Van alle aangiften bij de Nederlandse politie verloopt 37 procent inmiddels via internet. Burgers geven vooral fietsdiefstal en vernielingen aan via internet. Ze zijn, waarschijnlijk mede vanwege de kleine kans op opheldering, ontevreden over de afhandeling via internet.
Het via internet aangeven van delicten is met 37 procent de populairste van de beschikbare methoden, maar het gaat dan vooral om lichte vergrijpen, zoals diefstal en vernieling. Pogingen tot inbraak worden bijvoorbeeld veel vaker telefonisch doorgegeven. De resultaten komen uit onderzoek van onderzoeksbureau BBSO in samenwerking met de Radboud Universiteit, in de reeks Politiekunde van het Programma Politie en Wetenschap.
Burgers zijn aanzienlijk ontevredener over de behandeling en de terugkoppeling bij een internetaangifte dan als ze delicten op een andere manier aan de politie melden. Dit heeft echter grotendeels met de aard van de delicten te maken. Als de onderzoekers rekening houden met het type delict, zijn de verschillen in tevredenheid kleiner.
De politie stimuleert het aangeven via internet, omdat dit efficiënter zou zijn, maar de onderzoekers zetten hier vraagtekens bij. Volgens hen geven politiemensen aan dat digitale aangiften er regelmatig toe leiden dat de politie later alsnog extra opsporingsinformatie moet verzamelen, wat de tijdwinst zou beperken. Bovendien kan het stimuleren van internetaangifte een negatieve invloed hebben op de bereidheid om aangifte te doen, vooral bij lager opgeleiden, allochtonen en ouderen. Zij hebben een grote voorkeur voor persoonlijk contact.
Gebruikte aangiftemodaliteit per type delict (in %)