Inleiding
Iedereen met een e-mailadres krijgt er na verloop van tijd mee te maken: spam. Het is een van de grootste ergernissen van het internet - voor eindgebruikers, voor bedrijven en vooral ook voor systeembeheerders. Het vreet servercapaciteit en leidt werknemers af van hun werk.
In een tijd waarin vrijwel alles mogelijk lijkt - we hebben telefoons met dualcore-processors, handhelds met 3d-schermen, supercomputers met tientallen petaflops aan rekenkracht - zijn spammails nog steeds een probleem. Natuurlijk, er zijn spamfilters en die worden steeds beter, maar gebruikers krijgen nog steeds af en toe spam in hun mailbox. Ernstiger dan dat zijn de false positives: legitieme, mogelijk zelfs belangrijke e-mails, die ten onrechte in de spambox verdwijnen en daardoor wellicht nooit worden gelezen.
Volgens verschillende beveiligingsbedrijven daalt de hoeveelheid spam en er zijn verschillende initiatieven om de verspreiding van spamberichten tegen te gaan. Tweakers.net was benieuwd naar de stand van zaken rond spam en maatregelen die systeembeheerders kunnen treffen om e-mailspam te voorkomen, en ging op onderzoek uit.

Irl-spam
Geschiedenis
Ongevraagde reclame-uitingen zijn niet alleen van deze tijd: het gemiddelde huishouden zonder sticker op de deur krijgt elke maand kilo's reclamefolders. Zelfs telegraaf-bezitters hadden in het Noord-Amerika van de negentiende eeuw last van telegraaf-spam.
Het is moeilijk te zeggen wanneer de eerste digitale spam werd verstuurd. Op time-sharing-systemen die nog niet op een netwerk waren aangesloten, konden al lokaal berichten worden verstuurd, maar het is onduidelijk of en hoe vaak dat is gebruikt om reclame te maken.
Het eerste spambericht dat via e-mail werd verstuurd, stamt uit 1978 en werd verzonden via Arpanet, de militaire voorloper van het internet. In het bericht prees computerbedrijf DEC - inmiddels onderdeel van HP - zijn nieuwe serie routers aan, die compatibel met het Arpanet-protocol waren.
Marketingmedewerker Gary Thuerk wilde de mail naar alle Arpanet-gebruikers aan de Amerikaanse westkust sturen, en vond het te veel moeite om alle 600 ontvangers apart een mail te sturen. In plaats daarvan kopieerde hij alle ontvangers in het 'to'-veld; Thuerk was niet bekend met de mailinglijst-functie van het mailprogramma. De software kon echter niet meer dan 320 ontvangers aan, en door een buffer overflow kwam een deel van de e-mailadressen in de body van het bericht terecht.
Er kwamen veel negatieve reacties op dit eerste spambericht; destijds was Arpanet nog bedoeld voor militair gebruik en niet voor advertenties. Ook vonden sommigen het oneerlijk om de toen nog schaarse toegang tot Arpanet te misbruiken voor reclame-doeleinden: daarmee werden bedrijven die nog geen toegang hadden, immers benadeeld.
De term 'spam'
Het is niet duidelijk waar de term 'spam' precies is bedacht en door wie, maar volgens de IETF is deze afkomstig uit een sketch van Monty Python. De sketch speelt zich af in een café waar zowat alleen Spam op het menu staat: gekookt varkensvlees dat in blik wordt verkocht en in Nederland als 'Smac' in de winkel ligt.
Wanneer twee bezoekers van het café herhaaldelijk aangeven iets anders te willen dan Spam, heft een aantal vikingen een lied aan waarin de naam 'Spam' tot in den treure wordt herhaald. Volgens internetondernemer Brad Templeton werd de naam van het ingeblikte vlees begin jaren tachtig gebruikt in text-based multiplayergames en bulletinboard-systemen, en is deze gaanderweg synoniem geworden voor ongewenste elektronische berichten.
De eerste grootschalige, commerciële spam stamt uit 1994: op usenet werden toen grote hoeveelheden advertenties voor 'Green Cards' geplaatst. Met een Green Card kan iemand wonen en werken in de Verenigde Staten. Usenet-spam werd een steeds groter probleem, totdat e-mail aan populariteit begon te winnen en spammers massaal begonnen met het verspreiden van spam via e-mailsystemen.
Minder spam?
Tot 2010 is het aantal spamberichten dat via e-mail werd verstuurd, blijven toenemen. In dat jaar nam de hoeveelheid spam voor het eerst in de geschiedenis van internet af, meldde Cisco in zijn jaarlijkse rapport over beveiliging. In sommige landen, zoals Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, nam de hoeveelheid spam nog wel toe, maar over het algemeen zou het aantal spamberichten volgens Cisco zijn gedaald - al geeft het bedrijf geen absolute cijfers.
