruik van de fysieke sluiter met veel zonlicht eerder de minimale sluitertijd van 1/4000s aantikt. Overigens kan ook altijd de elektronische sluiter gebruikt worden, die met 1/16.000s nog een foto kan maken.

Expeed 3A
Nikon heeft de V2 voorzien van de Expeed 3A-beeldprocessor. Deze zou in vergelijking met de Expeed 3-chip in de voorgaande modellen beschikken over twee processors en in totaal 850 megapixel per seconde aan beeldinformatie kunnen verwerken, in plaats van de 600 megapixel die de Expeed 3 per seconde aankan. De verhoogde verwerkingssnelheid lijkt direct ingegeven te zijn door de hogere sensorresolutie, aangezien de V2 nog steeds een burststand heeft waarbij 60 beelden per seconde met de maximale resolutie zijn op te nemen.
De bufferruimte bij de V2 blijkt maximaal 40 foto's te kunnen bevatten. Dit is ongeacht of jpeg, raw, of jpeg+raw gekozen is, terwijl ook de jpeg-grootte hierop geen invloed heeft. Dit is meer dan de 30 beelden, bovendien van kleiner formaat, die de V1 met vergelijkbare instellingen in zijn kortetermijngeheugen kan opslaan. Nikon heeft de bufferruimte bij de V2 dus aanmerkelijk vergroot.

Stillere sluiter
Net als de V1 kan de V2 gebruikmaken van zowel een mechanische sluiter als de elektronische sluiterfunctionaliteit van de sensor. Bij de V1 kon daartussen gekozen worden via onder meer de Fn-knop, maar bij de V2 wordt die voor iets anders gebruikt. In plaats daarvan kan dit nu ingesteld worden via de optie 'Stil fotograferen', maar dan nog is een burst rate van 5 beelden per seconde het hoogst haalbare voor de sluitereenheid in de camera.
Wel duidelijk hoorbaar is dat de sluiter van de V2 stiller is, meer gedempt. Ook is het geluid ervan korter dan bij de V1, die wat 'slomer' klinkt. Overigens duurt het na het nemen iets van anderhalve seconde voordat beide camera's na een black-out weer beeld en de interface tonen, en de volgende foto genomen kan worden.

Af-systeem
De Nikon 1-serie onderscheidt zich van andere milc's door de razendsnelle scherpstelling. Dit komt doordat Nikon de beeldsensor heeft voorzien van af-punten waarmee snelle fasedetectie-af mogelijk is. Met voldoende licht wordt exclusief deze snelste af-variant gebruikt, terwijl bij mindere lichtomstandigheden overgeschakeld wordt op contrastdetectie-af.
Met de komst van onder meer de EOS M van Canon, de NX300 van Samsung en de NEX-5R en NEX-6 van Sony is het concept van af-punten op de sensor inmiddels niet uniek meer, maar bij die modellen worden de on-sensor af-punten in een ondersteunende rol gebruikt, met een contrastdetectieslag om de nauwkeurigheid van de scherpstelling te verbeteren.
Het aantal door de gebruiker op het scherm te kiezen af-velden is bij de V2 en de V1 gelijk: in totaal 135. Daarvan ondersteunen de middelste 73 fasedetectie-af, terwijl de punten met alleen contrastdetectie-af voornamelijk aan de linker- en rechterzijde zitten. Bij de V2 wordt bij de uitgebreide weergave met 'hoekjes' aangegeven waarbinnen fasedetectie-af mogelijk is, terwijl dit bij de V1 niet het geval is.
Elektronische zoeker
Net als bij de V1 maakt de V2 gebruik van een elektronische zoeker met een 0,47"-beelddiagionaal en 1,44 miljoen subpixels, oftewel een resolutie van 800 bij 600 pixels. Toch ziet het zoekerbeeld bij de V2 er veel prettiger uit doordat Nikon de weergave van de camera-instellingen in beeld verbeterd heeft. De fonts en de symbooltjes, zowel van de overlay als in de zwarte balk onderaan, zijn verkleind, waardoor het zoekerbeeld meer in balans is. Ook zien deze beeldelementen er in de zoeker scherper en gladder uit.
Minder tevreden zijn we over de schokkerige weergave van het beeld in de zoeker bij het links en rechts 'pannen' van de camera. Het zoekerbeeld van de V1 ziet er veel vloeiender uit. Het is niet bekend of dit met een firmware-update te verbeteren is, of dat dit een technische beperking is. Gebruikers met bril zullen bij de V2 iets meer moeten bewegen om de hoeken van het zoekerbeeld te kunnen zien.
Verder valt bij de V2 op dat het achterste glaselement van de zoeker gebold is, terwijl bij de V1 het eerste glas waar je doorheen kijkt vlak is. Waarschijnlijk maakt dit laatste geen deel uit van het optische pad van de zoeker, maar betreft het simpelweg een afdekglaasje dat ervoor geplaatst is. Bij de V2 is zowel de nabijheidssensor als het diopterwiel verplaatst en is het opstaande rubberen oograndje rond de zoeker wat harder dan bij de V1.

Scherm
Om de V2 een lager profiel te geven heeft Nikon gekozen voor een meer langgerekt scherm. Wel zijn het formaat van 3" en de vga-resolutie gelijk aan die van het vorige model. De bij de V1 altijd aanwezige zwarte balk met de belangrijkste camera-instellingen onderaan, is bij de V2 vanwege de geringere schermhoogte verdwenen en deze instellingen zijn nu als overlay in beeld zichtbaar.
