In mei dit jaar maakte de Nederlandse regering bekend dat een (hybride) warmtepomp vanaf 2026 in principe verplicht wordt als de cv-ketel aan vervanging toe is. Vanaf dat jaar moeten huiseigenaren bij het vervangen van hun cv-ketel dus verplicht overstappen op een duurzamer alternatief.
Verplichting
Volgens Minister Hugo de Jonge is de urgentie van verduurzaming groot en moet het tempo omhoog. De Jonge: "Ook voor ieders portemonnee is het beter als we minder aardgas gebruiken. Daarom wil het kabinet dat vanaf 2026 de hybride warmtepomp de standaard wordt als de cv-ketel aan vervanging toe is. Voor woningen die niet geschikt zijn, of als een woning op korte termijn op een alternatief voor aardgas wordt aangesloten, is er uiteraard een uitzonderingsmogelijkheid."
Met de verplichting vanaf 2026 wil het kabinet naar eigen zeggen duidelijkheid bieden voor leveranciers, installateurs en woning- en gebouweigenaren. Het Bouwbesluit wordt hiervoor aangepast. De tussenliggende jaren moeten benut worden door meer monteurs op te leiden en de productie van warmtepompen op te schalen. Waarom is er sprake van een verplichting? Volgens Puk van Meegeren van Milieu Centraal is snelle actie noodzakelijk. "De klimaatcrisis is zo urgent dat een snelle omschakeling van verwarmen op gas naar duurzame energie nodig is. Een verplichting zorgt voor een versnelling, ook omdat de markt zich hier op gaat voorbereiden."
Andy van den Dobbelsteen, hoogleraar duurzame bouw aan de TU Delft, is ook blij met een harde datum voor een verplichting. In Trouw zei hij: "Dat is nodig om de klimaatdoelen te halen. Een ketel of boiler heeft een levensduur van zo’n vijftien jaar. Dus als je hem in 2025 vervangt, zit je er nog tot 2040 mee.”
Een veelgehoord argument tegen de plannen betreft de kosten. Huiseigenaren zouden opzien tegen verplichte investeringen. Van den Dobbelsteen: “Particuliere woningbezitters die niet overstappen, zijn een dief van hun eigen portemonnee. Het apparaat kost enkele duizenden euro’s, maar verdient zichzelf terug omdat de energierekening fors omlaag gaat. Zeker met de huidige prijzen is een hybride warmtepomp een aantrekkelijke investering. Een maatregel als deze zal je altijd moeten koppelen aan een goede subsidieregeling. Er zijn voor de overheid juist prikkels om mensen met lagere inkomens te helpen. Deze warmtepompen zijn hard nodig om 55 procent CO2-reductie in 2030 te halen. Als Nederland dat niet haalt, zal het CO2-rechten moeten kopen om de achterstand te compenseren. Dat geld kan de regering beter uitgeven aan subsidies om de aanschaf van extra warmtepompen te stimuleren.”
Subsidie en renteloos lenen
Subsidie
Om de kostprijs te drukken, is subsidie beschikbaar. De hoogte verschilt per type warmtepomp.
Hybride: € 1950,- tot € 3000,-
Lucht-water: € 1950,- tot € 3750,-
Bodem-warmtepomp: € 3750,- tot € 5100,-
In Vlaanderen is subsidie mogelijk via de
'Mijn verbouw-premie'.
Het Rijk geeft subsidie op de aanschaf van een (hybride) warmtepomp. Het percentage van het aanschafbedrag dat ermee kan worden gedekt, is dit jaar verhoogd naar gemiddeld 30%. Tot en met 2030 heeft het kabinet 150 miljoen euro per jaar gereserveerd om woningeigenaren te blijven ondersteunen bij de aanschaf van een (hybride) warmtepomp. Huishoudens die onvoldoende spaargeld hebben, kunnen een beroep doen op het het Nationaal Warmtefonds. Dat biedt financiering met een rentetarief van 0% voor lage- en middeninkomens. Daarnaast is het belangrijk dat woningcorporaties in actie komen om huurders te voorzien van betere isolatie en warmtepompen.
Van Meegeren van Milieu Centraal denkt dat huurders ook zullen profiteren van de maatregelen. "Huurders van woningcorporaties hebben als voordeel dat deze corporaties de verduurzaming van hun woningen als taak zien, en dat daar ook landelijk afspraken over worden gemaakt. Woningcorporaties en particuliere verhuurders mogen vanaf 2030 geen woningen meer verhuren met een energielabel E, F, of G. Woningen van particuliere verhuurders zijn gemiddeld het minst goed verduurzaamd. Verder is goede communicatie nodig, zodat mensen weten hoe ze tot een passende keuze komen."
Arbeidskrachten
Een andere uitdaging zijn de arbeidskrachten; momenteel zijn er te weinig installateurs. Ook daarom is het noemen van een harde datum een motivatie, omdat daar dan op geanticipeerd kan worden met scholing en het aantrekken van nieuw personeel. Het kabinet stelt dat het optrekt met de installatiebranche, vertegenwoordigd door Techniek Nederland, en de fabrikanten, vertegenwoordigd door De Nederlandse Verwarmingsindustrie en Vereniging Warmtepompen. Techniek Nederland zet alles op alles om ervoor te zorgen dat er voldoende warmtepompmonteurs zijn. Dit doen ze door ervoor te zorgen dat er straks in iedere regio een opleidingslocatie is waar monteurs zich kunnen laten bijscholen en door het ontwikkelen van specifieke opleidingen voor zij-instromers. Techniek Nederland gaat monteurs ondersteunen met tools die bijvoorbeeld laten zien welke woningen geschikt zijn voor (hybride) warmtepompen. Woningeigenaren worden geholpen doordat er kwaliteitseisen gesteld gaan worden aan producten, installaties en vakmanschap. Fabrikanten investeren in een forse opschaling van de productie, onder andere door op korte termijn drie extra productielocaties in Nederland te openen. Daarnaast komen er meer trainingsfaciliteiten voor monteurs. Hybride warmtepompen worden eenvoudiger, gebruiksvriendelijker en uniformer. Dit zorgt voor goedkopere apparaten die veel makkelijker zijn te installeren.
Volgens Van den Dobbelsteen van de TU Delft scheelt het dat een hybride warmtepomp relatief weinig tijd kost om te installeren, zo vervolgt hij in Trouw. "Maar er zijn inderdaad veel handen nodig. Het kan helpen om bijvoorbeeld immigranten om te scholen tot installateur. Juist dit besluit maakt dat het voor bedrijven in de aanloop naar 2026 aantrekkelijk wordt om in hybride systemen te investeren, en voor bedrijven die cv-ketels leveren om te gaan omschakelen naar warmtepompen.”