Vroeger gebruikten we een open haard om woningen te verwarmen. Dat was prima voor woningen, maar onvoldoende voor grote huizen, kantoorpanden en fabrieken. Toen kwamen er kachels, als gesloten verwarmingssysteem. Niet alleen hout werd gebruikt als verwarmingsmateriaal, maar ook steenkool, turf en stookolie. In Nederland werden deze systemen in de jaren zestig en zeventig vervangen toen er een enorm aardgasveld bij Slochteren ontdekt werd. In grofweg tien jaar tijd werd een aardgasnetwerk uitgerold. Nu is het aardgas bijna op en is de winning flink teruggeschroefd door het gevaar van aardbevingen. Russisch aardgas leek even een alternatief, tot de inval van Oekraïne en men de leveringen begon terug te schroeven, wat leidt tot zeer hoge gasprijzen. Er zijn te weinig leveranciers van aardgas en LNG om als alternatief te dienen, en dus zit er maar één ding op: overschakelen op een ander systeem. Het liefst duurzaam, want tegelijkertijd zijn er doelen gesteld om tussen nu en 2050 de CO2-uitstoot drastisch te beperken.
Buurtwarmtepomp
Verwarming via een warmtepomp kan ook op buurtniveau. In Utrecht Overvecht bouwen Eneco en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden een warmtepomp die warmte wint uit rioolwater, zoals warm water van het douchen, de vaatwasser en de wasmachine, en het levert aan het warmtenet voor Utrecht en Nieuwegein. Deze warmtepomp heeft een elektrisch vermogen van 27MW en levert voor elke kWh elektriciteit die hij verbruikt gemiddeld 3,6kWh warmte aan het warmtenet.
De warmtepomp
Er zijn verschillende alternatieven, zoals warmtenetten, infrarood- en elektrische (vloer)verwarming. Maar in de meeste gevallen is een warmtepomp het meest logische alternatief. Zoals in dit artikel beschreven, zijn er verschillende soorten. De hybride warmtepomp is een transitiemodel dat samen met een cv-ketel gebruikt wordt. Deze warmtepomp is het goedkoopst en zorgt voor een aanzienlijke gasbesparing - maar aardgas blijft dus tijdens de levensduur noodzakelijk. Een voordeel van dit systeem, los van de kosten, is dat het ook in matig geïsoleerde huizen werkt.
De andere typen warmtepompen zijn interessant voor verschillende situaties. De lucht-water-warmtepomp sluit het beste aan bij een grondige verbouwing omdat de centrale verwarming met radiatoren en eventueel vloerverwarming kan worden aangesloten op het systeem. Een lucht-luchtwarmtepomp werkt net als een airco met lucht om te verwarmen en te koelen, en is in staat om de temperatuur in huis snel aan te passen. Een grond-water-warmtepomp is het duurst omdat een bodemenergiesysteem aangelegd moet worden, maar is ook het efficiëntst wat energiegebruik betreft. Voor alle varianten is subsidie beschikbaar, zie pagina 3, en voor gezinnen met beperkte financiële middelen worden renteloze leningen opgetuigd.
Transitie
Eind 2021 waren er in Nederland al ruim 325.000 warmtepompen in gebruik voor woningen en nog eens 45.000 meer voor kantoren en kassen. Nieuwbouwwoningen worden tegenwoordig gasloos gebouwd en worden ook vaak met warmtepompen uitgerust, al wil de bouwer ook nog weleens kiezen voor een goedkopere vorm van elektrische verwarming die wat verbruik betreft weer minder voordelig is. Toch staat het gros van de woningen nog helemaal aan het begin van de transitie. Zoals bij de voor- en nadelen beschreven is het - vooral bij oudere woningen - geen koud kunstje. Goede isolatie is een must - niet alleen om het comfortabel warm te krijgen, maar ook om zo efficiënt mogelijk om te gaan met energie. Vooral bij jaren 30-woningen is dat vaak een uitdaging. Daarnaast heeft niet iedereen de financiële middelen, zelfs al wordt er subsidie geboden, evenals renteloze leningen. Toch is het ook een kwestie van afwegingen voor de korte en de lange termijn. Op de korte termijn vergt het een flinke investering, zowel in isolatie, apparatuur en manuren, maar op de lange termijn leidt het tot een kostenbesparing, minder energiegebruik en minder CO2. En een comfortabeler huis - dat is ook wat waard.