De kleurweergave lijkt niet veel te verschillen met die van de V1 en onder een hoek treden er geen noemenswaardige kleurverschillen op. Wel neemt de lichtopbrengst wat af onder een hoek. De donkere toplaag over de lcd, die bij de V1 miniem uit de behuizing steekt, is bij de V2 lichtjes verzonken.
Een belangrijk verschil tussen de V2 en V1 wat de lcd- en zoekerweergave betreft is dat de ruis er bij de V2 niet uitgefilterd wordt. Het verschil is goed zichtbaar als de camera aangezet wordt met de lensdop erop. De V2 toont goed de rode en blauwe kleurruis, afkomstig van de sensor, terwijl het scherm bij de V1 in dat geval gewoon donker blijft.
Ingebouwde flitser
Nieuw bij de V2 is de ingebouwde flitser. Deze is net als bij de dslr boven op de zoekerbult gehuisvest. Via een knop aan de zijkant wordt de flitser mechanisch ontgrendeld en klapt deze naar boven op. Dit kan uitkomst bieden in situaties met weinig licht, maar met een richtgetal van 6,3 bij iso 160 moet je er, evenmin als van de meeste ingebouwde flitsers, geen wonderen van verwachten.
Ook hadden we graag gezien dat de flitser wat hoger zou opklappen. Nu zie je al gauw een schaduw onder in beeld. Vooral de zoomlenzen hebben hier last van, waaronder de nieuwe, relatief lange 10-100mm-lens, de 6,3-13mm-ultragroothoeklens en de 10-30mm-kitlens in de uiterste groothoekstand. De 18,5mm f/1,8-lens werpt bij flitsen echter geen schaduw op het beeld.
Is de ingebouwde flitser niet toereikend, dan kan de nieuwe SB-N7-opzetflitser met een richtgetal van 18 bij iso 100 of de SB-N5 met een richtgetal van 8,5 gebruikt worden. Die laatste volgt de contouren van de V1-behuizing, waardoor hij wat vreemd oogt op de V2, en heeft een opklap- en draaibare kop voor indirect flitsen, terwijl de SB-N7 alleen omhoog gericht kan worden. Die laatste maakt gebruik van batterijen, terwijl de SB-N5 gevoed wordt door de camera.
Nieuwe accu
Het grootste deel van de interne bodyruimte bij de V1 rechts van de lensmount wordt in beslag genomen door de EN-EL15-accu met een capaciteit van 1900mAh/14Wh. Nikon gebruikt deze zelfde accu in een groot aantal dslr-modellen, zoals de D7000 en de D600. Niet alleen bood dat voordelen op het gebied van uitwisselbaarheid, maar het had ook tot gevolg dat de V1 bovengemiddeld veel foto's kon maken op een acculading, ongeveer 400 voor alleen foto's of 350 bij gebruik van de SB-N5-opzetflitser.
Nikon heeft de kleinere V2 echter voorzien van een nieuwe accu met het typenummer EN-EL21. Deze heeft nog steeds een respectabele capaciteit van 1485mAh/11Wh, waarmee volgens opgave rond de 310 foto's te maken zijn. Hierbij wordt uitgegaan van half-om-half gebruik van de ingebouwde flitser, waardoor effectief ongeveer 360 foto's zijn te maken op een acculading. Dit komt overeen met onze bevindingen.
Nieuwe lenzen
Nikon heeft het assortiment 1 Nikkor-lenzen in de afgelopen paar maanden flink uitgebreid. Zo kondigde het bedrijf in september het lichtsterke 18,5mm f/1,8-objectief aan, terwijl het eind oktober bekendmaakte drie nieuwe lenzen te ontwikkelen: een nieuwe 10-100mm-lens, een 6,7-13mm-ultragroothoekzoomlens en een 32mm f/1,2-lens. Die laatste was er nog niet, maar de overige waren beschikbaar om samen met de V2 te worden getest.

Lichtsterke standaardlens
De 1 Nikkor 18.5 f/1.8 is een voor de Nikon 1-serie onmisbare uitbreiding van het lenzenaanbod. De beeldhoek komt namelijk overeen met die van een 50mm-objectief op een fullframecamera en is vergelijkbaar met het gezichtsveld van het menselijke oog. Een 50mm-fullframeobjectief wordt daarom ook wel een 'standaardlens' genoemd.
Ook is de 36mm korte primelens met zijn grootste diafragma van f/1,8 de meest lichtsterke lens voor de Nikon 1-serie. Deze vangt dus meer dan twee keer zo veel licht op als de 10mm f/2,8-lens, die Nikon al sinds de introductie van de Nikon 1-serie aanbiedt. Die laatste is weliswaar lichtsterker dan de groothoekstand van de 10-30mm-kitlens, maar heeft daarentegen geen beeldstabilisatie ingebouwd. De 18,5mm-lens heeft in tegenstelling tot de 10mm-primelens een behuizing van polycarbonaat in plaats van metaal, maar de lensvatting is zoals bij alle huidige 1 Nikkor-lenzen wel van metaal. De lens weegt slechts 69g.

