Intel geeft Amerikaanse kopers van een Pentium 4 in de periode van november 2000 tot december 2001 een compensatie, omdat het bedrijf klanten heeft misleid met benchmarks. Die tests lieten de Pentium 4 gunstig uitkomen ten opzichte van AMD's Athlon Thunderbird.
De compensatie bedraagt 15 dollar, omgerekend circa 12 euro, en wie het geld wil, hoeft geen bon of ander fysiek bewijs te overleggen, blijkt uit de pagina van de rechtsgang rondom deze zaak. De compensatie is een gevolg van een schikking in de zaak die de aanklagers en Intel in de afgelopen zomer troffen.
De compensatie bedraagt ongeveer 10 procent van de aanschafprijs van een Pentium 4 destijds. De compensatie geldt alleen voor Amerikanen; Nederlanders en Belgen kunnen er geen aanspraak op maken. Naast de compensatie maakt Intel omgerekend enkele miljoenen euro's over naar onderwijsinitiatieven op het gebied van computers.
De aanklagers beschuldigden Intel van het manipuleren van benchmarks en benchmarkresultaten die populaire techmedia in die tijd gebruikten, om de Intel-processor er gunstiger uit te laten komen ten opzichte van de concurrerende AMD Athlon Thunderbird. Het mocht overigens niet baten, onder meer Tweakers schreef dat 'AMD voorlopig niet veel te vrezen heeft' van de Pentium 4' op basis van een review van JC-News.
Volgens de aanklagers is de praktijk van het manipuleren van benchmarks schadelijk, omdat mediapublicaties hun conclusies er veelal op baseren en manipulatie daardoor het algemene imago van processors beïnvloedt. Intel heeft de beïnvloeding niet toegegeven; beide partijen troffen de schikking voordat het tot een rechtszaak kwam. De zaak liep al sinds 2004.