Een van de vele hoogtepunten van Astro Bot ligt in de manier waarop het de DualSense-controller inzet. Dat is geen verrassing. Astro's Playroom was immers vooral bedoeld als een techdemo van die controller. Dat zet Team Asobi in Astro Bot net zo door en dat werkt fantastisch. De manier waarop de trillingen anders aanvoelen bij ieder oppervlak is zo goed uitgewerkt dat je het tegelijkertijd heel goed maar juist ook amper merkt. De vibraties zijn precies afgestemd op de ondergrond waarop je loopt of het ruimteschip waarin je vliegt en zijn geen twee minuten hetzelfde. Astro Bot maakt ook op geniale wijze gebruik van de adaptive triggers die voor iedere gadget weer anders aanvoelen en ook dat is vooral subtiel. En dan is er nog het geluid en de muziekjes die constant uit de speaker op de DualSense komen en die ook weer exact zijn afgestemd op de omgeving.
Team Asobi weet de DualSense fantastisch in te zetten en niet alleen alle individuele elementen goed uit te voeren, maar in het algemeen een gevoel van diepgang te creëren waardoor je je via je controller helemaal in de game voelt worden gezogen. Het voelt allemaal heel natuurlijk, alsof de game weinig nadruk op de controller legt, in tegenstelling tot sommige andere games die de triggers of de speaker ook wel eens gebruiken. Misschien komt dat juist wel omdat de triggers continu worden ingezet, dat het altijd voelt alsof ze onderdeel zijn van je speelstijl en niet slechts een gimmick die Sony en Team Asobi toevallig hebben bedacht. Je krijgt er een gevoel van gemis van; waarom zijn er zo weinig games die sinds de PS5-introductie de controller zo weten in te zetten? En er zit nog een ander groot nadeel aan al die sensorische overladingen: je controller houdt het niet lang vol. Hou die oplaadkabel dus maar bij de hand!
Prachtige graphics
Team Asobi weet daarnaast ook het maximale uit de PlayStation zelf te halen. In de volledige game is geen moment te vinden dat de framerate ook maar een seconde onder een stabiele zestig per seconde valt. De beperkte laadtijden zijn slim verstopt achter een interactieve cutscene waarbij je de controller tijdens een vliegreisje bestuurt, maar dat zie je alleen wanneer je voor het eerst een nieuwe wereld laadt. Als je doodgaat en opnieuw tot leven komt, zijn de laadtijden minimaal. Daardoor blijft het tempo in Astro Bot er goed in zitten. Ook benut de game de gpu ten volste. De game ziet er niet alleen creatief en vrolijk uit, maar ook haarscherp. De kleuren spatten van het scherm en alle details zijn zo goed voelbaar, dat het is misschien wel een van de mooiste games is die op dit moment voor de console verkrijgbaar zijn.
Kopen?
De vraag of je Astro Bot moet kopen, kun je makkelijk beantwoorden met een wedervraag: vond je Astro's Playroom leuk? Als je die techdemo waardeerde, zit je met Astro Bot ook goed. Het is nagenoeg hetzelfde spel, met dezelfde speelstijl en graphics, maar dan uitgebreider op vrijwel ieder vlak. Uitgebreider mag je in dit geval ook gerust beter noemen. Team Asobi is doorgegaan met alle leuke elementen uit Playroom en doet dat met verve: de game is creatiever, vrolijker en speelt beter. De ontwikkelaar lijkt alles op alles te hebben gezet om ieder stukje originaliteit uit de game te persen en daar ook nog eens een vrolijk feest van PlayStation-nostalgie van te maken. Bovendien weet het een magie uit de controller te toveren die zich niet laat vergelijken met welke PlayStation-game dan ook.
Daar staat wel tegenover dat Astro Bot redelijk kort is. De levels zijn, hun originaliteit ten spijt, vaak niet lang en hebben weinig herspeelwaarde. De totale game speel je in een uur of twaalf wel uit. Dan heb je het ook echt uit, inclusief alle mogelijke collectibles die je ook zonder gids snel bij elkaar hebt. Of dat zestig tot zeventig euro waard is, zul je voor jezelf moeten bepalen. Wat ons betreft mag zoveel vrolijkheid wel wat kosten.