Met het diafragma vol open is de zogeheten bokeh van de lens mooi zacht, maar vanwege de 2,7x-cropfactor van de sensor is de scherptediepte vergelijkbaar met een diafragma van bijna f/5 met een 50mm-lens op een fullframecamera. Er komt nog een 32mm f/1,2-lens aan, waarmee onscherpe gebieden nog wat zachter weergegeven kunnen worden. De lens heeft wel last van paarse chromatische aberratie, van f/1,8 aflopend naar f/2,8, maar via raw-nabewerking is dat grotendeels te compenseren.

Vakantielens
De 1 Nikkor VR 10-100mm f/4-5,6 is de tweede lens voor het Nikon 1-systeem met dit bereik. Was de eerste lens vanwege zijn 'powered zoom' vooral geschikt voor gebruik bij video, de nieuwe versie is kleiner en heeft een handmatige zoom. De brede zoomring is van een, als metaal aanvoelend, kunststof en is voorzien van een ribbeltjespatroon. Nikon breekt hiermee met de 10-30mm- en 30-110mm-kitlenzen waarbij de zoomring voorzien was van een rubberachtig materiaal met 'putjes'. De nieuwe textuur vinden we zelf wat 'eng' aanvoelen onder de vingertoppen.
Net als de andere 1 Nikkor-zoomlens is deze nieuwe 10-100mm-lens intrekbaar en kan de camera aan- en uitgezet worden door de lens uit of in te draaien. Volledig ingezoomd is de lens meer dan twee keer zo lang als in ingetrokken toestand. De filtermaat van 55mm is groter dan de 40,5mm van bijvoorbeeld de 10-30mm- en 30-110mm-zoomlenzen, maar kleiner dan de 72mm van de eerdere 10-100mm-lens.
Het grote 10x-zoombereik is handig voor bijvoorbeeld vakanties, omdat je binnen dat bereik niet van lens hoeft te wisselen, maar nadelen zijn het grotere formaat en gewicht. De lens is zelfs even zwaar als de 10-30mm- en 30-110mm-klitlenzen tezamen en een beetje. Ten opzichte van soortgelijke lenzen voor het m4/3-camerasysteem of de NEX-serie van Sony is de kortste scherpstelafstand bij de 10-100m-lens slechts 0,35m vanaf het sensoroppervlak, terwijl dat bijvoorbeeld bij de 40-150mm-m4/3-lens van Olympus 0,5m is.

Het voordeel van de twee afzonderlijke lenzen ter afdekking van dat bereik zit hem in het maximale diafragma. De 30-110mm-lens heeft in de groothoekstand namelijk een diafragma van f/3,8, terwijl de 10-100mm-lens bij diezelfde brandpuntsafstand een opening heeft van f/5,6. Vooral bij minder licht of een kortere sluitertijd is dat van belang.
Over de scherpte van de lens hebben we geen klagen. In de groothoekstand is het midden al bij f/4 scherp, terwijl ook de uiterste randen dan al goed te noemen zijn. Met f/5,6 zijn die nog wat op te krikken. De telestand is het scherpst bij f/5,6 en is daarbij zelfs nog iets scherper in het midden dan bij de groothoekstand. De hoeken zijn echter beduidend softer dan in de groothoek.
Een nadeel van de 10-100mm-lens is de chromatische aberratie bij contrastrijke overgangen, zichtbaar aan de gele en paarse gloed langs die randen. Ook is de tonvormige vertekening in de groothoekstand zeer groot. Deze gaat over in de kussenvormige variant in het middengedeelte en is helemaal ingezoomd redelijk strak.
Ter vergelijking: ons 30-110mm-exemplaar heeft tonvormige vertekening in de telestand met behoorlijk softe randen, terwijl de randen bij de groothoekstand van die lens juist weer erg goed zijn en er nagenoeg geen vertekening te zien is. De V2 heeft overigens een menuoptie om lensvertekening automatisch te corrigeren. De V1 had deze mogelijkheid niet. De 30-110mm-lens heeft nagenoeg geen last van chromatische aberratie.
Groothoek afgedekt
Terwijl de 18,5mm-lens een goede aanvulling is vanwege zijn hoge lichtsterkte, is de nieuwe 1 Nikkor VR 6,7-13mm f/3.5-5.6 dat aangezien Nikon nog geen ultragroothoekzoomlens voor het Nikon 1-systeem in het assortiment had. In combinatie met de 2,7x-cropfactor van de sensor levert dit een kleinbeeldequivalent op van 18-35mm. Hoewel er overlap is met een aantal andere lenzen, heeft dit als voordeel dat er niet al te vaak van lens gewisseld hoeft te worden.
De lens is net als de overige 1 Nikkor-zoomlenzen intrekbaar en de zoomring heeft dezelfde afwerking als die van de bovenstaande 10-100mm-lens. Ook voor deze 6,7-13mm-lens wordt een afwijkende filtermaat, van 52mm, gebruikt, terwijl een zonnekap meegeleverd wordt. Bijzonder voor een dergelijke lens is dat deze voorzien is van beeldstabilisatie. Uitgeschoven is de ultragroothoeklens niet heel veel groter dan ingeschoven.

De 6,7-13mm-lens weegt 123g en is daarmee een ware lichtgewicht. Zo weegt de vergelijkbare 9-18mm-m4/3-lens van Olympus 155g, terwijl de 10-18mm-lens van Sony zelfs 225g weegt. Die laatste heeft echter een bredere groothoekstand.
