De Raad voor de Rechtspraak, de overkoepelende organisatie van rechters, is kritisch over de 'ontsleutelplicht' die het kabinet wil invoeren. Wellicht is het bevel, waarmee verdachten kunnen worden gedwongen bestanden te ontsleutelen, in strijd met het Europese mensenrechtenverdrag.
In een advies aan het kabinet schrijft de Raad voor de Rechtspraak dat met de ontsleutelplicht het nemo-tenetur-beginsel in het geding komt. Dat beginsel houdt in dat niemand kan worden gedwongen aan zijn eigen veroordeling mee te werken en is vastgelegd in het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Volgens het kabinet kunnen het nemo-tenetur-beginsel en de ontsleutelplicht door één deur, maar de Raad voor de Rechtspraak is daar niet direct van overtuigd. Volgens de Raad moet het kabinet er rekening mee houden dat een rechter om die reden bewijsmateriaal weigert dat met een ontsleutelbevel is verkregen. De Raad wil verder dat de rechter-commissaris toestemming moet geven voordat een decryptiebevel mag worden uitgevaardigd. In de plannen van Opstelten mag een officier van justitie zelf besluiten om een dergelijk bevel uit te vaardigen.
Volgens het kabinet is de ontsleutelplicht, die nog moet worden goedgekeurd door de Eerste en Tweede Kamer, niet veel anders dan verdachten dwingen om celmateriaal af te staan voor dna-onderzoek of automobilisten mee laten werken aan een blaastest. Bovendien wordt de ontsleutelplicht enkel ingezet voor bepaalde typen misdrijven, bijvoorbeeld verspreiding van kinderporno en terrorisme. Wie weigert mee te werken aan een decryptiebevel, kan volgens de plannen een celstraf van drie jaar krijgen. Critici wijzen erop dat het risico bestaat dat verdachten hun encryptiesleutel oprecht niet meer weten en bestanden dus niet kunnen ontsleutelen.
Over een ander plan van Opstelten, om opsporingsambtenaren onder bepaalde voorwaarden computers binnen te laten dringen, is de Raad minder kritisch. De organisatie schrijft dat privacy belangrijk is, maar dat de plannen van Opstelten daar rekening mee houden. Het hacken van een computer mag enkel als de rechter-commissaris daarvoor toestemming geeft. Die moet afwegen of het doel van het onderzoek de inbreuk op iemands privacy rechtvaardigt.
Een ander plan van Opstelten moet het makkelijker maken om materiaal van het internet te verwijderen. Een officier van justitie krijgt als het aan het kabinet ligt de bevoegdheid om materiaal te laten verwijderen. Volgens de Raad voor de Rechtspraak moet er dan wel een stevige verdenking zijn en moet er een procedure zijn voor het krijgen van schadevergoeding als materiaal ten onrechte wordt verwijderd. Bovendien vraagt de organisatie zich af hoe het zit met materiaal dat buiten Nederland wordt gehost.