Netcongestie komt momenteel vrijwel overal ter wereld voor en is dus geen typisch Nederlands probleem. In de meeste landen is er een flinke groei van decentrale energiebronnen, zoals zonnepanelen en windmolens. Tegelijk is er een toename van (hybride) warmtepompen en elektrische voertuigen. Door enerzijds de teruglevering van zonnestroom en anderzijds meer elektrische verbruikers ontstaan er virtuele files op het stroomnet. Er is wereldwijd een tekort aan aansluit- en transportcapaciteit in de elektriciteitsnetten, doordat de ontwikkelingen sneller gaan dan de infrastructuur kan bijbenen. Volgens de International Energy Agency staan er mondiaal duizenden GW's aan zon en wind in de wachtrij, waarbij een aanzienlijk deel van de projecten niet kan worden gerealiseerd vanwege beperkte netcapaciteit. Er zijn wel enkele verschillen. Nederland heeft een hoge bevolkingsdichtheid, een beperkte landoppervlakte en een compact elektriciteitsnet. Bovendien kan het systeem van nationale en regionale netbeheerders besluitvorming vertragen in vergelijking met gecentraliseerdere systemen.
:strip_exif()/i/2006890964.jpeg?f=imagenormal)
Kerncentrales
De kabinetten-Rutte en -Schoof hebben het voornemen uitgesproken om twee tot vier kerncentrales te bouwen in Nederland, maar ook daarvoor is nu niet voldoende netcapaciteit beschikbaar. Dit moet dus in de toekomst gefaciliteerd worden. Voor een kerncentrale zijn diverse 380kV-verbindingen nodig om de elektriciteit te transporteren. Ook de locatie is van belang. Centrale locaties dichter bij bestaande hoogspanningsnetten of nabij grote industriële clusters verminderen de noodzaak voor grootschalige netuitbreiding, omdat de elektriciteit dan niet over grote afstanden getransporteerd hoeft te worden.
Van Gorp van TenneT: "Er is in Nederland beperkt ruimte voor nieuwe infrastructuur, wat netverzwaring complexer maakt dan in landen met meer open ruimte. Ongeveer 55 procent van de landoppervlakte is eigendom van boeren en die heb je dus nodig als je nieuwe elektriciteitsmasten wilt neerzetten. Ook toen duidelijk werd dat de aardgasbel in Groningen opraakte, is men te lang aan gas blijven vasthouden. Frankrijk en de Scandinavische landen zijn al veel verder met elektrificatie, omdat zij in plaats van op aardgas hebben ingezet op kernenergie en waterkracht. Dat laatste is in Nederland geen optie, maar we hebben wel een relatief groot deel van de Noordzee in handen, waar we windmolens kunnen plaatsen; dat is onze nieuwe gasbel. Maar omdat de ruimte in ons land zeer beperkt is, is er altijd wel een partij die bezwaar aantekent, waardoor alles lang duurt."
België en het capaciteitstarief
Ook in Vlaanderen en Wallonië is netcongestie een probleem, al lijkt het minder groot dan in Nederland. In Vlaanderen leidt de hoge dichtheid van zonnepanelen, vooral in stedelijke en industriële gebieden, soms tot overbelasting van het elektriciteitsnet. Daarnaast dragen de industriële activiteiten in het havengebied van Antwerpen en de omliggende industrieclusters bij aan capaciteitsproblemen. Wallonië ervaart vergelijkbare problemen, vooral in landelijke gebieden waar grootschalige windparken zijn gevestigd. Hier is de vraag naar elektriciteit vaak laag, terwijl de productiecapaciteit op winderige dagen hoog is, wat leidt tot knelpunten in de netinfrastructuur. De uitrol van 'wind-op-zee' is beperkt doordat België door de geografische ligging slechts een klein deel van de Noordzee bezit.