In de groothoekstand produceert de lens behoorlijk veel tonvormige vertekening, maar de camera is in staat om dit redelijk goed te corrigeren. Ingezoomd heeft de lens weinig vertekening. De resolutie is in de groothoekstand direct vanaf f/3,5 al maximaal in het midden en al heel behoorlijk in de hoeken. Bij f/5,6 is de scherpte in de hoeken maximaal. Voor de 13mm-stand geldt hetzelfde.
Bediening: geven en nemen
Snelmenu
Hoewel de F-knop bij de V2 nog steeds niet programmeerbaar is, is de functionaliteit ervan wel sterk verbeterd. In de pasm-modi roep je met deze goed bereikbare knop namelijk een snelmenu op. Hiermee kun je onder meer de iso-waarde, af-stand, af-veldstand, methode van belichtingsmeting, Picture Control en witbalans instellen.
Deze opties staan op dezelfde plek als in de normale weergavestand. Hoewel dat consistent is met de overlayinterface bij het nemen van foto's en video's, zouden de opties sneller te benaderen zijn als ze allemaal direct naast of onder elkaar geplaatst waren. Nu moet je eerst met het instelwiel rechts de klok rond voor de juiste instelling. De instelling is te wijzigen door het klikwiel in te drukken en aan het wieltje te draaien.

De functie van de F-knop is contextgevoelig. In de groene beginnersstand wordt hiermee namelijk een ander menu opgeroepen. Rechts in beeld verschijnen dan onder elkaar icoontjes voor het aanpassen van Active D-Lighting, Achtergrond verzachten, Bewegingsaanpassing en Helderheidsaanpassing via een verticale slider. De laatste drie opties houden natuurlijk direct verband met het diafragma, de sluitertijd en de belichtingscorrectie in de pasm-modi.
:fill(white)/i/1364911241.jpeg?f=thumb)
De 'Beste Moment Selectie'-modus heeft nu gezelschap gekregen van een 'Trage Weergave'-modus. Daarbij neemt de camera bij half indrukken van de sluiterknop continu foto's en speelt deze tijdens de opname ook weer vertraagd af. Met de sluiterknop geheel ingedrukt kan dan het juiste moment uitgekozen worden. Dit werkt eigenlijk alleen bij meer omgevingslicht en dan nog vergt de nieuwe feature gewenning in het gebruik. De 'Bewegingssnapshot'-stand, waarbij een foto samen met een vertraagd af te spelen filmclip opgenomen wordt, kan bij weergave van het slow-motion-filmpje dezelfde deuntjes afspelen, maar je hebt nu de mogelijkheid om met de Disp-knop de riedeltjes alvast te horen.
De weergavestanden zijn bij de V2 dezelfde gebleven. Bij het nemen van foto's worden alleen de belangrijkste zaken voor de belichting onderin getoond, terwijl bij de uitgebreide view ook bovenaan symbooltjes voor extra camera-instellingen weergegeven worden. Ook kan de lcd uitgezet worden. Dit is handig als alleen de evf gebruikt hoeft te worden. Bij het vertonen van foto's is er nog een extra weergavestand met onder meer de gebruikte iso-waarde, de foto als thumbnail linksboven en een helderheidshistogram.
:fill(white)/i/1364914834.jpeg?f=thumb)
Geven en nemen
Nikon heeft wat de interface en bediening betreft bij de V2 een flink aantal wijzigingen doorgegevoerd ten opzichte van de V1. Een aantal punten, zoals de nuttigere en slimmer geplaatste modusknop, is positief, maar er is ook een aantal features verdwenen die wel bij de V1 ingebouwd waren.
We bespreken eerst de positieve wijzigingen. Niet alleen is er een nieuw snelmenu in de pasm-modi, het is nu ook mogelijk om het controlebeeld uit te zetten. Daardoor hoef je niet meer zoals bij de V1 eerst de sluiterknop half in te drukken om weer livebeeld te krijgen. Ook wordt nu direct de belichtingscompensatie in beeld getoond zonder dat je de ok-knop moet indrukken en toont de V2 de filmkadrering met korte lijntjes in de hoeken.
Daarnaast kun je zonder in het menu te duiken het effect van verschillende Picture Controles en witbalansinstellingen direct vergelijken via het snelmenu. Ook is een 720/30p-videostand toegevoegd. Bij de auto-iso-functionaliteit wordt in realtime de actuele iso-waarde weergegeven, terwijl de gekozen iso-waarde bij de V1 alleen na het nemen van een foto te controleren was.
:fill(white)/i/1364913037.jpeg?f=thumb)
Maar Nikon heeft bij de V2 weer een aantal, in onze ogen, rare keuzes gemaakt. Zo is de auto-iso-stand tot en met iso 400 ingewisseld voor een variant met iso 6400, is de vanwege de elektronische sluitermogelijkheid op het lijf geschreven timelapsefunctionaliteit geschrapt en kent de V2 nu geen fade-in/fade-out meer voor video's.
Daarnaast is de menuoptie voor de batterij-indicatie in procenten verwijderd bij de V2, waardoor je alleen moet afgaan op het accusymbooltje linksonderaan, bestaande uit slechts drie niveaus. Kon je er bij de V1 nog specifiek voor kiezen om de mechanische of elektronische sluiter te gebruiken, bij de V2 wordt dat geregeld via de 'Stil fotograferen'-optie in het menu.
