Uit de Veiligheidsmonitor 2013 blijkt dat er 'slechts zeer incidenteel' aangifte gedaan wordt bij de politie wanneer iemand slachtoffer wordt van hacking. Dat gebeurde in 2 procent van de gevallen. In 2012 was dat met 2,5 procent ook al weinig. Hacks zijn vaker voorgekomen in 2013 dan in 2012.
Waarom er zo weinig aangifte gedaan wordt van deze vorm van cybercrime, is niet in het onderzoek meegenomen. Uit de bevindingen van het CBS blijkt wel dat inbraken op iemands computer praktisch even vaak in 2013 als in 2012 voorkwamen. Inbraken op accounts van bijvoorbeeld Twitter of Facebook kwamen in 2013 wel vaker voor dan in 2012. Inbraken op e-mailaccounts zijn afgenomen. Slachtoffers van hacking zijn vooral mannen, jongeren van 15 tot 24 jaar en hoger opgeleiden.
Wat identiteitsfraude betreft is 1,3 procent van de Nederlanders in 2013 slachtoffer geworden. In 2012 was dat nog 1,5 procent. Ook de hoeveelheid incidenten is gedaald. Die daling komt door de sterke afname van skimming; waar 1,1 procent daar in 2012 nog slachtoffer van werd, was dat in 2013 0,8 procent. Negen van de tien slachtoffers hiervan gingen op zijn minst naar hun bank met een melding over het delict. 13 procent doet daadwerkelijk aangifte bij de politie. Vooral hoger opgeleiden en mensen tussen de 25 en 44 jaar worden slachtoffer van identiteitsfraude.
Het CBS keek ook naar koop- en verkoopfraude, waaronder gevallen worden verstaan van goederen die niet geleverd maar wel betaald worden, of vice versa. Het aantal gevallen hiervan is juist gestegen van 2,9 procent naar 3,3 procent. De toename ligt vrijwel geheel bij koopfraude. Deze vorm van cybercrime wordt nog het meeste gemeld bij de politie, namelijk in 23 procent van de gevallen. Vooral mensen van onder de 44 worden slachtoffer van koop- en verkoopfraude.