Er moet regelgeving komen om de beveiliging van software te verbeteren; uit zichzelf gaan softwaremakers de beveiliging namelijk niet naar een hoger niveau schroeven. Dat zegt Troels Oerting, hoofd cybercrime bij Europol, in een interview met Tweakers.
"Ik ben geen fan van te veel regulering, maar ik vrees dat je security by design niet kunt implementeren door het bedrijven op een aardige toon te vragen", zegt het cybercrime-hoofd van de Europese politieorganisatie Europol tegenover Tweakers. Security by design betekent dat er bij het bouwen van software al afdoende wordt nagedacht over de beveiliging.
"Er moeten criteria komen en die moeten worden nageleefd", aldus Troels Oerting. "Als je een auto bouwt, zijn er nu strenge veiligheidsregels, maar nog niet als je software op de markt brengt." Overigens zijn er wel al bepaalde certificeringen, bijvoorbeeld voor gebruik in de medische sector of door overheden, maar het is niet verplicht om een certificering aan te vragen.
Volgens Oerting doen de meeste softwarebouwers grotendeels goed werk, maar op het vlak van beveiliging is volgens hem nog veel te verbeteren. "Op dit moment is beveiliging geen argument waarmee je klanten wint", stelt hij. "Bedrijven doen enkel iets als ze er voordeel uit kunnen halen, niet omdat ze zulke goede mensen zijn", aldus Oerting. Daarom moet de samenleving beveiliging eisen van de softwaremakers. Zo moet veilige software een 'stempel' van de overheid kunnen krijgen waarmee de veiligheid is gegarandeerd, stelt Oerting voor.
Oerting vindt verder dat de voorlichting over gevaren op internet, zoals privacy- en beveiligingsrisico's, beter zou moeten. "We lichten kinderen voor over gevaren op de weg en veilige seks, maar we schieten te kort als het gaat om digitale risico's", meent de cybercrime-chef. "Je zou kinderen vanaf een jaar of tien, twaalf de werking van Twitter, Facebook en Gmail moeten uitleggen", meent Oerting. "We moeten ze uitleggen dat niks gratis is en dat Google je persoonlijke informatie gebruikt."
Een probleem daarbij is volgens Oerting dat leraren vaak veel minder digitaal vaardig zijn dan de leerlingen die ze moeten onderwijzen. "Misschien moeten we een app maken om kinderen te onderwijzen", denkt Oerting. "De meeste jonge kinderen zitten ook op tablets en smartphones. Misschien kunnen we ze op die manier bereiken." Oerting benadrukt dat ook andere doelgroepen, zoals ouderen, baat kunnen hebben bij betere voorlichting.