Een nadeel is echter dat je bij de V2 ook niet meer kunt kiezen uit afzonderlijke geluidjes voor scherpstellen en afdrukken. Bij zijn voorganger was het al niet mogelijk om het geluidsniveau daarvan in te stellen. Vooral bij de 15fps-burststand is de stille fotostand lastig, vanwege het gebrek aan voel- of hoorbare feedback.
De laatste wijziging die we zijn tegengekomen betreft de werking van de AE-L/AF-L-positie op de d-pad. In plaats van voor het vastzetten van de belichting gedurende het indrukken van de knop bij de V1, wordt de knop bij de V2 gebruikt om te schakelen tussen het vastzetten en vrijgegeven van de 'lock'. Een nadeel is dat je daardoor eerder vergeet dat de belichting vergrendeld is en je met de verkeerde instellingen fotografeert. Liever hadden we een menuoptie gehad waarvan de werking kan worden ingesteld. Bij zijn dslr's geeft Nikon deze optie wel.
Als laatste willen we opmerken dat Nikon een aantal belangrijke zaken nog steeds niet geïmplementeerd heeft bij zijn Nikon 1-topmodel. Zo hadden we graag eindelijk een realtime-histogram gezien in plaats van naderhand het histogram te checken, al dan niet uitgesplitst in de rgb-componenten. Verder zijn er geen bracketingopties en ook een 24p-filmstand had niet misstaan. Ook zouden we graag een of meer custom-standen zien op de modusknop en vinden we het vervelend dat de zelfontspanfunctie bij elke foto weer handmatig ingesteld moet worden.
Wifi
Met behulp van de optionele WU-1b-wifi-module kunnen op afstand foto's met de V2 gemaakt worden en kunnen foto's die op de sd-kaart van de camera staan naar een smartphone of tablet geüpload worden. Hiervoor moet op het mobiele apparaat de app Wireless Mobile Utility van Nikon in de onlinewinkel van Android of iOS geïnstalleerd worden. De verbinding tussen de twee verloopt eenvoudig via de wps-standaard.

De mogelijkheden van Wireless Mobile Utility zijn echter beperkt. Het is weliswaar mogelijk op afstand een livebeeld van de camera te tonen, maar het is niet mogelijk om met de app de camera-instellingen te wijzigen. Wel zijn er opties voor bijvoorbeeld het automatisch openen van de app als de WU-1b-wifi-module geactiveerd wordt en het automatisch downloaden van een gemaakte foto, en kan het beeldformaat van de thumbnails en de gedownloade bestanden gekozen worden. Wordt bij dat laatste gekozen voor 'Originelen', dan wordt de jpeg met de volledige resolutie en het bijbehorende raw-bestand gedownload.
:fill(white)/i/1364901200.jpeg?f=thumb)
Het is ook mogelijk om via de app foto's te vertonen. Dit kunnen zowel foto's zijn die op de sd-kaart van de V2 staan, als eerder gedownloade fotobestanden. Tijdens de wifi-sessie is de camera verder geblokkeerd. Via de app kan ook nog ingesteld worden na hoeveel tijd de wifi-module in de slaapstand gaat. Helaas heeft Nikon de wifi-functionaliteit niet geïntegreerd bij de V2.
Prestaties
We hebben onderstaande testfoto's gemaakt met behulp van een stevig statief en met gebruikmaking van de zelfontspanfunctie en de elektronische sluiter om ongewenste bewegingen te voorkomen. De witbalans is handmatig ingesteld en als objectief werd de 18,5mm f/1,8-lens gebruikt, waarbij het diafragma op f/4 ingesteld werd. Op de bovenste overzichtsfoto na zijn alle afbeeldingen honderdprocentscrops, die zonder verscherping en met de maximale jpeg-kwaliteit zijn opgeslagen. De ruisreductie was aangezet.
De Nikon 1 V2 heeft een iso-bereik van 160-6400. Hoewel de V1 3200 als hoogste iso-waarde had, was het equivalent van iso 6400 bij die camera via de H1-uitbreidingsstand in te stellen. De verhoging van de laatste iso-waarde van 100 bij de V1 naar 160 bij het nieuwe model is een kleine domper, al is dit vanwege de minimale sluitertijd van 1/16.000s bij gebruik van de elektronische sluiter een minder groot probleem dan bij andere camera's in het segment.

iso 160, ruisreductie aan
iso 200, ruisreductie aan
iso 400, ruisreductie aan
iso 800, ruisreductie aan
iso 1600, ruisreductie aan
iso 3200, ruisreductie aan
iso 6400, ruisreductie aan
Net als bij de V1 is al bij de laagste iso-stand van de V2 een minieme korrelluminantieruis te zien in gebieden met een egale kleur, zoals de lucht of grijs papier, maar dit is niet per se storend. Tot en met iso 400 is er eigenlijk weinig verschil te bemerken tussen de iso-standen, maar bij iso 800 moet de ruisreductie aan de bak, getuige de detailafname en een zichtbaar ruispatroon.
Iso 1600, bij gebruik van jpegs direct uit de camera, is de hoogste stand die we bij de V2 zouden adviseren. Het detailniveau is door de ruisreductie al behoorlijk afgenomen, terwijl ook sommige kleuren fletser zijn geworden. Bij iso 3200 zet deze trend door en iso 6400 is te beschouwen als een aquarel.