Volgens Symantec heeft de daling zich dit jaar voortgezet. Uit de cijfers van dit beveiligingsbedrijf blijkt dat in maart gemiddeld 74,7 procent van de e-mailberichten ongewenste reclame betrof: een daling van 8,1 procentpunt ten opzichte van februari. Dat het beruchte Rustock-botnet in maart offline werd gehaald, zou daar een bijdrage aan hebben geleverd.

Ontwikkeling hoeveelheid spam volgens Symantec
In Nederland was in maart 80,2 procent van het e-mailverkeer spam. Daarnaast bevatte 1 op de 476 in Nederland ontvangen e-mailberichten een virus; 1 op de 586 e-mailberichten was een phishingpoging. Dat blijkt uit de recentste cijfers van MessageLabs.
Meer spam uit Europa
Van alle spamberichten is het leeuwendeel Engelstalig, zo blijkt uit de Marktmonitor van telecomwaakhond OPTA. De tweede plaats wordt, met 1,3 procent, ingenomen door het Nederlands.
In 2010 waren Europese nodes verantwoordelijk voor maar liefst 39,3 procent van alle verzonden spam; meer dan Azië, waar 33,9 procent van de spam vandaan kwam, of Zuid-Amerika, dat 13,4 procent van de spam voor zijn rekening nam. In 2009 werd nog 'slechts' 25,4 procent door Europese computers verstuurd. Volgens de OPTA is de stijging van 54,7 procent voornamelijk toe te schrijven aan Oost-Europese verzenders.
Wat zeggen de systeembeheerders?
"De hoeveelheid spam is de afgelopen jaren toegenomen, hoewel het de afgelopen maand voor mijn gevoel iets minder was", zegt Jasper van de Kraats, die op de ict-afdeling van de gemeente Nunspeet werkt. Circa 60 procent van het mailverkeer bij zijn organisatie bestaat uit spam. "De aantallen zijn vrij constant", zegt Tom Dewaele, die werkt bij ABVV-FTGB en circa 2000 mailservers onder zijn beheer heeft.
De algemene indruk die de leden van het Tweakers.net Expertpanel hebben, is dat de hoeveelheid spam hetzelfde blijft of stijgt. Spammers doen hard hun best om spamfilters te omzeilen, maar ook de makers van spamfilters zitten niet stil, waardoor mailserverbeheerders veel minder tijd kwijt zijn aan het bestrijden van ongewenste mail. Dat komt hoofdzakelijk door de steeds betere spamfiltering. "Mail is geen zorgenkind meer, het werkt gewoon", zegt panellid Arjen Heidinga, die bij Anachron werkt.
Betere spamfilters
Spamfilters worden steeds beter. "Ik ben de meeste tijd kwijt met nieuwe vormen van spam die nog niet door de filters worden herkend. De hoeveelheid spam is toegenomen, maar de filters worden steeds beter", zegt systeembeheerder Van de Kraats. Dat blijkt ook uit de resultaten van de recentste spamfiltertest van Virus Bulletin. Zelfs filters die het slechtst uit de test komen, wijken niet buitensporig af. Zo houdt het spamfilter met het laagste percentage onderschepte spamberichten, dat van Kaspersky, nog altijd ruim 98 procent van de spam tegen.
De filters met het hoogste aantal false positives zijn McAfee EWS en MessageStream, die grofweg een half procent van de niet-spamberichten als spam aanmerken. Bekende namen als Spamhaus, Webroot, BitDefender en Sophos doen het nog beter, met Sophos, Libra Esva en AnubisNetworks als absolute winnaars.

Scores van spamfilters volgens VirusBulletin
Een medewerker van een Belgische it-dienstverlener zegt dat zijn gebruikers 'uitzonderlijk weinig' klagen over spam in hun mailboxen. "Volgens mij is dit vooral te danken aan betere spamfilters", zegt de medewerker, die anoniem wil blijven. Dat zegt ook een panellid dat voor een grote financiële instelling werkt en ook anoniem wil blijven: "Ik heb de indruk dat wij veel meer spam ontvangen dan vroeger, maar ik ben veel minder tijd kwijt aan het maken van speciale filters: die worden zelf slimmer." De tijd die deze beheerder kwijt is aan het herstellen van false positives is 'te verwaarlozen', vergeleken met de tijd hij vroeger kwijt was aan het bijstellen van filters.
Meer dan keywords
Om spam te bestrijden doen veel bedrijven meer dan alleen het filteren van mail op verdachte inhoud. Zo bieden pakketten en diensten als ESVA en Barracuda de mogelijkheid om e-mailadressen te verifiëren: bij elk bericht wordt bij de mailserver die het bericht heeft verzonden, gecontroleerd of het opgegeven e-mailadres wel bestaat. Is dat niet zo, dan wordt het spambericht verwijderd.
Vervolgens kan er dan alsnog een spamfilter overheen gehaald worden, die controleert op keywords. E-mails die groter zijn dan 1MB, worden soms standaard aangemerkt als 'ham', zoals niet-spam ook wel wordt genoemd: de kans dat het dan toch nog om een spambericht gaat is 'miniscuul'. Het is voor spammers immers niet rendabel om al te zware spamberichten te versturen, omdat dat ten koste gaat van de bandbreedte.
