Na alle voorbereiding is het tijd om richting het raceweekend te gaan. Vooraf zie je welke doelstellingen je sponsors je hebben opgelegd en desgewenst kun je daar nog eigen doelen aan toevoegen, waarvoor je dan een garantie geeft. Een prestatie garanderen is niet zonder risico, want je verbindt er een kleine straf aan die wordt uitgedeeld als je je doel niet haalt. De prijs die je krijgt als je het wél haalt is echter groter, dus zeker voor de wat kleinere teams kan het de moeite waard zijn om hier optimaal gebruik van te maken.
Het weekend begint uiteraard op vrijdag, met de eerste twee vrije trainingen. Voorafgaand kun je al veel informatie inwinnen over het circuit. Je kunt zien welke eigenschappen het heeft, wat de weersverwachtingen zijn, hoe lang pitstops duren en wat de te verwachten strategieën zijn. Allemaal leuk om te weten, maar niet per se cruciale informatie. Meestal bekeken we al die zaken niet eens en begonnen we gewoon met rijden.
Auto afstellen
In de trainingen draait het om drie elementen. In de eerste plaats moet je coureur genoeg rondjes rijden om de baan goed te leren kennen. Diezelfde rondjes zorgen er ook voor dat hij de auto leert kennen. Heb je niets veranderd, dan staat dat kennisniveau op 100 procent, maar als je nieuwe onderdelen toevoegt, moet het percentage weer worden opgekrikt. Het belangrijkste is echter de set-up van de auto. Je laat je coureurs rijden en na een ronde of vijftien geven ze feedback over wat ze van de auto vinden. Wanneer ze weer in de pits zijn, kun je aan de auto sleutelen. Je hebt sliders om elementen als de vleugels, de stabilisatorstang, camber en uitspoor aan te passen. Elke aanpassing levert een verandering op in hoe de auto zich gedraagt in overstuur, remstabiliteit, bochten en tractie, en op rechte stukken. Het doel is om op elk van die vijf onderdelen een zo goed mogelijke score te behalen. Slechts eenmaal slaagden we erin om de volle 100 procent te scoren. Zolang je coureurs boven de 80 procent zitten, is er geen reden om je zorgen te maken.
Dat percentage ga je in de regel niet halen als je ervoor kiest om de trainingssessies te simuleren. Toch begrijpen we het als mensen die sessies af en toe zullen overslaan, want het is best een tijdrovende klus. Wanneer je coureurs op de baan zijn, kun je de tijd tot zestien keer sneller laten verlopen. Je ziet dan een overzichtskaart van de baan, met de coureurs als stipjes. Wil je de auto’s zelf zien rijden, dan kun je de snelheid niet hoger dan ‘2x’ zetten, want daarboven kun je alleen naar de overzichtskaart kijken. Dat is over het algemeen ook goed genoeg. Het meeste hoef je niet te micromanagen; het is dus prima om een training snel aan je voorbij te laten trekken. Mochten er interessante dingen gebeuren, dan krijg je daar altijd een waarschuwing voor en kun je een herhaling bekijken.
In de kwalificatie draait het natuurlijk om het overleven van Q1 en Q2, om uiteindelijk in Q3 te bepalen waar je start. Met een Red Bull kun je er daarbij zelfs voor kiezen om banden te sparen door de eerste twee sessies maar één run te doen en op dezelfde banden te blijven staan, maar wanneer je knokt om in Q2 te komen, is het handig om nieuwe banden te gebruiken. Verder is het vooral zaak om je coureur een clean rondje te geven. Als je coureurs tegenkomt die in hun in- of outlap zitten, kost dat tijd en maakt het de kans op een optimale tijd veel kleiner. Daarnaast is een zo laat mogelijk gereden ronde ook altijd fijn, want dan is de baan vaak beter op temperatuur en daardoor sneller.
De racedag begint met het bepalen van je strategie. Je kunt je stints en bijbehorende banden uitkiezen en zien wat dat doet met de verwachte totale racetijd. Je kunt daarbij ook aangeven in welke mate je coureur banden moet sparen of juist agressief mag rijden. Zo klik je de in jouw ogen beste tactiek bij elkaar, waarbij het natuurlijk wel handig is als je coureurs beide een net iets ander schema hebben. Goed om te weten is trouwens dat coureurs met een hoge waardering voor ‘smoothness’ vaak beter met banden omgaan dan je projecties voorspellen. Je kunt hen dus vaak harder laten rijden dan op papier verstandig lijkt; tijdens de race blijkt dan dat de slijtage van hun banden minder heftig is dan in de planning stond en daar kun je je voordeel mee doen.