Ruisreductie
Wat is de invloed van het ruisreductiesysteem, dat bij de V2 slechts aan- of uitgezet kan worden, op de kwaliteit van de V2-jpeg-beelden? Hieronder staan de klikbare honderdprocentscrops voor zowel iso 160 als iso 3200, de op een na hoogste iso-waarde bij de V2. Aan de linkerkant staan de beelden zonder ruisructie en rechts mét.

rij 1 || links: ruisreductie: off | rechts: ruisreductie: on (iso 160)
rij 2 || links: ruisreductie: off | rechts: ruisreductie: on (iso 3200)
Bij iso 160 maakt het eigenlijk niet uit of je ruisreductie aan of uit zet. Bij de bovenstaande beelden met iso 3200 is het een heel ander verhaal. De linker is weliswaar korreliger, maar bevat veel meer detail en het is daarom te prefereren om de ruisreductie, net als bij de V1, gewoon uit te zetten. Overigens zie je al bij iso 400 duidelijk het verschil in fijne details tussen ruisreductie aan of uit.
Raw-nabewerking
In dit onderdeel bekijken we of het nabewerken van de raw-bestanden in een programma als Lightroom de moeite waard is. Net als bij het onderdeel Ruisreductie bekijken we de resultaten voor iso 160 en iso 3200, met links de jpeg-beelden direct uit de camera - met in dit geval ruisreductie geactiveerd - en de nabewerkte beelden rechts.

rij 1 || links: jpeg | rechts: raw-nabewerking (iso 160)
rij 2 || links: jpeg | rechts: raw-nabewerking (iso 3200)
Zoals bovenstaande beelden aantonen, laten de jpegs en de nabewerkte bestanden een wereld van verschil zien. Dit geldt niet alleen voor iso 3200, maar ook voor de laagste iso-stand. Letters en lijnen zijn daar duidelijk scherper bij de nabewerking. Bij iso 3200 weet de recentste versie van Lightroom niet alleen een scherper, contrastrijker beeld af te leveren, maar blijft ook de intensiteit van de kleuren behouden. Voor de nabewerking is het Neutral-profiel behorende bij de camera gebruikt voor een goede vergelijking tussen de jpegs en nabewerkte beelden.
Ook in de praktijk kun je voordeel hebben van het nabewerken van je foto's. Onderstaande foto van containerwoningen in de buurt van Tweakers zijn genomen in de A-stand met een diafragma van f/5, een sluitertijd van 1/2000s, een belichtingscompensatie van -0,7EV en iso 160.
links: jpeg | rechts: raw-nabewerking
Duidelijk te zien is dat met het nabewerken van de .nef-raw-bestanden een scherper eindresultaat is te bereiken. Dit is vooral goed te zien aan structuur van de zijkant van de woningen, terwijl ook de steentjes van het grote pand erachter beter uit de verf komen.
Nikon 1 V2 versus Nikon 1 V1
Interessant is verder nog een vergelijking met de voorganger van de V2: de V1. Hieronder wordt van de beide camera's de beeldkwaliteit bij hun laagste iso-waarde en bij iso 3200 vergeleken. Hiervoor is gebruikgemaakt van dezelfde 18,5mm f/1,8-lens met f/4 als gekozen diafragma. De ruisreductie stond bij de onderstaande beelden uit.
rij 1 || links: V2 (iso 160) | rechts: V1 (iso 100)
rij 2 || links: V2 | rechts: V1 (iso 3200)
Het hogere aantal megapixels biedt in principe meer mogelijkheden tot croppen of scherpere beelden door verkleining, maar dit biedt minder meerwaarde dan je op grond van de verhoging van de resolutie met ongeveer 40 procent zou verwachten. De beeldkwaliteit van iso 3200 bij de V2 zit tussen die van iso 1600 en iso 3200 bij de V1 in, en we schatten dat de V2 dan ook een 1/2EV-lichtstopvoordeel heeft op de V1.
Alternatieven: legio
De V2 is het topmodel van de Nikon 1-serie van het gelijknamige merk. Het model is kleiner en lichter dan zijn voorganger en heeft een uitgesproken grip gekregen. De pasm-modi zitten nu op de verplaatste modusknop en de V2 kan nu vijftien beelden per seconde nemen met tussentijdse scherpstelling.
De Nikon 1 V1 is de directe voorganger van het geteste V2-model en viel op door zijn strak vormgegeven body van magnesium en de ingebouwde elektronische zoeker. Net als de andere modellen in de Nikon 1-serie kan de V1 zeer snel scherpstellen door de integratie van af-punten op de sensor. Een belangrijk nadeel is de bediening; voor het minste of geringste moet in het menu gedoken worden. Bij introductie was de V1 zelfs nog iets duurder dan de V2, maar de V1 wordt al enige tijd zwaar afgeprijsd. De huidige straatprijs van rond de 300 euro met kitlens is bijna een derde van die van de V2.
Hoewel nu nog steeds de J1- en de J2-modellen in de Nikon 1-serie verkrijgbaar zijn, is de nieuwe Nikon 1 J3 in de huidige line-up onder de V2 gepositioneerd. De twee camera's delen de 1"-beeldsensor met 14,2 megapixels en het 3"-vga-scherm, maar de J3 heeft geen ingebouwde zoeker, terwijl we de ingebouwde flitser mooier weggewerkt vinden dan bij de V2. De J3-body is van metaal en kunststof en daardoor iets minder stevig dan de V2. Ook heeft de J3 geen uitbreidingsconnector. De straatprijs ligt ongeveer 150 euro lager dan die van de V2.