Een belangrijk verschil met Nederland is de invoering van het capaciteitstarief in Vlaanderen in 2023. Dit tarief, gebaseerd op piekbelasting in kW in plaats van totaalverbruik, stimuleert consumenten om hun elektriciteitsverbruik te spreiden, wat de druk op het net vermindert. Het capaciteitstarief wordt bepaald op basis van een gemiddelde van de hoogste pieken van de afgelopen twaalf maanden. Bij huishoudens met een digitale meter wordt het hoogste kwartiervermogen per maand gemeten. Voor elke maandpiek wordt een minimumbijdrage gerekend van 2,5kW, zelfs als de werkelijke piek lager is. Dit betekent dat iedereen minimaal een bedrag betaalt dat overeenkomt met een piek van 2,5kW, ongeacht het werkelijke verbruik. Het exacte tarief verschilt per netbeheerder, maar gemiddeld komt 1kW neer op ongeveer 40 euro per jaar exclusief btw.
In Nederland wordt momenteel onderzoek gedaan naar hoe wijzigingen in de nettarieven voor kleinverbruikers kunnen bijdragen aan efficiënter gebruik van het net. Zie 4.2.2 van de actieagenda netcongestie laagspanning, waarvan een bandbreedtemodel een mogelijk onderdeel is. Hoe een Nederlands systeem eruit zou kunnen zien, is nog niet bekend. Het kan gaan om een soort databundelconcept, zoals we ook voor smartphones kennen. Je bepaalt dan vooraf welke bundel je nodig hebt, bijvoorbeeld 5, 10 of 15kW. Een concreet voorbeeld: wie dan een EV met 11kW wil laden, zal in die situatie meer betalen dan iemand die met 7kW laadt. Ook zonnestroom die aan het net teruggeleverd wordt in plaats van zelf geconsumeerd, telt mee.
Andere Europese landen
Netcongestie speelt in verschillende Europese landen, maar de omvang en oorzaken variëren sterk per regio. In Duitsland speelt congestie vooral op hoogspanningsniveau. Het land heeft al vroeg op de 'Energiewende' ingezet, maar er is een geografische mismatch tussen het noorden, waar veel windenergie wordt opgewekt, en het zuiden, waar de industriële vraag hoog is. De aanleg van grote transmissielijnen zoals SuedLink is vertraagd, wat de problemen verergert.
Het Verenigd Koninkrijk ervaart netcongestie in mindere mate dankzij de eilandligging, die voordelen biedt voor netbeheer, en een vroege adoptie van slimme netten en flexibiliteitsmarkten. Uitdagingen zijn de integratie van offshore windparken en verouderde infrastructuur in bepaalde regio’s. Via projecten als Project Transmission wordt gewerkt aan dynamische rating van lijnen om congestie te verminderen.
In Frankrijk speelt netcongestie vooral op het hoogspannings- en middenspanningsnet. Het Franse hoogspanningsnet, beheerd door RTE, ondervindt congestie in gebieden met veel hernieuwbare energie, zoals in het zuiden, waar zonne-energie toeneemt. Op het laagspanningsnet is congestie minder problematisch. Meer dan 70 procent van de elektriciteitsopwek is afkomstig van kerncentrales. Hoewel dit zorgt voor een relatief stabiel hoogspanningsnet, kunnen momenten van grootschalig onderhoud of te weinig koelwater juist leiden tot extra druk. Als er verschillende centrales tegelijk offline zijn, wordt de druk op het elektriciteitsnet groter, vooral bij piekvraag. Dit leidt tot netcongestie op het hoogspanningsnet, vooral in periodes met lage opwek van hernieuwbare energie.
In Spanje is congestie een opkomend probleem, vooral door de snelle groei van zonne-energie en de beperkte interconnecties met andere Europese landen. Het land werkt aan netuitbreidingen en energieopslagprojecten, waaronder pumped hydro, om deze uitdagingen het hoofd te bieden.