Afzenders controleren
Spamfilters zijn niet de enige manier voor systeembeheerders om hun mailservers tegen spam te beschermen: ook het vaststellen van de identiteit van de verzender kan helpen. Spammers gebruiken namelijk vaak valse e-mailadressen om spam te versturen, en smtp geeft ze die mogelijkheid: in het protocol is geen controle van de afzender verwerkt. Iedereen kan mail namens elk e-mailadres versturen.
Om dit probleem te verhelpen is smtp-auth ingevoerd, waarbij een gebruiker zichzelf bij de server moet identificeren voordat hij mail kan versturen. Het draaien van een smtp-server zonder smtp-auth is daarmee echter niet onmogelijk geworden, en daardoor kunnen afzenders nog altijd worden vervalst.
Om te controleren of de vermeende afzender van een e-mail deze ook daadwerkelijk heeft verzonden, kan worden gecontroleerd of een mailserver wel mail namens een bepaald domein mag verzenden. Daartoe is het Sender Policy Framework in het leven geroepen. In de dns-instellingen van een domein wordt dan een txt-record worden opgenomen waarin wordt aangegeven welke mailservers gemachtigd zijn om mail te versturen. Ontvangende mailservers kunnen een inkomende mail hierop controleren; wanneer een e-mail vanaf een ongemachtigde server is verzonden, betreft het hoogstwaarschijnlijk spam. Veel servers hebben ondersteuning voor SPF. Microsoft heeft een eigen afgeleide van SPF ontwikkeld, met de naam Sender ID.
Expertpanellid Jimmy Huybrechts heeft positieve ervaringen met SPF: het aantal spamberichten op de servers die hij onder zijn beheer heeft, is afgenomen sinds SPF wordt gebruikt.
Cryptografie
Ook met cryptografische herkenning kan de authenticiteit van een e-mail worden vastgesteld. OpenPGP, dat vooral wordt gebruikt voor het versleutelen van mails, biedt ook ondersteuning voor het verifiëren van de identiteit van de verzender. OpenPGP is echter niet erg gebruiksvriendelijk: het systeem werkt met sleutels die handmatig moeten worden uitgewisseld.
Wie mail wil versturen met ondersteuning voor OpenPGP, heeft eerst de publieke sleutel van de ontvanger nodig. Die kan zijn geüpload naar een key-server of handmatig zijn verkregen. De e-mail krijgt vervolgens een cryptografische handtekening op basis van deze sleutel. Met de bijpassende privésleutel kan de ontvanger de authenticiteit van de e-mail vaststellen, en als het bericht is versleuteld kan de inhoud zichtbaar worden gemaakt.
Het is bij OpenPGP van groot belang dat de privésleutel ook echt privé blijft. Deze sleutel moet echter wel in elke mailclient van de gebruiker worden geïmporteerd. Bovendien moeten de mailclients ondersteuning voor OpenPGP hebben. Ook kleven er bezwaren aan het uploaden van publieke sleutels naar key-servers: daarbij is het volledige e-mailadres van de bezitter van een key zichtbaar, wat ironisch genoeg door spammers kan worden misbruikt.
Minder omslachtig is DKIM, dat met een vergelijkbaar principe werkt, maar dan op serverniveau. In de dns-records wordt dan een publieke domain key toegevoegd, en aan elke verzonden e-mail wordt een header met een digitale handtekening toegevoegd, die is gegenereerd op basis van de inhoud van het bericht.
Een ontvangende mailserver kan vervolgens controleren of de publieke domeinsleutel past bij de handtekening van de e-mail. De handtekening in de header geldt specifiek voor een bepaalde e-mail en kan niet worden hergebruikt. Onder andere Google en Yahoo ondersteunen DKIM.
En dan?
Zelfs als spamfilters zijn ingeschakeld en DKIM en SPF zijn geactiveerd, is het spamprobleem verre van opgelost. Er zullen spammails blijven komen zolang dat winstgevend is - dus zolang er mensen reageren op spamberichten, en bijvoorbeeld een product kopen of in een oplichterstruc trappen. Een deel van de spam zal door de filters blijven glippen, en sommige valide mailtjes zullen in spamfolders blijven terechtkomen zonder daar thuis te horen.
E-mail is echter niet de enige communicatiemethode die kwetsbaar is voor spam: mocht het te onaantrekkelijk worden om spam via e-mail te versturen, dan zullen spammers hun activiteiten simpelweg verplaatsen. Nu al worden spelers van sommige games geconfronteerd met spam in chatboxen en klagen gebruikers van Twitter over spambots die hun mention-balk vervuilen met irrelevante reclame-uitingen.
Het bestrijden van spam komt dan ook een beetje over als het wieden van onkruid: linksom of rechtsom duikt het probleem altijd weer op. Maar je kunt het dat onkruid wel zo lastig mogelijk maken.