De NEX-6 had tot op heden van alle compacte systeemcamera's de beste grip, maar de Nikon 1 V2 morrelt op dat vlak bij Sony aan de poort. De NEX-6 is gemiddeld genomen wat groter dan de V2, maar de eerste heeft in absolute termen een wat lager profiel door de plaatsing van de evf links in de body. Ook maakt Sony bij de NEX-6 gebruik van een oled-paneeltje voor de evf, is de lcd kantelbaar en beschikt de camera over een fysieke modusknop met pasm-modi. Met de zeer korte 16-50mm-kitlens met 'powered zoom' is de NEX-6 ongeveer 150 euro duurder dan de V2. Body-only is de NEX-6 echter een paar tientjes goedkoper. Daarbij wordt de V2 nog steeds alleen met kitlens verkocht. Gezien het verschil in beeldkwaliteit vanwege de aps-c-sensor in de NEX-6 zou je een lager prijspijl voor de Nikon 1 V2 verwachten.
De NEX-5R is het model onder de NEX-6 en heeft net als dat toestel een aps-c-beeldsensor met af-punten geïntegreerd. Daarmee kan sneller scherpgesteld worden dan mogelijk is met zijn voorganger, de NEX-5N, maar de V2 blijft sneller doordat bij goed licht exclusief van snel fasedetectie-af gebruikgemaakt wordt. Bij de NEX-5R wordt zowel fasedetectie- als contrastdetectie-af gebruikt. De NEX-5R is net als de V2 zeer licht en klein, maar heeft geen ingebouwde zoeker en geen flitser. De grip van de NEX-5R vinden we te iel en het gripmateriaal te hard en te glad.
De straatprijs van de EM-5 van Olympus bleef lange tijd rond de introductieprijs schommelen, ten teken dat de camera zeer gewaardeerd werd, maar onlangs is de prijs flink gezakt. De gebruikte m4/3-sensor in de EM-5 is ongeveer twee keer zo groot als de 1"-sensor van de Nikon 1 V2, maar Olympus heeft geen af-punten op de sensor verwerkt. Desondanks is de EM-5 voor enkelvoudige opnames meer dan snel genoeg en vanwege de door Sony geleverde beeldsensor is het dynamische bereik meer dan uitstekend. De EM-5 heeft hetzelfde probleem als de V1: voor een goede houvast is een externe grip nodig. Net als de V2 heeft de EM-5 een ingebouwde zoeker, maar ondanks de ruimte bovenop geen opklapflitser.
Olympus maakt bij de E-PL5 gebruik van dezelfde goede beeldsensor als de EM-5 en dat is waarschijnlijk ook de reden dat de straatprijs van de E-PL5 sinds de introductie in september 2012 eigenlijk niet gedaald is. We vinden de body van de E-PL5 wat zwaar in verhouding tot zijn afmetingen en de verwisselbare opzetgrip voegt niet zo veel toe. De lcd kan nu helemaal naar boven gedraaid worden.
Vanwege de ingebouwde zoeker en de prijs zouden we als vergelijkingsmateriaal voor de V2 eerder gekozen hebben voor de Lumix G5 van Panasonic, maar daarvan waren in de PriceWatch geen prijzen te vinden. Vandaar dat we deze Lumix GX1 nog even onder de aandacht brengen. Net als de E-PL5 van Olympus heeft deze camera geen ingebouwde zoeker en wordt gebruikgemaakt van een m4/3-sensor van Panasonic. Net als de V2 heeft de GX1 een vast 3"-scherm, maar dit is bij die laatste aanraakgevoelig, terwijl de resolutie de helft is van die van het V2-scherm. De G5, een m4/3-camera met dslr-vorm en ingebouwde zoeker, de GX1 en de GF5 staan op de nominatie om dit jaar vervangen te worden. Vandaar dat deze modellen nu gunstig aangeboden worden.
De NX20 van Samsung, aangekondigd in april vorig jaar, is de laatste tijd flink in prijs gedaald en kost nu met 18-55mm-kitlens een paar tientjes meer dan de V2. Hoewel beide camera's voorzien zijn van een ingebouwde zoeker, is de V2 met afstand de kleinste en lichtste. Wel heeft de NX20, net als de NEX-camera's en Canons EOS-M, een aps-c-sensor voor minder ruis bij minder licht en een kleinere scherptediepte, en een uitklapbaar scherm. Ook is de NX20 voorzien van wifi en directe toegang tot een aantal internetdiensten. In tegenstelling tot de nieuwe NX310 heeft de NX20 geen af-punten op de sensor en heeft de V2 het voordeel van kleinere lenzen.
Fotogallery en specificaties
De onderstaande foto's zijn genomen met verschillende lenzen, waaronder de 18,5mm f/1,8- en 10-100mm-objectieven, zonder statief en waar mogelijk met optische beeldstabilisatie ingeschakeld. Er is overwegend gekozen voor de diafragmavoorkeuzestand. Een aantal foto's is genomen in het Sprookjesbos van de Efteling.