Regen en safety cars zijn top
Tijdens een normale race kun je vaak hele stukken simuleren. Wanneer er iets belangrijks gebeurt, schakelt de game automatisch terug naar normale snelheid of gaat hij zelfs op pauze, om jou de kans te geven te reageren. Dit gebeurt bijvoorbeeld als er een safety car is of wanneer er een incident plaatsvindt op de baan. Dit zijn de momenten waarop je scherp moet zijn en waarop makkelijke overwinningen kunnen veranderen in pijnlijke nederlagen. Toen we in Spanje een klein buitje kregen, kozen we ervoor om Max, die een voorsprong had van tien seconden, buiten te laten en alleen Perez op intermediates te zetten. Het regende echter harder dan we dachten en de bui duurde ook langer dan gehoopt. We zagen hoe het halve veld in no-time een halve minuut of meer goedmaakte op een glijdende Verstappen, die later in de race ook nog eens spinde. Perez wist de race naar zich toe te trekken en Verstappen kwam niet verder dan P5. Gelukkig maakten we ook situaties mee die precies andersom waren. Spelend als McLaren kregen we op Monaco een keurige P2 in de schoot geworden door een uitstekende getimede safety car die Norris een gratis pitstop opleverde. Ricciardo kon op harde banden lang doorrijden en blokkeerde een grote groep concurrenten die anders Norris nog wel in hadden kunnen halen. De door de handige pitstop en het stoorwerk van Ricciardo opgebouwde buffer bleek echter voldoende voor een podiumplaats.
Op dat moment bleek F1 Manager 2022 echt op zijn best. Een paar races later kwam er echter een ander aspect om de hoek kijken. Met twee nieuwe onderdelen op de auto bleek Norris ineens in staat om mee te doen om de zege, dit keer in een normale race zonder incidenten. De overwinning pakten we uiteindelijk door het benzineverbruik en het energy recovery system vol open te zetten om leider Sainz te passeren. Dat is een klein stukje micromanagement dat je kunt toepassen om je coureurs net wat makkelijker in te laten halen. Het is meestal niet nodig, maar wij vonden het vaak wel leuk om zo te spelen.
Makkelijk
Het punt dat we hierboven echter vooral probeerden te maken, is dat F1 Manager 2022 na verloop van tijd erg makkelijk wordt. Zolang je onderdelen blijft ontwikkelen en je setup redelijk in elkaar sleutelt, zal je team vrij snel stappen maken. De kans dat je met een Red Bull halverwege het jaar al onverslaanbaar bent, is levensgroot. De betere middenmoters, zoals Alpine en McLaren, heb je tegen die tijd ook wel richting het podium en met de lagere teams kun je in jaar twee of drie best kampioen worden. Aan de ene kant leuk, maar anderzijds te makkelijk. Er is geen optie om de moeilijkheidsgraad in te stellen. Dat betekent dat als je de game ‘door’ hebt, je gewoon veel te makkelijk successen behaalt. Dat beperkt de levensduur van F1 Manager 2022 een beetje.
Dit is een gedachte die na een uur of twintig spelen blijft hangen. Wat F1 Manager 2022 neerzet, is leuk. De game weet het gevoel van Formule 1 goed over te brengen en de manier waarop je invloed hebt op wat er in de race gebeurt, is gaaf. Maar doordat de game na een tijdje te makkelijk wordt, mis je features als een instelbare moeilijkheidsgraad. Ook de mogelijkheid om tijdens een carrière te wisselen van team was leuk geweest, omdat je dan tegen je eigen opgebouwde topteam kunt racen. Ook was het leuk geweest om je eigen team te starten, zodat je alles - van de staf tot de fabrieken en auto’s - van de grond af op had moeten bouwen. Het is niet erg dat een dergelijke modus niet in de game zit, maar hopelijk zien we dergelijke zaken ooit nog eens verschijnen, in de vorm van dlc of in een opvolger.
Besturing op Xbox
Een laatste puntje dat we willen aanstippen, is de besturing op consoles. Op een pc gebruik je natuurlijk je muis of een alternatief daarvoor, maar de gemiddelde consolegamer is aangewezen op zijn controller. We speelden de Xbox-versie ook een tijdje op de Xbox Series X en kunnen niet anders zeggen dan dat de interface en besturing vrij goed in elkaar zitten. De manier waarop je wisselt tussen de verschillende tabjes die je nodig hebt, is even wennen, maar als je het systeem eenmaal door hebt, werkt het op sommige plekken in de game zelfs beter dan besturing met een muis. Je kunt met de triggers bijvoorbeeld snel heen en weer springen van de ene naar de andere auto, als je onderdelen aan het verwisselen bent. De game is wat ons betreft dus prima speelbaar op een console.