In de Skandinavische landen is netcongestie een veel kleiner probleem. Denemarken heeft ondanks een hoog aandeel hernieuwbare energie relatief weinig last van netcongestie dankzij een vroege focus op netverzwaring en interconnecties met omringende markten, zoals Duitsland en Zweden. Daarnaast benut het land middelen om de elektriciteitsvraag te balanceren, met onder andere warmtenetten en warmte-krachtkoppeling. Noorwegen heeft een robuust elektriciteitsnet dankzij de overvloed aan waterkrachtcentrales en heeft vooral last van congestie door de export naar buurlanden. Zweden ervaart netcongestie voornamelijk tussen het noorden, waar veel hernieuwbare energie wordt opgewekt (voornamelijk waterkracht en windenergie), en het zuiden, waar de vraag hoger is, maar daarin is geïnvesteerd via het NordBalt-project. Finland heeft door zijn sterk geïntegreerde elektriciteitsmarkt en de nieuwe kerncentrales minder last van congestie en investeert in netversterking en interconnecties met Zweden en Estland.
:strip_exif()/i/2006876124.jpeg?f=imagearticlefull)
China
China heeft ook te maken met netcongestie, vooral door de razendsnelle uitrol van zonneparken en windparken. Alleen al in 2023 heeft China 217GW aan zonneparken en 76GW aan windparken geïnstalleerd, wat meer is dan de VS in zijn hele geschiedenis. Veel van deze hernieuwbare-energieprojecten bevinden zich in afgelegen gebieden, zoals Xinjiang en Binnen-Mongolië, terwijl de grote vraag naar elektriciteit zich concentreert in stedelijke gebieden aan de oostkust. Dit veroorzaakt congestieproblemen op de lange transmissielijnen die deze regio’s verbinden. Het land is daardoor bezig met aanleg van ultrahoogspanningslijnen, die grote hoeveelheden energie over lange afstanden kunnen transporteren (1100kV DC). De snelle uitrol, zoals te zien in de bovenstaande grafiek, is mede mogelijk doordat in China een enkele partij het voor het zeggen heeft. De overheid kan dus snel besluiten uitvoeren zonder lang te onderhandelen met verschillende partijen of inspraak te geven aan de bevolking, zoals over de bouw van een groot zonnepark.
:strip_exif()/i/2006877536.jpeg?f=imagenormal)
Tot slot
Volgens energy trendwatcher Jan Willem Zwang moeten we anders met onze energie omgaan. "We moeten de energietransitie zeker niet op pauze zetten. Sterker nog, we moeten veel meer doen, maar het moet slimmer en efficiënter. Dus opwekken waar het nodig is en niet alleen in de polder grote zonne- of windparken. Alle overtollige wind- en zonne-energie kan en moet veel beter worden benut. Dat kan met energieopslag in accuparken of door het om te zetten in warmte of met conversie naar bijvoorbeeld waterstof."
"We moeten ook ons gedrag aanpassen, deels geautomatiseerd. Dus een EV laden als de zon schijnt of ’s nachts als ons verbruik veel lager is of er veel met wind op zee wordt opgewekt. Het zou enorm helpen als meer huishoudens overstappen op dynamische energiecontracten waarbij de elektriciteitsprijs ieder uur verschilt op basis van vraag en aanbod. Op dit moment heeft pas 4 procent van de huishoudens zo'n contract."
"Verder ben ik groot voorstander van één netbeheerdersorganisatie onder aanvoering van TenneT. Dus de huidige netbeheerders samenvoegen, onnodige managementlagen verwijderen en landelijk prioriteren in plaats van regionaal. De congestieproblemen in Nederland zijn groter dan in andere landen. Dat is andere landen niet ontgaan. Zij anticiperen nu proactief en schrijven in hun plannen zelfs dat ze ‘Nederlandse situaties willen voorkomen’. We zijn dus weer eens koploper in Europa, maar helaas met het verkeerde voorbeeld."