Onderzoekers zijn er in geslaagd accu's op basis van gesmolten metalen aanzienlijk te verbeteren, waardoor de inzet voor de opslag van energie afkomstig van duurzame bronnen dichterbij komt. De accu's behouden hun capaciteit grotendeels, zelfs na tien jaar laden en ontladen.
De onderzoekers van de afdeling Materials Chemistry van het MIT gebruiken twee lagen van gesmolten metaal voor hun accu: een elektrode van lithium en een die bestaat uit een mix van lood en antimoon. De lagen worden gescheiden door een laag gesmolten zout, die als elektrolyt dienst doet. Vanwege het verschil in dichtheid, worden de drie lagen automatisch gescheiden.
De accu is een variant op een eerdere versie, met magnesium voor de ene elektrode en antimoon voor de andere. Voordeel van de nieuwe versie is dat deze op temperaturen van tussen 450 en 500 graden Celsius functioneert in plaats van op 700 graden. Dit maakt het ontwerpen van bruikbare accu's eenvoudiger en bovendien is de nieuwe formule goedkoper te produceren.
Testen tonen aan dat de accu's tien jaar cycli van laden en ontladen kunnen doorstaan en daarbij 85 procent van hun oorspronkelijke capaciteit behouden. De techniek kan met name gebruikt worden voor de opslag van energie bij bronnen met variabele productie en vraag, zoals waterkrachtcentrales, windmolens en zonnepanelen. Volgens Donald Sadoways van de Materials Chemistry-onderzoeksgroep bij het MIT zijn er nog grote ontdekkingen te verwachten van andere combinaties van metalen, waarmee meer winst op gebied van temperatuur en kosten te behalen is.
Model van een vloeibare accu met boven en onder de elektrodes en in het midden de elektrolyte.