:fill(white)/i/1364911732.jpeg?f=thumb)
Merk en uitvoering |
Categorie |
Spiegelreflexcamera's |
Merk |
Nikon |
Serie |
1 |
Product |
Nikon 1 V2 |
Uitvoering |
V2 + 1 Nikkor VR 10-30mm f/3.5-5.6 |
Afbeeldingen |
:fill(white)/i/1351061811.jpeg?f=thumblarge) |
Prijs en beoordeling |
Prijs |
€ 713,- |
Aantal aanbieders |
19 winkels |
Eerste prijsvermelding |
donderdag 6 december 2012 |
Specificatie body |
Cameraresolutie |
14,1M |
Type body |
MILC |
Sensortype |
CMOS |
Sensorformaat |
1" |
Cropfactor |
2.7x |
Minimale ISO-gevoeligheid |
ISO 160 |
Maximale ISO-gevoeligheid |
ISO 6400 |
Beelden per seconde |
5fps |
Eigenschappen body |
Ingebouwde flitser, Live view, Video-opname |
Schermdiagonaal |
3" |
Videoresolutie |
1920x1080 (Full HD 1080p) |
Video framerate |
30fps |
Mount |
Nikon 1 |
Aantal autofocuspunten |
135 |
Focusmechanisme |
Automatische focus (motor in body), Handmatige focus |
Geheugenkaarttype (camera) |
SD, SDHC, SDXC |
Verbinding (extern) |
Mini-HDMI, USB 2.0 |
Gewicht body |
337g |
Kleur body |
Zwart |
Specificatie kitlens |
Naam kitlens |
1 Nikkor VR 10-30mm f/3.5-5.6 |
Zoom (wide) kitlens |
10mm |
Zoom (tele) kitlens |
30mm |
Diafragma (wide) kitlens |
3,5 |
Diafragma (tele) kitlens |
5,6 |
Eigenschappen kitlens |
Stabilisatie |
Filtermaat kitlens |
40mm |
Kleur kitlens |
Zwart |
Gewicht kitlens |
115g |
Specificatie overig |
Verkoopstatus |
Kit |
Meer informatie |
EAN |
- |
SKU |
- |
Tweakers ID |
320050 |
Specs van fabrikant |
Productinformatie van de fabrikant |
Conclusie
De Nikon 1 V2 is op ergonomisch gebied een flinke vooruitgang. De camera is beduidend kleiner en lichter uitgevallen dan de V1, maar biedt wel een zeer goede grip voor een dergelijke camera. Dat komt niet alleen door de relatieve grootte van de grip, maar ook door het gebruikte rubberachtige materiaal. In vergelijking met het vorige model is het een wereld van verschil.
Daarnaast zijn de pasm-modi nu direct via de modusknop te benaderen en kunnen de meest gebruikte camera-instellingen via een handig snelmenu gewijzigd worden. Ook is de mechanische sluiter stiller geworden, is de sluitercyclus korter en is de maximale snelheid van de burststand met continue scherpstelling bij de V2 verdrievoudigd naar vijftien beelden per seconde.
De V2 toont nu wel de actuele iso-waarde in beeld bij gebruik van auto-iso, en de belichtingscompensatie is nu direct zichtbaar bij aanpassing en hoeft niet meer bevestigd te worden door de ok-knop. Ook is het bij de V2 eindelijk mogelijk om de weergave van een foto direct na het nemen ervan uit te zetten.
Een ingebouwde flitser moet uitkomst bieden bij mindere lichtomstandigheden of voor invulflitsen, maar deze had wel wat hoger mogen opklappen om het optreden van schaduw onder in beeld bij sommige lenzen tegen te gaan. Gebleven zijn de elektronische sluiter, waarmee volledig stil te fotograferen is, de kleine elektronische zoeker en de razendsnelle scherpstelling.
Nikon heeft met de V2 echter niet alle nadelen van de V1 kunnen wegpoetsen en een aantal nieuwe geïntroduceerd. Nikon heeft er helaas voor gekozen een nieuwe accu met een kleinere capaciteit te introduceren en dat merk je aan de accuduur. De resterende capaciteit kan minder nauwkeurig afgelezen worden.
Ook wat menu-interface en opties betreft zijn er kanttekeningen te plaatsen. Zo is de nuttige A400 Auto-iso-stand vervangen door een A6400 Auto-stand, die wat ons betreft minder interessant is, en is de timelapsefunctionaliteit op raadselachtige wijze verdwenen. De nieuwe beeldsensor in de V2 heeft niet de gewenste verbetering in beeldkwaliteit opgeleverd. Hoewel ruis door de hogere resolutie minder zichtbaar is, zijn het dynamisch bereik en de kleurdiepte volgens metingen van DxOMark zelfs iets afgenomen. Sony doet het met zijn 1"-sensor in de Cyber-shot RX100-compactcamera beduidend beter.
Als laatste moet de prijs van de V2 in het oordeel meegenomen worden. De huidige straatprijs van rond de 720 euro inclusief 10-30mm-kitlens is naar onze mening nog steeds te hoog. De verkoop van zijn voorganger vlotte pas toen Nikon die met grote kortingen aanbood en de verwachting is dat hetzelfde straks gebeurt met de V2. Wat dat betreft heeft Nikon niet geleerd van zijn fouten.
Pluspunten
+ klein en licht
+ snelle autofocus
+ uitstekende grip en gripmateriaal
+ pasm-modi direct bereikbaar
+ klein formaat lenzen
Minpunten
- prijs
- eigenaardigheden interface
- kortere accuduur dan V1
- relatief veel ruis door kleine sensor
- geen draaibare lcd
- geen timelapsefunctionaliteit meer
Eindoordeel